Op de Spoedeisende Hulp (SEH) zijn in 2018 naar schatting 123.000 verkeersslachtoffers behandeld, ongeveer de helft (66.800) van deze slachtoffers had ernstig letsel. Dit aantal verkeersslachtoffers met ernstig letsel was niet eerder zo hoog, ten opzichte van 2009 is er sprake van een significante stijging van 18 procent. Deze stijging wordt vooral verklaard door een stijging (+31%) van het aantal fietsers met ernstig letsel dat op de SEH is behandeld. Dit blijkt uit analyse van het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL. Door de vergrijzing is de verwachting dat deze trend in de nabije toekomst verder stijgt. Preventie van fietsongevallen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal SEH-behandelingen en de medische en maatschappelijke kosten.
Risicogroepen in het verkeer
Onder de 123.000 slachtoffers die op de SEH gezien zijn vormden de 12- tot en met 19-jarigen (17.400), 20- tot en met 29-jarigen (18.900) en 50- tot en met 59-jarigen (16.900) de grootste groepen. Kijkend naar verkeersdeelname blijkt dat fietsers veruit in de meerderheid zijn (63%), in 14 procent van de gevallen was er sprake van letsel bij een inzittende van een personenauto.
Medische en verzuimkosten
In totaal waren de kosten van verkeersslachtoffers die werden behandeld op de SEH-afdeling en/of werden opgenomen in het ziekenhuis naar schatting € 760 miljoen. Deze kosten bestonden uit directe medische kosten (€ 400 miljoen) en verzuimkosten (€ 360 miljoen). Fietsers vormen de grootste groep slachtoffers en veroorzaken daardoor ook de hoogste kosten (€ 440 miljoen) van alle verkeersdeelnemers.
Fietsers
Het aantal fietsers dat op de SEH is behandeld als gevolg van ernstig letsel door een verkeersongeval is in 2018 gestegen tot 46.800, ten opzichte van 2009 een significante stijging van 31 procent. Fietsslachtoffers zijn relatief vaak jongeren en ouderen. Van de SEH-slachtoffers was meer dan 40 procent 55 jaar of ouder. In twee derde van de gevallen (68%) ontstond het letsel door een enkelvoudig fietsongeval. Ouderen lopen bij fietsongevallen vaker ernstig letsel op dan jongeren. Ongevallen op elektrische fietsen leveren gemiddeld ernstiger letsel op dan een ongeval op een gewone fiets, maar gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht verdwijnt dit effect. Op elektrische fietsen rijden veelal oudere fietsers, een groep die al (op elk fietstype) relatief ernstige letsels oploopt. Daarmee is de elektrische fiets gemiddeld genomen niet gevaarlijker dan een gewone fiets, maar ouderen fietsen vaker en verder met een elektrische fiets.
Uit onderzoek naar fietsongevallen in 2016 blijkt dat bijna de helft van de fietsslachtoffers het ongeval wijt aan eigen gedrag (niet goed opgelet, stuurfout, etc.). 36% gaf aan dat het gedrag van een andere verkeersdeelnemer het ongeval heeft veroorzaakt. In 34% van de ongevallen was de toestand van de weg de oorzaak (glad wegdek, losliggend materiaal, etc.).
Preventieve maatregelen
Om effectief preventie in te zetten is het belangrijk dat meer onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken van fietsongevallen. Om ernstige fietsongevallen in de toekomst te voorkomen, kan gedacht worden aan maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de infrastructuur voor fietsers of initiatieven gericht op jonge en oudere fietsers zoals Split the Risk! en Doortrappen.
(Bron: VeiligheidNL)