Whiplash is een controversieel onderwerp. Dat weet ook Henk van Katwijk, advocaat bij OAK Advocaten. In de (bijna) 45 jaar dat hij werkzaam is in het letselschadevak, heeft hij het fenomeen whiplash in Nederland zien ontstaan en volledig tot bloei zien komen. Hij heeft daar moeite mee: “in de letselschadewereld wordt wel eens gezegd dat je wat betreft het post-whiplashsyndroom believers en non-believers hebt. Ik vind dat een onjuiste gedachte. Ik behoor tot de categorie die wil dat juridische conclusies zijn gebaseerd op feiten en niet op (on)geloof”. Henk vindt dat bij whiplashclaims gebruik gemaakt moet worden van Delta v-onderzoek, zodat er objectief feitenmateriaal op tafel komt over de geweldsinwerking op het lichaam tijdens het ongeval.

Door Martijn van Driel

De behoefte aan de objectieve feiten heeft vast ook te maken met Henks achtergrond. Hij was op de middelbare school een bèta-leerling en studeerde daarna een blauwe maandag Natuurkunde. Deze instelling neemt hij ook mee in zijn beoordeling van moeilijk-objectiveerbare klachten in letselschadezaken. “Ik heb moeite met de redenering dat het gras medisch gezien groen, maar juridisch gezien blauw kan zijn. Termen als juridische causaliteit brengen het risico met zich mee dat je alles wat normaal, plausibel, is uit het oog verliest en je het vraagstuk nodeloos complex maakt. Het is beter om het simpel te houden en je te houden bij de feiten. Bij whiplashletsel is de mate van geweldsinwerking een belangrijk gegeven. Bij een minimale geweldsinwerking is maximale schade – zowel aan het voertuig als aan de mens – merkwaardig”.   

mr. Henk van Katwijk

Whiplash in de Nederlandse letselschadebranche
Van Katwijk ervaart in de letselschadebranche – vooral van belangenbehartigers – veel weerstand tegen een feitelijke benadering in whiplashzaken. Dat is in de loop der jaren gegroeid, zegt hij, terwijl zijn benadering gelijk is gebleven. “Tot de tachtiger jaren van de vorige eeuw bestond whiplash in Nederland helemaal niet. Maar daarna is er in Nederland een hausse ontstaan aan claimzaken met whiplashletsel. Al geruime tijd  wordt er ook whiplashletsel geclaimd na aanrijdingen die weinig voorstellen. En ook in de rechtspraak vindt er een verschuiving plaats, het whiplashletsel wordt steeds normaler gevonden. Dat het medisch moeilijk aantoonbaar is, wordt door velen niet eens als een belemmerende factor beschouwd. Zolang de klachten er voor het ongeval nog maar niet waren. Daarmee hebben we de sluizen opengezet voor een waterval aan claims zonder goede grond”.

Om dit beeld in perspectief te plaatsen, maakt Henk van Katwijk een paar vergelijkingen. “Als je in de literatuur kijkt, zie je dat als je de schade niet vergoed krijgt, de klachten er soms ook niet of veel minder zijn. Er zijn niet of nauwelijks gevallen van chronische whiplash als gevolg van een harde botsing in de botsautootjes, of na eenzijdige ongevallen. In andere landen vinden er ook kop-staartbotsingen plaats. Maar daar bestaat de term juridische causaliteit niet en in sommige landen komt een chronische whiplash ook niet voor. Hoe zou dat kunnen? Omdat de manier waarop wij in Nederland met dit soort kwesties omgaan en ons schadevergoedingssysteem daarop invloed heeft.”

Visie op whiplash
Van Katwijk benadrukt dat hij de slachtoffers niets verwijt. “Het is een systeemfout. Om schadevergoeding te ontvangen moet je blijven stellen dat je klachten hebt. Dat wordt in ons systeem enorm aangemoedigd, niet alleen door de juridisering van belangenbehartigers aan beide zijden, maar ook door een deel van de behandelende sector, ook in het alternatieve circuit. De slachtoffers krijgen erkenning in wat ze is overkomen, in de klachten die ze hebben en in waar ze recht op hebben. Daar zitten mensen tussen die slechts een lichte aanrijding hebben meegemaakt, maar die dan het advies krijgen: neem rust en ga vooral naar de huisarts. Als dan de klachten toenemen wordt de drempel om weer aan de slag te gaan steeds groter. Dat fenomeen wordt afgewenteld op de WA-verzekeraar. Dat is niet goed, is mijn stelling”.       

Henk van Katwijk vindt dat whiplashzaken vooral op een feitelijke manier moeten worden benaderd, vooral in het belang van de betrokken slachtoffers. “Als er sprake is van een lichte aanrijding, moeten we allemaal de betrokken gedupeerden vooral geruststellen en hen adviseren zoveel mogelijk actief te blijven. We moeten ermee ophouden mensen te invalideren, maar hen juist helpen zo snel mogelijk weer op de been te komen. Het is om te beginnen belangrijk om aandacht te hebben voor de vraag ‘met wat voor ongeval hebben we hier te maken?’ Als de blikschade duizend euro is, dan is een claim verlies van arbeidsvermogen van een ton op z’n minst merkwaardig te noemen”.

Delta v-onderzoek
Om na een aanrijding de feiten helder te krijgen is het zinvol om een Delta v-onderzoek te laten uitvoeren door een gespecialiseerd (ingenieurs)bureau. Daarmee wordt de geweldsinwerking van de botsing berekend. “De vraag die daarbij wordt beantwoord is: ‘hoeveel geweld heeft er ingewerkt op de inzittende van de auto? Aan de hand van het schadebeeld en de ongevalsomschrijving kan het snelheidsverschil worden vastgesteld, in G-krachten. Dus daar komt een getal uit. 1G is extreem laag, dat ervaren wij allemaal iedere dag, bijvoorbeeld als je in je auto gas geeft bij een groen verkeerslicht. Hoe groter het snelheidsverschil in een korte tijdsperiode, hoe groter de impact op het lijf is. In een achtbaan komen G-grachten van 4-5 voor. Ergens ligt de grens, waarbij je letselschade oploopt. Waar die grens ligt, dat verschilt per persoon”.

Van Katwijk erkent dat er extremen zijn. “Je komt schades tegen waarbij er een enorme klap is geweest, de auto helemaal in elkaar ligt, dertigduizend euro blikschade, en de bestuurder stapt uit met alleen wat spierpijn. En je hebt ook mensen die heel erg gevoelig zijn en daardoor bij een lichter incident letsel kunnen oplopen. Maar we kunnen wel een norm vaststellen, op basis van gezond verstand en wetenschappelijke kennis. En als we met een normale persoon te maken hebben en die heeft een lichte aanrijding meegemaakt, dan is het goed als we zeggen: ‘je hoeft niet naar de dokter, je hoeft geen röntgenfoto’s te laten maken en je hoeft niet naar een letselschadebureau’. De meeste mensen vinden dat ook logisch en voor sommigen zal het een grote opluchting zijn.”   

On Demand College Delta-V
Op verzoek van Studiecentrum Kerckebosch heeft Henk van Katwijk het On Demand College Delta-V: de geweldsinwerking bij niet-objectiveerbare klachten opgenomen. Wanneer moet u als aansprakelijke partij zo’n onderzoek overwegen? Is het verstandig om als schadelijder aan zo’n onderzoek mee te werken of moet/kunt u dat weigeren? Oud papier of hard bewijs: wat is de betekenis van het uiteindelijke rapport? Zijn we dan klaar of is het dan nog maar net begonnen..? Tijdens dit college staan alle bijzonderheden en feiten over Delta-V centraal.

Meer informatie over dit college en 11 andere On Demand Colleges treft u hier aan.