Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) heeft in een brief aan de Tweede Kamer gereageerd op het onderzoeksrapport Langlopende letselschadezaken van de Universiteit Utrecht. De door De Letselschade Raad voorgestelde maatregelen worden besproken. De Raad ontvangt een subsidie van 150.000 euro voor de stimulans van herstelbemiddeling door herstelcoaches en mediation.

De minister is blij met het rapport en met de voorstellen van De Letselschade Raad. “Het onderzoeksrapport laat een genuanceerd beeld zien van de complexe werkelijkheid die aan de orde is in zaken van langlopende letselschade. Het is belangrijk voor slachtoffers om de schadeafhandeling waar dat mogelijk is te verbeteren. Hoewel uit het onderzoek blijkt dat er geen ‘one fits all solution’ is, zijn er op grond van de uitkomsten van onderzoek wel doelgerichte maatregelen mogelijk, waarmee de positie van slachtoffers bij de schadeafhandeling kan worden verbeterd. De voorstellen (van De Letselschade Raad, red.) sluiten aan bij de bevindingen van de onderzoekers en haken aan bij de roep van de eerder in deze brief genoemde Kamerleden om concrete maatregelen.”

De minister behandelt in zijn brief de voorstellen die De Letselschade Raad heeft gedaan naar aanleiding van het onderzoek.

Commissie beslechting langlopende letselschadezaken
De Letselschade Raad is voornemens een commissie op te richten die als opdracht krijgt om bestaande letselschadezaken versneld procedureel en inhoudelijk te beslechten, om zo een voor slachtoffers bevredigende situatie te verkrijgen. De commissie voorziet in buitengerechtelijke geschillenbeslechting door deskundigen. De leden worden door De Letselschade Raad benoemd op basis van hun kennis en ervaring. Slachtoffers kunnen hun zaak kosteloos aan deze commissie voorleggen.

Subsidie voor herstelcoaching en mediation
De Letselschade Raad stelde daarnaast voor om in langlopende letselschadezaken onafhankelijke herstelbemiddeling in te zetten, in de vorm van herstelcoaching en mediation. Een coach kan hulp bieden op praktisch, juridisch en psychosociaal terrein en geeft veel informatie, waardoor het slachtoffer zich kan richten op lichamelijk en emotioneel herstel.

De minister juicht dit voorstel toe en komt zelfs met geld over de brug. “Het vaker en eerder inzetten van mediation is in dit kader een waardevol initiatief. Door mediation en herstelbemiddeling door herstelcoaches kan met grotere betrokkenheid van het slachtoffer en in meer harmonie tussen de betrokken partijen gezamenlijk worden gezocht naar oplossingen voor het slachtoffer. Samen met de Minister van Financiën en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ben ik voornemens om voor het nader vormgeven van onafhankelijke herstelbemiddeling in letselschadezaken een eenmalige startsubsidie te verlenen aan De Letselschade Raad van 150.000 euro. Hiermee wordt een positieve stimulans geboden aan de verbeteringen die de verschillende professionals samen treffen in het belang van slachtoffers met letselschade.”

Centraal Online Schadeafwikkelingsplatform
De Letselschade Raad stelde eveneens voor om een centraal online schadeafwikkelingsplatform te ontwikkelen (www.mijnletselschadedossier.nl). Hierin worden alle tussen partijen gewisselde bewijsdocumenten verzameld en wordt voor het slachtoffer inzichtelijk gemaakt waar hij zich in het proces bevindt en wat er nodig is, binnen welke termijn, om een stap verder te komen. Dit biedt slachtoffers inzicht in de schadeafhandeling en geeft hen meer regiemogelijkheden.

De minister oordeelt hier positief over. “Ik acht het van belang dat de informatiepositie van slachtoffers wordt verbeterd. De voorgestelde maatregelen dragen hieraan bij. Zo stelt een online schadeafwikkelingsplatform het slachtoffer in staat meer regie te krijgen over het proces en de vervolgstappen. Hierdoor kunnen zij eerder aan de bel trekken en de benodigde hulp inschakelen.”

Nationaal Keurmerk Letselschade
Tot slot is De Letselschade Raad bezig met de ontwikkeling van een Nationaal Keurmerk Letselschade. Dit keurmerk is toegankelijk voor alle dienstverleners in de branche, onder wie belangenbehartigers, advocaten en verzekeraars. Zij kunnen zich inschrijven in het register van het keurmerk, als zij voldoen aan de kwaliteitseisen die door de gezamenlijke branche worden opgesteld. De Letselschade Raad houdt toezicht op de naleving van deze eisen. Bij niet-naleving wordt de betrokkene persoon of organisatie uit het register van het keurmerk geroyeerd.

De minister ondersteunt ook dit voorstel. “Het Nationaal Keurmerk Letselschade draagt bij aan een klantgerichte letselschadebranche. Dit keurmerk gaat begin 2021 van start. Deelnemers hebben de wens zich positief te onderscheiden van andere spelers in het veld door aan kwaliteitseisen te voldoen. Met De Letselschade Raad onderschrijf ik het belang van een breed gedragen keurmerk, waaraan alle professionals in de letselschadebranche deelnemen. De Letselschade Raad heeft mij verzekerd aan de handhaving van de kwaliteitseisen voor het keurmerk strikt de hand te houden. De effectiviteit van het keurmerk staat of valt hiermee.”

Als aanvulling op de door De Letselschade Raad gedane voorstellen, komt de minister met een aantal aanvullende maatregelen en aandachtspunten.

Uitbreiding toegang Kifid met AVP- en AVB-zaken
De minister wijst op de toegevoegde waarde van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). “In aanvulling op voornoemde maatregelen zijn verbeteringen van schadeafhandeling denkbaar ingeval partijen desondanks niet tot een oplossing komen. Laagdrempelige geschillenbeslechting draagt bij aan het vergroten van de regiemogelijkheden van het slachtoffer. Het Kifid is een onafhankelijke geschilleninstantie, waar consumenten terecht kunnen met een klacht over een financieel product of een financiële dienst. Het Kifid is bij een geschil over een Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP) of een Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AVB) nu niet toegankelijk voor klachten over een verzekeraar, wanneer het niet de eigen verzekeraar van een consument betreft, maar de verzekeraar van een derde (de aansprakelijke partij). Om de toegang tot het Kifid te verbeteren wordt er op in gezet dat gedupeerden ook bij het instituut terecht kunnen, als er sprake is van een geschil over de AVP en AVB tussen de consument en de verzekeraar van de aansprakelijke partij.”

Speciale aandacht voor whiplashslachtoffers
De minister roept De Letselschade Raad en de betrokke professionals op om extra aandacht te besteden aan whiplashslachtoffers. “Het onderzoek toont aan dat slachtoffers met dit type letsel het voor het aanvaarden van een schadevergoedingsaanbod vooral van belang achten dat (1) hun financiële bestaanszekerheid wordt zeker gesteld, (2) de financiële schade soepeler wordt afgewikkeld, (3) zij op de schadeafhandeling meer invloed hebben en (4) de uitkering hoger is. Slachtoffers met whiplash gaven aan deze factoren nog belangrijker te vinden dan andere slachtoffers. Ook gaven zij aan minder op de hoogte te zijn van de stand van zaken van hun dossier, vonden zij dat hun belangenbehartiger en de aansprakelijkheidsverzekeraar minder voortvarend hadden gehandeld en waren zij – in vergelijking met de andere respondenten – minder tevreden over de inzet van medische deskundigen. Hoewel voornoemde maatregelen ook uitkomsten bieden aan slachtoffers met whiplashklachten, lijkt extra aandacht voor deze slachtoffers bij de verschillende betrokken professionals op zijn plaats. Juist in deze zaken lijkt snelle, actieve en adequate hulp, en daarmee meer geruststelling en houvast voor herstel, geboden.”

Komende woensdag wordt de reactie van de minister op het onderzoek langlopende letselschadezaken en de aangekondigde vervolgstappen besproken in de vaste kamercommissie Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer. Op de agenda staat ook de trage afhandeling van letselschadezaken door verzekeraars, wat aan de orde kwam in een recente uitzending van Radar (AVRO-TROS).