Het kabinet vindt een vrijstelling voor letselschadevergoedingen voor box 3 geen optie, omdat het in strijd is met het uitgangspunt van box 3 dat vermogen dat op de peildatum tot het bezit behoort deel uitmaakt van de rendementsgrondslag.
Staatssecretaris Snel van Financiën stuurt de Tweede Kamer een brief met een aanvullende reactie op een motie over letselschadevergoedingen.
De huidige vormgeving van box 3 leidt ertoe dat ook mensen die een letselschadevergoeding hebben ontvangen die wordt aangehouden op een betaal- of spaarrekening en die een vermogen in box 3 hebben dat hoger is dan het heffingvrije vermogen, worden belast alsof een deel van hun vermogen uit beleggingen bestaat. In die gevallen is de belastingdruk op hun letselschadevergoeding hoog. Snel onderkent dat dit ongewenst is.
Aanpassing box 3
Het kabinet stelt in de op 6 september 2019 aan de Kamer verstuurde brief ‘Aanpassing box 3’ voor om het box 3-stelsel aan te passen, door voortaan in box 3 het werkelijke spaargeld van belastingplichtigen centraal te stellen. Dit zal ook gaan gelden voor een op een betaal- of spaarrekening aangehouden letselschadevergoeding. Na de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel van box 3 wordt gerekend met de werkelijke verhouding van spaargeld, beleggingen en schulden per belastingplichtige. Het kabinet vindt een vrijstelling voor letselschadevergoedingen voor box 3 geen optie, omdat het in strijd is met het uitgangspunt van box 3 dat vermogen dat op de peildatum tot het bezit behoort deel uitmaakt van de rendementsgrondslag. Alleen voor zover het bedrag van de schadevergoeding op de peildatum van 1 januari van ieder jaar nog in bezit is van een persoon, is het vermogen en maakt daarmee deel uit van de rendementsgrondslag van box 3.
Geen vrijstellling
Een voorwaarde voor een vrijstelling is dat bepaalbaar moet zijn wat onder de vrijstelling valt. Voor een schadevergoeding in de vorm van geld is dat in principe niet mogelijk als gevolg van zogenoemde verwatering. Bij een afname van het vermogen als gevolg van het feitelijk souperen van de schadevergoeding is niet te zien welke euro’s dat zijn. Dit maakt een uitzondering voor letselschadevergoedingen in box 3 in principe niet mogelijk. Is immers het bedrag dat vrijgesteld is in box 3 wel nog steeds het bedrag dat uit de schadevergoeding is verkregen? Alleen indien het geld van een ontvangen schadevergoeding apart van het overige vermogen gevolgd kan worden, zou het verdedigbaar zijn om letselschadevergoedingen van box 3 uit te zonderen. Dit is slechts mogelijk als extra voorwaarden aan de schadevergoeding gekoppeld zouden worden. Er zal een volgsystematiek ingeregeld moeten worden wil een uitzondering voor de Belastingdienst uitvoerbaar zijn. Bijvoorbeeld door de schadevergoeding op een separate rekening te zetten met opnamevoorwaarden, zonder mogelijkheid tot het doen van stortingen, met een renseigneringsverplichting.
(Bron: Taxence)