In 2019 waren er 62 dodelijke verkeersongevallen op rijkswegen. De ongevalstypen die het meest voorkwamen waren: aanrijdingen van een obstakel in de berm, zoals een boom of greppel (27), kop-staartaanrijdingen (22), waarvan de helft in de staart van een file en frontale aanrijdingen (8), waarvan vier op enkelbaanswegen.

Deze ongevallen ontstonden door een combinatie van onoplettendheid of (bewust) risicogedrag van de weggebruiker en een weginrichting (inclusief berm) die weinig ruimte biedt voor menselijke fouten. In een klein deel van de ongevallen speelde ook een voertuigdefect een rol. De ernst van de afloop van het ongeval werd voor een belangrijk deel – gezien het grote aandeel bermongevallen – bepaald door de inrichting van de berm. Dit staat in het SWOV-rapport Dodelijke verkeersongevallen op rijkswegen 2019.

De bevindingen komen sterk overeen met de bevindingen over de dodelijke ongevallen op rijkswegen in 2016, 2017 en 2018 die eerder op vergelijkbare wijze zijn onderzocht.

Maatregelen die kunnen worden genomen om de dodelijke afloop van ongevallen te voorkomen betreffen vooral een veilige inrichting van bermen zoals een ruime obstakelvrije zone die past bij de geldende snelheidslimiet, met aan het einde een flexibele afschermingsconstructie als er verderop ook sprake is van steile taluds, greppels of watergangen. Daarmee is er ruimte om veilig in de berm tot stilstand te komen en wordt tegelijkertijd voorkomen dat een voertuig in botsing komt met een verder van de weg gelegen obstakel.

Ook niet-infrastructurele maatregelen, zoals gedrags- en voertuigmaatregelen kunnen bijdragen aan een reductie van het aantal dodelijke ongevallen op rijkswegen. Zo kan een systeem als AEBS, dat sinds 2015 verplicht is voor nieuwe vrachtauto’s, kop-staartaanrijdingen bij files voorkomen, al is de werking van deze systemen niet gegarandeerd. Wat het gedrag betreft zijn alcohol- en drugsgebruik, afleiding, een te hoge rijsnelheid, vermoeidheid en onwelwording de belangrijkste factoren waar aandacht aan besteed dient te worden.

Daarnaast is er veiligheidswinst te behalen bij het (op de juiste wijze) dragen van de veiligheidsgordel. Van de overleden inzittenden waarvan het gordelgebruik bekend was, droeg een kwart geen autogordel. De helft van de inzittenden die geen gordel droegen werden geheel of gedeeltelijk uit het voertuig geslingerd.

(Bron: SWOV)