Laurens Buisman is arts, medisch adviseur bij letselschadezaken en medisch directeur van 1MA. Als pionier van het eerste uur is hij de afgelopen 10 jaar nauw betrokken bij de ontwikkeling van de werkwijze met één medisch adviseur. Hij kent alle ins en outs, de hoogte- en dieptepunten en deelt speciaal voor dit jubileuminterview ook enkele anekdotes over bijzondere, spannende en leuke momenten.

Wat was de aanleiding voor een andere werkwijze bij letselschade?

Dan moet ik terug naar 2010, naar het onderzoek van Arno Akkermans en Annelies Wilken naar de knelpunten in het medisch beoordelingstraject. Dat zo’n traject vaak lang en duur was, kwam mede doordat twee medisch adviseurs naar hetzelfde dossier keken. Akkermans en Wilken gaven toen al aan dat de beste oplossing daarvoor was om met één partijneutraal medisch adviseur namens beide partijen te gaan werken. Maar zij dachten ook dat de sector daar wellicht nog niet aan toe was. Een innovatief idee dat veel stof deed opwaaien. Want kon dat wel, dat partijen met tegengestelde belangen vertrouwden op het medisch advies van een derde partij? Een groepje voorstanders waaronder ikzelf dachten van wel. Wij geloofden dat een nieuwe werkwijze voor alle betrokkenen beter was. Zo ontstond het project Eén medisch adviseur.

2011 | Startbijeenkomst van project Eén medisch adviseur met slipcursus

Deze bijeenkomst markeerde de start van het gezamenlijke project. Partijen die tot dan toe tegenover elkaar stonden, gingen nauw samenwerken. We moesten elkaar beter leren kennen en werken aan meer onderling vertrouwen. Daarom gingen we die dag samen iets leuks doen: een slipcursus. Vanwege de link met letsel en preventie, want wat moet je doen als je auto slipt? Een goede keuze, want het was al snel heel hilarisch. Er waren chauffeurs bij die zo naar het tv-programma de slechtste chauffeur van NL konden. Wat hebben wij gelachen!

2011-2015 | Commitment van partijen met jaarlijkse bijeenkomsten van werkgroepen

Het project werd geleid door de stuurgroep. Daarnaast vormden we werkgroepen waarin medewerkers uit alle betrokken organisaties nauw met elkaar samenwerkten. Het was bijzonder om te merken hoe goed die samenwerking al snel verliep. Iedereen geloofde in de meerwaarde van samenwerken in plaats van tegenover elkaar te staan als verzekeraar en belangenbehartiger. Het projectwerk deed iedereen trouwens naast zijn gewone werk. De jaarlijkse bijeenkomsten waren vooral bedoeld als blijk van waardering voor die inzet. We deden altijd iets leuks samen, leerden elkaar zo in een ontspannen sfeer nog beter kennen.

2012-2016 | Wetenschappelijke onderzoek naar de werkwijze Eén medisch adviseur

De centrale onderzoeksvragen waren: leidt het werken met één medisch adviseur in plaats van twee bij letselschadezaken tot een snellere dossierbehandeling, kostenbesparing en hoge slachtoffertevredenheid? Om die vragen te beantwoorden was een langdurig wetenschappelijk traject nodig. En veel energie en doorzettingsvermogen. Het duurde zo lang omdat er voldoende zaken geïncludeerd én afgerond moesten worden. Wij kozen ervoor om ook een minder objectief vast te stellen letsel als whiplash in het onderzoek mee te nemen. Juist omdat het medisch advies bij dit veelvoorkomende letsel vaak tot veel discussie leidt. Ook nu nog betreft 40% van de zaken bij 1MA whiplash-problematiek.

Waar heb je wakker van gelegen?

We hebben wel zorgen gehad over de vergelijkbaarheid van de twee onderzoeksgroepen ‘2MA’ en ‘1MA’. Het bleek namelijk al snel dat de 2MA-groep ‘meeliftte’ op de voordelen vanuit de 1MA-groep. Doordat we dit project samen uitvoerden, nam het vertrouwen tussen de partijen toe. Daardoor verliepen ook de 2MA-zaken plots een stuk soepeler. Ik denk dat ook professor Gijs van Dijck die het onderzoek uitvoerde, over die verstorende factor wel eens een slapeloze nacht had.

Ook spannend was dat halverwege het onderzoek ineens onzekerheid ontstond over het projectbudget. Eensgezind hebben we er toen met zijn allen de schouders onder gezet om dit financiële issue op te lossen. Die enorme saamhorigheid vond ik een heel mooie ervaring.

18.03.2016 | Theo Kremer Innovatieprijs voor het project Eén medisch adviseur

Het was voor ons als projectgroep een blijk van waardering toen we de eerste Theo Kremer Innovatieprijs kregen voor het gedachtegoed Eén medisch adviseur. Deze prijs riep het vroegere Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) in het leven als stimulans voor initiatiefnemers van positieve vernieuwingen in de letselschadebehandeling. Voor de jury was doorslaggevend dat ‘de nieuwe werkwijze zich al een aantal jaren heeft bewezen als een goed functionerende methode bij de afhandeling van verschillende soorten personenschade, zelfs bij zogenoemde niet-objectiveerbare letsels’. Voor dat succes was essentieel dat wij erin geslaagd waren om ook het vertrouwen van belangenbehartigers in de meerwaarde van de werkwijze te winnen.

19.11.2018 | Aanbeveling Letselschade Raad werkwijze Eén onafhankelijk medisch adviseur

Ook een mijlpaal is de aanbeveling van de Werkgroep Normering van De Letselschade Raad (DLR) om met één onafhankelijk medisch adviseur te werken. Ik ben blij dat DLR de werkwijze heeft onderschreven, want alle partijen zijn daarin vertegenwoordigd. Of zoals voormalig directeur Victor Jammers van Slachtofferhulp Nederland destijds zei: ‘werken met één medisch adviseur moet als een van de kleurkeuzes op een schilderspalet zijn’. Laat het dan wel een van de primaire kleuren zijn, zou ik daaraan nu willen toevoegen. Dat betekent niet dat ik de aanbeveling op alle punten volledig onderschrijf. Omdat de aanbeveling mijns inziens teveel uitgaat van uitzonderingssituaties, sluit deze niet goed aan bij hoe het in de praktijk vaak gaat. Wat ik zelf bijvoorbeeld ook miste in de aanbeveling is de voorwaarde dat de medisch adviseur altijd persoonlijk contact heeft met het slachtoffer. Dat vind ik essentieel. Het slachtoffer voelt zich gehoord en als adviserend arts krijg je een completer beeld. Dan sluit iedereen het traject eerder met een goed gevoel af, ongeacht de uitkomst.

Empirisch wetenschappelijk onderzoek

In opdracht van de projectgroep Eén medisch adviseur vond tussen 2012-2016 een wetenschappelijk empirisch onderzoek plaats waarin de werkwijze met twee medisch adviseurs werd vergeleken met de werkwijze met één medisch adviseur. Het onderzoek werd uitgevoerd door prof. mr. Gijs van Dijck van Maastricht University/Tilburg University. De projectgroep sloot een contract met de universiteiten als waarborg voor de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de uitvoering en uitkomsten van het onderzoek.

De projectgroep Eén medisch adviseur bestond uit: verzekeraar Achmea, de drie belangenbehartigers Europrotector (nu Flyct), Van der Toorn Personenschade en Letselschadebureau Kloppenburg en medisch adviesbureau 1MA.

Tijdens de onderzoeksperiode leverden Achmea en de drie belangenbehartigers letselschadezaken aan waarbij een medisch traject nodig was. Elke zaak werd – na toestemming van het slachtoffer – willekeurig toegewezen aan de 2MA-groep of 1MA-groep. Bij beide groepen vergeleken de onderzoekers: 1. doorlooptijd, 2. kosten, 3. slachtoffertevredenheid.

Wanneer dacht je: nu zijn we er!

Dat was een aantal jaren na het onderzoek, toen de kritiek steeds meer wegebde. Het onderzoek bewees dat trajecten met één medisch adviseur sneller en goedkoper waren. Ook waren slachtoffers tevreden over de nieuwe werkwijze en was het uitgekeerde schadebedrag vergelijkbaar. Dat destijds niet iedereen blij was met die uitkomst, dat hadden wij wel verwacht. Eigen financiële belangen speelden daarbij ook een rol. Ik vroeg mijzelf ook wel af wat er zou gebeuren als het project afgerond was: ontwikkelt de werkwijze zich dan verder of gaat iedereen op de oude voet door? Gelukkig was het eerste het geval. Dankzij de onderzoeksuitkomsten, de Theo Kremer prijs en de aanbeveling van de Letselschade Raad zijn meer partijen met één medisch adviseur gaan werken. Dat juich ik van harte toe. Iedereen brengt de werkwijze op zijn eigen manier in de praktijk. Dat is geen probleem, als de intentie maar goed is: een eerlijk, deskundig medisch advies voor het slachtoffer.

En hoe is het nu, anno 2022: iedereen om?

Nou, inmiddels is het zo dat de meeste partijen in meer of mindere mate wel bekend zijn met het werken met één medisch adviseur en dit actief aanbieden; de koudwatervrees is er wel van af. En voor de partijen die nog niet zo werken is daarvoor meestal wel een duidelijke aanwijsbare reden. Bijvoorbeeld omdat ze een eigen medisch adviesbureau hebben en daardoor wat ‘vast’ zitten in het model met twee medisch adviseurs.

Met elkaar hadden we van de verzekeringsmarkt een complexe markt gemaakt. Wat ik na het onderzoek hoopte is ook in gang gezet: elkaar de hand reiken en samen de weg vinden om trajecten te vereenvoudigen en meer partijneutraal te denken en te werken. Dat betekent blijven zoeken naar de beste werkwijze die het slachtoffer centraal stelt én alle andere belangen dient.

Op basis van onze eigen ervaringen en cijfers, als medisch adviesbureau, gunnen wij zoveel mogelijk slachtoffers een traject met één medisch adviseur die ook persoonlijk contact met je heeft.

Je hebt er 10 jaar ervaring mee: wat is de gouden tip?

Een systeemverandering als deze kost veel tijd. Heb daarom geduld en houd vertrouwen. Stap niet te snel van je idealen af. Werken met één medisch adviseur heeft zich inmiddels in de praktijk bewezen. Pas je de werkwijze al toe of zou je dat willen gaan doen? Zoek elkaar dan vooral op en sla de handen ineen!