De overheid onderschat het risico op ongelukken tussen de scheepvaart en bestaande en toekomstige windparken op de Noordzee ernstig. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in de studie Schipperen met ruimte, die donderdag is gepubliceerd.

De risicoanalyses die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hanteert, vertonen hiaten en leveren geen actueel inzicht op, omdat ze gebaseerd zijn op een verouderde situatie, aldus de raad. Zo zijn bufferstroken rond windparken zo goed als zeker te smal om schepen te laten manoeuvreren of in nood te laten uitwijken. De ambitie dat de scheepvaartveiligheid gelijk blijft of zelfs verbetert op een Noordzee die steeds drukker en voller wordt door windparken en andere vaste objecten, is volgens de raad niet realistisch.

Aanleiding voor het OVV-onderzoek was het op drift raken van de lege bulkcarrier Julietta D, die tijdens de storm Corrie, begin 2022, ter hoogte van IJmuiden in de vroege ochtend van zijn anker sloeg. De bemanning werd met helikopters van boord gehaald en terwijl het stuurloze schip naar de Nederlandse kust dreef, raakte het eerst een ander schip en daarna twee constructies van een windmolenpark in aanbouw, terwijl het ternauwernood een gasplatform miste. Pas laat in de middag kon een sleepboot een tros overbrengen. Het ging hierbij om een leeg schip, waarbij alleen materiële schade ontstond. “Ernstiger gevolgen voor mens en milieu zijn realistischer”, schrijft de raad.

De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat erkennen in een eerste reactie dat er extra aandacht en inspanning nodig is om de veiligheid van de scheepvaart op de Noordzee te borgen. Ze zeggen met de OVV-aanbevelingen aan de slag te gaan en later dit jaar daarover details te geven.