Een medische misser van het UMC Utrecht kostte Adrienne Cullen het leven. Vandaag verschijnt, postuum, het boek dat ze daarover schreef.

Adrienne Cullen kreeg afgelopen najaar eindelijk de toezegging waar ze al jaren voor vocht: het UMC Utrecht laat een onafhankelijk onderzoek doen naar wat er mis ging met de labuitslag die haar arts nooit bereikte. “Nu hoefde ik alleen nog lang genoeg in leven te blijven om de afronding van het onderzoek mee te maken”, schrijft de kankerpatiënte in haar boek, dat vandaag verschijnt. Dat lukte niet: ze overleed eind december, 58 jaar oud.

Cullen hoorde twee jaar te laat dat ze baarmoederhalskanker had. Als ze direct behandeld was, had ze een overlevingskans gehad van 90 procent, schrijft Cullen, een Ierse die in Nederland woonde. In het boek ‘Deny, dismiss, dehumanise’ (letterlijk vertaald: ‘Ontken, scheep af, ontmenselijk’) vertelt Cullen het verhaal over de medische misser die haar trof, en de manier waarop het UMC Utrecht daarna met haar omging. Het boek verschijnt in september in het Nederlands.

Smartegeld
Na veel juridisch getouwtrek kreeg Cullen in 2015 ruim 350.000 euro smartegeld van het ziekenhuis: het hoogste bedrag dat ooit in Nederland voor letselschade werd uitgekeerd. Ze weigerde de zwijgclausule te tekenen die het ziekenhuis haar voorlegde. Cullen wilde juist zo veel mogelijk ruchtbaarheid geven aan de misser, om ervoor te zorgen dat ziekenhuizen leren van wat zij heeft meegemaakt. Is er dankzij Cullens strijd iets veranderd in het UMC Utrecht?

In april vorig jaar sprak Cullen tijdens de eerste ‘Adrienne Cullen-lezing’ in het UMC Utrecht. Net als de gynaecoloog die haar had onderzocht. Met enige schroom vertelde die dat het ook voor hem traumatisch was. “Ik kreeg vrijwel geen steun van het UMC Utrecht. Ik heb ook niet om hulp gevraagd, introvert als ik ben.” Dat moet anders, vond hij, en daar zet hij zich nu voor in.

Het ziekenhuis wil jaarlijks zo’n lezing over medische fouten organiseren. Daarnaast gaat het voortaan zorgvuldiger met patiënten om die het slachtoffer zijn van zo’n fout, zegt woordvoerder Eric Trinthamer. “We gingen het traject van schadeloosstelling in. Wat we niet deden, was aan Cullen vragen wat we voor haar konden doen.”

In het geval van Cullen werd ten onrechte geen alarm geslagen na een zorgwekkende labuitslag. Dat kan na de overgang van een papieren naar een digitaal patiëntendossier niet meer gebeuren, volgens het ziekenhuis. En waar vroeger alleen leidinggevenden een fout mochten melden, worden nu alle medewerkers aangemoedigd dat te doen, stelt Trinthamer. “Elke melding wordt serieus genomen, onderzocht en doorgegeven aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.”

Angstcultuur
Volkert Wreesmann, oud-hals-hoofdchirurg bij het ziekenhuis, bracht in 2015 misstanden op de kno-afdeling naar buiten. De arts, die nu in het Verenigd Koninkrijk werkt, heeft niet het idee dat er werkelijk iets veranderd is. Hij heeft de indruk dat er nog steeds een angstcultuur heerst, waardoor medewerkers elkaar niet op fouten durven aan te spreken.

“De Cullen-lezing wordt gebruikt om een goede naam te krijgen. Maar de raad van bestuur legde geen verantwoording af. Er mochten ook geen vragen gesteld worden over de rol van de bestuurders”, zegt Wreesmann, die bij de lezing was. Er zijn volgens de arts wel programma’s om de cultuur in het ziekenhuis te verbeteren, maar die hebben geen zin zonder een grondige aanpak van de organisatie, die volgens Wreesmann te hiërarchisch is.

(Bron: Trouw)