Zeker zes Amerikaanse staten stemmen niet of niet volledig in met het voorstel van farmaconcern Johnson & Johnson en drie medicijnendistributeurs om voor 26 miljard dollar (22 miljard euro) de enorme schade als gevolg van de opiatencrisis te schikken. Ze houden de bedrijven medeverantwoordelijk voor het veroorzaken van de opiatenepidemie in de Verenigde Staten. Sinds 1999 zou overmatig gebruik van morfineachtige middelen als oxycodon en fentanyl al honderdduizenden mensen in de VS het leven hebben gekost.

De bedrijven wilden met een schikking een einde maken aan claims van Amerikaanse staten en lagere overheden. Johnson & Johnson zou, gespreid over een lange termijn, 5 miljard dollar uitkeren. Johnson & Johnson zou het risico op verslaving te veel hebben gebagatelliseerd in zijn marketing. De medicijndistributeurs McKesson, Cardinal Health en AmerisourceBergen, die samen verantwoordelijk zijn voor de levering van een meerderheid van de opiaten aan Amerikaanse apotheken, zouden 21 miljard dollar betalen. Zij lieten jarenlang na om goed te controleren, waardoor grote hoeveelheden pijnstillers ook via illegale kanalen konden worden verspreid.

De staat Georgia sloot zich niet aan bij de schikking, omdat deze “niet de beste uitkomst garandeert voor Georgia en zijn gemeenten, steden en burgers”. New Mexico, Oklahoma, Washington en West Virginia sloten zich ook niet aan bij de overeenkomst. New Hampshire stemde in met de schikking met de distributeurs, maar niet met de overeenkomst met Johnson & Johnson.

De staten die het voorstel afwijzen, zullen via de rechter een groter bedrag gaan claimen.