Zuid-Koreaanse vrouwen die tijdens de Japanse bezetting van hun land gedwongen als prostituees moesten werken, hebben een rechtszaak verloren tegen de Japanse regering. Een rechtbank in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul oordeelde dat een buitenlandse overheid niet aansprakelijk gesteld kan worden in zo’n civiele zaak. Dat meldt het Reformatorisch Dagblad.

De zaak was aangespannen door twintig slachtoffers of nabestaanden van misbruikte vrouwen. Het seksueel misbruik van de vrouwen vond voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog plaats in bezette gebieden. Ook Nederlandse vrouwen moesten onder dwang als troostmeisjes werken voor de Japanners.

De slachtoffers reageerden onthutst op de uitspraak. “Ik heb me ingezet voor alle slachtoffers, niet alleen voor mezelf. Ik hoop dat jullie dat weten”, zei de 92-jarige Lee Yong-soo huilend.

De uitspraak staat haaks op een eerder vonnis van een andere Zuid-Koreaanse rechter. Die oordeelde in januari dat Japan wel een schadevergoeding moest betalen aan een groep ‘troostmeisjes’. Landen kunnen zich niet op hun onschendbaarheid beroepen als sprake is van ‘systematische misdaden tegen de menselijkheid’, luidde het oordeel toen.

(Bron: Reformatorisch Dagblad)