De advocaat van Columbus Letselschade is op 20 januari 2025 berispt door de Raad van Discipline voor het namens zijn cliënt privé aansprakelijk stellen van medewerkers van Allianz en hen te sommeren per omgaande €1.7 miljoen te betalen. Met zijn handelen heeft hij naar het oordeel van de raad de medewerkers van Allianz “onevenredig nadeel toegebracht” en daarmee de kernwaarde integriteit geschonden. De raad: “Het handelen van verweerder kan naar het oordeel van de raad alleen worden verklaard als een poging om de werknemers van de verzekeraars te intimideren. Daar is het recht niet voor bedoeld.”
Nadat Allianz in augustus 2023 had aangekondigd de samenwerking met Columbus Letselschade stop te zullen zetten en vanwege geconstateerde ernstige misstanden de gegevens van de (voormalig) bestuurder van Columbus op te zullen nemen in het Externe Verwijzingsregister, heeft advocaat Gijs Verkruisen namens zijn cliënten de commissarissen, een bestuurder en twee werknemers van Allianz in (gelijkluidende) brieven privé aansprakelijk gesteld, mochten zij meewerken aan de aangekondigde voornemens. Bovendien zijn zij gesommeerd om per omgaande €1.7 miljoen te betalen. De brieven aan de commissarissen en de bestuurder zijn door een deurwaarder op het kantoor van Allianz bezorgd, de brieven aan de werknemers zijn door een deurwaarder op hun privéadressen bezorgd.
Met zijn handelswijze is de advocaat deels te ver gegaan, vindt de Raad van Discipline. Hij heeft de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid wel overschreden waar het gaat om de werknemers van de verzekeraars en niet waar het gaat om de commissarissen en de bestuurder. De klachten van Allianz en van werknemers van Allianz over de advocaat van Columbus Letselschade zijn dan ook deels gegrond.
De Raad van Discipline: “Een advocaat geniet een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een wederpartij worden beperkt, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Zo mag de advocaat geen feiten poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, zich niet onnodig grievend uitlaten over de wederpartij en mag hij de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig schaden zonder redelijk doel.”
Handelswijze jegens commissarissen en bestuurder Allianz
Waar het gaat om de aansprakelijkheidstelling en de betekening daarvan aan de commissarissen en de bestuurder van Allianz heeft de advocaat naar het oordeel van de raad (nog) niet de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden, hoewel hij in zijn brieven niet uiteenzet waarom de commissarissen en bestuurder aansprakelijk zouden zijn. Of en in hoeverre de commissarissen en bestuurder tegenover zijn cliënten aansprakelijk zijn, is een vraag die niet aan de tuchtrechter, maar aan de civiele rechter voorligt.
Handelswijze jegens werknemers Allianz
Als belang voor zijn cliënten om de werknemers van de verzekeraars aansprakelijk te stellen heeft de advocaat aangevoerd dat in theorie werknemers onrechtmatig kunnen handelen en daarom naast hun werkgever ten opzichte van derden aansprakelijk kunnen zijn en dat hij mogelijk een beroepsfout maakt als hij niet iedereen aansprakelijk stelt. Als belang voor zijn cliënten om de brieven met een deurwaardersexploot op de privéadressen van de werknemers van de verzekeraars te laten betekenen, heeft hij aangevoerd dat andere wijzen van verzending in theorie minder zeker zijn dan deze.
Dat alles is naar het oordeel van de raad te kort door de bocht. “Een louter theoretische mogelijkheid rechtvaardigt geen aansprakelijkstelling van de werknemers van de verzekeraars in privé voor ‘aanzienlijke schade’ omdat in de kern genomen de cliënten van verweerder het niet eens zijn met de beslissingen van de verzekeraars. Uit niets blijkt waarop verweerder baseert dat deze werknemers van de verzekeraars ten opzichte van zijn cliënten onrechtmatig hebben gehandeld. Verweerder sommeert in die brieven (ook) de werknemers van de verzekeraars om €1.7 miljoen te betalen tot nakoming waarvan volgens verweerder de verzekeraars zijn gehouden. Zelfs in theorie valt niet in te zien hoe de werknemers van de verzekeraars tot die nakoming gehouden kunnen zijn. (…) Verweerder heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd waarom in dit geval betekening met een deurwaardersexploot op de privéadressen nodig was. Het handelen van verweerder kan naar het oordeel van de raad alleen worden verklaard als een poging om de werknemers van de verzekeraars te intimideren, opdat zij hun werkgever beïnvloeden. Daar is het recht niet voor bedoeld. Het handelen van verweerder tegenover de werknemers van de verzekeraars heeft de werknemers van de verzekeraars en de verzekeraars onevenredig nadeel toegebracht.”
Maatregel van berisping
Met zijn handelen tegenover de werknemers van Allianz heeft de advocaat daarom naar het oordeel van de raad de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden. “Verweerder moet zich immers onthouden van middelen die zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënten strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen. Verweerder mag de belangen van de wederpartij niet nodeloos schaden.”
Gijs Verkruisen heeft naar het oordeel van de raad in strijd gehandeld artikel 46 Advocatenwet. “Verweerder heeft de kernwaarde integriteit geschonden door zijn onnodig beschadigend optreden jegens zijn wederpartij en de werknemers. Gelet daarop acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden.”
Het is niet de eerste keer dat Gijs Verkruisen wordt teruggefloten door de Raad van Discipline. In 2010 werd hij bestraft omdat hij zich via een ontoelaatbare no-cure-no-pay-constructie liet betalen.