In de bebouwde kom zou een snelheidslimiet van 30 kilometer per uur de norm moeten zijn, met mogelijke uitzonderingen voor doorgaande wegen. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt een motie van GroenLinks en de SGP, die daartoe oproept. De maximumsnelheid in de bebouwde kom is nu nog 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven.

De maatregel moet leiden tot minder verkeersdoden. Meerdere organisaties, waaronder de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), steunen het plan. De SWOV schat in dat tussen de 22 en de 31 procent van het aantal verkeersdoden en -gewonden kan worden voorkomen door de maatregel. In de steden Oslo en Helsinki werd de maatregel eerder al ingevoerd. Daar stierven in 2019 geen enkele voetganger of fietser meer in het verkeer.

Minister vindt motie niet nodig
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) zei eerder al tegen de motie te zijn, omdat gemeentes hier volgens haar zelf over gaan en dat vaak ook al doen. In de bebouwde kom geldt voor 70 procent van de wegen al een limiet van 30 kilometer per uur. Volgens de minister is de motie daarom niet nodig.

Reactie ANWB
De ANWB is van mening dat de snelheid op veel wegen binnen de bebouwde kom verlaagd moet worden naar 30 km/uur voor de veiligheid en leefbaarheid in onze dorpen en steden. Maar op een deel van de wegen blijft 50 km/uur een passende limiet.

In de afgelopen jaren is veel discussie geweest over het al dan niet instellen van 30 km/uur als standaardsnelheid binnen de bebouwde kom. Verschillende partijen publiceerden hun eigen visie hierop of startten er onderzoek naar. Het debat heeft tot de conclusie geleid dat er een hiërarchie in het verkeersnetwerk nodig blijft. Nu is er een tweedeling:  verkeersaders (50km/u) voor doorstroming en verblijfsgebieden (30km/u) voor erftoegang. Als je overal 30km/u toepast valt dit onderscheid weg. Dat heeft tot gevolg dat de positieve effecten op bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid overboord gegooid worden. De ANWB doet daarom, samen met SWOV en enkele andere mobiliteitsprofessionals, het volgend pleidooi: Van 50 naar 30! (Maar niet overal)

(Bron: ANWB)