Het klonk zo vriendelijk, afgelopen vrijdag. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën kondigde namens het kabinet Rutte 3 aan dat de gehate belasting in box 3 op de schop gaat. Wie tot 440.000 euro spaargeld heeft, zou daardoor bij de huidige lage spaarrente van 0,09 procent geen belasting meer betalen.
Het gebaar richting spaarders die al jaren nauwelijks rente ontvangen en toch belasting betalen in box 3 (als ze boven de vrijstelling van ruim 30.000 euro uitkomen) oogt genereus. Maar de andere kant van de medaille is dat de voorgestelde belastinghervorming beleggers snoeihard raakt. En dus ook iedereen die vermogen probeert op te bouwen om op zijn of haar oude dag wat extra in komen te hebben.
Beleggers de pineut bij nieuw belastingplan voor box 3
Dat het kabinet Rutte 3 beleggers veel zwaarder wil belasten vanaf 2022, is vooral een hard gelag voor zzp’ers en werknemers die zelf vermogen moeten opbouwen voor later, als ze dat willen doen via box 3. De fiscale straf op beleggen in box 3 wordt zo groot, dat iedereen die zelf pensioen moet opbouwen min of meer gedwongen wordt om van speciale fiscale regelingen gebruik te maken.
Fiscaal vriendelijke opbouwregelingen voor pensioen bieden het voordeel dat je in de opbouwfase belastingvrij kunt beleggen. Maar er kleven ook flinke nadelen aan. Daarover verderop meer, maar eerst nog iets over het verschil voor beleggers tussen de huidige opzet van box 3 voor spaargeld en beleggingen en het nieuwe plan van het kabinet. In de huidige opzet worden beleggingen (en spaargeld) zwaarder belast, naarmate het vermogen groter is. De effectieve heffing op vermogen ziet er als volgt uit.
Over de eerste ruim 30.000 euro betaal je geen belasting. Daarna betaal je over ongeveer 70.000 euro (tot een ton) effectief 0,58 procent belasting; en tussen de 100.000 euro en 1 miljoen euro betaal je 1,34 procent belasting.
Hogere belasting voor beleggers
Het nieuwe plan voor box 3 werkt anders. Er is nog steeds een belastingvrij bedrag met een grens van ongeveer 30.000 euro. Maar als je daar één euro boven zit, betaal je over het volledige bedrag belasting. Voor beleggers geldt dan dat de overheid uitgaat van een fictief rendement van 5,33 procent. Dit geldt voor alle soorten beleggingen, dus zowel aandelen als obligaties.
Van het fictieve beleggingsinkomen dat je krijgt als je uitgaat van een rendement van 5,33 procent, mag je standaard 400 euro aftrekken. De rest wordt belast tegen 33 procent.
In de onderstaande tabel is weergegeven wat het werkelijke belastingpercentage is, als je respectievelijk 100.000 euro, 200.000 euro en 300.000 euro aan beleggingen hebt. De huidige situatie in box 3 en het nieuwe belastingplan zijn daarbij tegenover elkaar gezet.
Te zien is dat je momenteel tot een ton effectief ongeveer 0,4 procent belasting betaalt (dit is iets lager dan de 0,58 procent uit de eerste tabel, omdat je over de eerste ruim 30.000 euro geen belasting betaalt en over de volgende 70.000 0,58 procent).
In het nieuwe belastingplan voor box 3 ligt het effectieve percentage echter meteen op 1,63 procent en vervolgens stijgt dit nog iets. Nu lijkt een procentje meer belasting misschien niet veel. Maar bij beleggen op de lange termijn kan een procentpunt minder rendement enorm veel uitmaken.
Pensioenbeleggen in box 3 ontmoedigd
Via de site berekenhet.nl kun je uitrekenen dat als je 30 jaar lang elk maand 400 euro belegt tegen een rendement van 5,33 procent, je aan het eind van de looptijd bijna 350.000 euro hebt. Exclusief de belasting in box 3.
Houd je rekening met de huidige belasting in box 3, dan houd je in dit voorbeeld niet 350.000 euro over, maar ongeveer 35.000 euro minder. Maak je hetzelfde sommetje met het nieuwe belastingplan, waarbij beleggers dus tegen een veel hoger belastingpercentage aankijken, dan blijkt dat de fiscus een hap van ruim 80.000 euro uit de vermogensopbouw neemt!
In de onderstaande tabel is te zien dat je van de bijna 350.000 euro met het nieuwe plan voor box 3 nog zo’n 266 duizend euro overhoudt.
De flinke verzwaring van de belastingdruk voor beleggers betekent dat zelf vermogen opbouwen voor de oude dag via box 3 zwaar wordt ontmoedigd door de overheid.
Fiscale constructie voor pensioenbeleggen
Een alternatief is dat je fiscaal vriendelijk belegt voor je pensioen. Dan betaal je geen belasting in box 3 én kun je de jaarlijkse inleg als aftrekpost opvoeren. Lees hier meer over de zogenoemde fiscale jaarruimte.
Maar de fiscaalvriendelijke opbouw van pensioen zit wel een belangrijke voorwaarde. Op het moment dat je met pensioen gaat, moet je het opgebouwde vermogen in een uitkeringsproduct stoppen bij een verzekeraar. Die garandeert dan gedurende een bepaalde periode (van bijvoorbeeld 15 jaar tot levenslang) een maandelijks uitkering.
De hoogte van die uitkering is echter afhankelijk van het renteniveau op het moment dat je met pensioen gaat. Als de rente erg laag is, zoals nu, heb je pech en krijgt je bij eenzelfde vermogen een fors lagere uitkering.
Ter illustratie: op de site banksparen.nl kun je uitrekenen wat er gebeurt als je 3 ton in een uitkeringsproduct stopt voor 25 jaar, tegen de huidige maximale rente van 1,65 procent. Bruto levert dit een uitkering van iets meer dan 1.200 euro per maand op (waar dan nog wel belasting over moet worden betaald). Stijgt de rente naar 3 procent, dan krijg je 200 euro per maand meer. Over 25 jaar gerekend is dat 60.000 euro.
Met fiscaal gunstig beleggen voor pensioen win je dus in de opbouwfase, omdat je geen belasting betaalt. Maar in de uitkeringsfase ben afhankelijk van de stand van de rente op het moment dat jouw vermogenspot vrijkomt. Je hebt niet de vrijheid om je vermogenspot wat langer te laten staan en naar eigen inzicht uit te keren.
Een ander punt is dat aanbieders van opbouwproducten om fiscaal vriendelijk te beleggen voor je pensioen, vaak een beperkte keuze bieden aan beleggingsfondsen. Je zit vaak vast aan een specifieke beleggingsstrategie van de aanbieder van pensioenproducten.
De keuze tussen zelf pensioen opbouwen in box 3 en fiscaal vriendelijk beleggen voor de oude dag, inclusief een verplichte uitkeringsregeling, is nu nog redelijk neutraal. De voor- en nadelen van beide varianten zijn min of meer in evenwicht. Met het nieuwe belastingplan voor box 3 wordt dat anders.
Het kabinet Rutte 3 straft zzp’ers en anderen die pensioen willen opbouwen via box 3 extreem zwaar. Het alternatief van fiscaal gedreven pensioenproducten wordt daardoor verplichte kost, terwijl daar ook serieuze nadelen aan kunnen zitten.
(Bron: Business Insider)