Een psychiater wordt in een letselschadezaak ingeschakeld om een psychiatrisch onderzoeksrapport op te stellen over de situatie van een ongevalsslachtoffer. Het slachtoffer is het niet eens met de wijze waarop verweerder zijn onderzoek heeft uitgevoerd en ook niet met zijn conclusies. Het Regionaal Tuchtcollege vindt haar klachten (deels) gegrond en legt de psychiater een berisping op.
De psychiater wordt verweten dat hij op onjuiste wijze onderzoek heeft uitgevoerd en tot onjuiste conclusies is gekomen in een psychiatrisch onderzoeksrapport ter vaststelling van eventuele blijvende ongevalsgevolgen/mate van blijvende invaliditeit bij klaagster. Ook wordt de psychiater verweten dat hij geen causaal verband aanwezig acht tussen het ongeval en de klachten die klaagster heeft. Klaagster heeft bezwaar tegen de conclusie dat sprake is van een ongespecificeerde aanpassingsstoornis en aggravatie van klachten en de psychiater zou haar klachten en die van haar gezin niet serieus genomen hebben.
Het Regionaal Tuchtcollege Den Bosch (RTG) acht de klacht gegrond wat betreft de gevolgde onderzoekssystematiek en de onderbouwing van de conclusie dat sprake is van een ongespecificeerde aanpassingsstoornis. Het RTG is van oordeel dat de wijze waarop de psychiater het aan hem opgedragen onderzoek heeft uitgevoerd en waarop hij tot zijn conclusie is gekomen, in aanmerkelijke mate strijdt met de eisen die uit de hier toepasselijke beroepsnormen en professionele standaarden voortvloeien. Zelfs op de zitting heeft de psychiater geen blijk gegeven van de juiste toepassing van die normen en standaarden, aldus het RTG. Dat vindt het RTG uiterst kwalijk en legt aan de psychiater een berisping – met publicatie – op.
WIL JE NIETS MISSEN?
In de nieuwsbrief van Letselschade.NU staan alle nieuwsberichten, columns en interviews die in de voorafgaande week zijn verschenen. De nieuwsbrief wordt iedere zaterdagmorgen verzonden.