In het debat van woensdag stonden de Kamerleden vaak lijnrecht tegenover minister Dekker (Rechtsbescherming), bijvoorbeeld daar waar het gaat om het invoeren van sancties tegen verzekeraars die de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) overtreden. Ook pleitten de Kamerleden in het debat voor invoering van tuchtrecht. Bovendien willen ze dat de minister de voor- en nadelen van een directe verzekering onderzoekt. Er werden vier moties ingediend.

Volgens minister Dekker duurt een deel van de letselschadezaken te lang vanwege onvermijdbare omstandigheden. Vaak is er nog geen medische eindtoestand bereikt of is er een discussie over de causaliteit. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. Een aantal Kamerleden, waaronder Madeleine van Toorenburg (CDA, foto) nam daar geen genoegen mee. Ze stelde dat slachtoffers niet centraal staan en eiste strengere maatregelen. Het Kamerlid zette ook vraagtekens bij het onderzoek: “Er waren geen problemen met de aansprakelijkheid, het ging slechts om bepaalde verkeersongelukken en niemand mocht overleden zijn. Er zitten grote beperkingen op dit onderzoek.” Ze wijst de minister op het zwartboek van televisieprogramma Radar: “Heel wat anders dan het onderzoek van Radar, met meer dan 3000 mensen in ‘crepeersituaties’.”

Wettelijke sancties
Een heikel punt in het debat is het invoeren van wettelijke sancties als verzekeraars zich niet houden aan de regels van de GBL. Van Toorenburg zegt: “We willen afdwingbare gedragsregels en iemand die toezicht houdt. Dan hebben we na twintig jaar eindelijk iets kunnen doen voor de slachtoffers.” Michiel van Nispen (SP) zegt: “Mijn vrees is dat we voortgaan op dezelfde voet. Dat slachtoffers maanden moeten wachten op een reactie, vanwege een tekort aan personeel bij verzekeraars. Ze moeten nakomen wat er is afgesproken.” Kamerlid Attje Kuiken (PvdA) pleit voor het invoeren van onafhankelijk tuchtrecht en tuchtraad.

Maar Minister Dekker voelt er niets voor om de gedragsregels met sancties in een wet vast te leggen. “Hoe moet dat eruit zien? Leidt dat niet tot een verharding en verzakelijking? Is het middel niet erger dan de kwaal?”, vraagt hij. Dekker is bang voor een verdere juridisering van verhoudingen. Dat een partij zich meteen beroept op rechten en vergoedingen, als een ander een termijn overtreedt. “Ik heb een grote vrees dat mensen zeggen: u bent een dag te laat en dan gaan ze een sanctiepad aflopen.” Volgens de minister kunnen bij medisch ingewikkelde kwesties gewoon niet in alle gevallen de termijnen gehaald worden. Hij zegt: “En soms willen ook slachtoffers een time out als het hen even boven hun hoofd groeit.”

De minister gelooft niet dat personeelstekort bij verzekeraars een bepalende factor is. Hij zegt dat door de Universiteit Utrecht juist is aangetoond dat de lange doorlooptijden komen door de complexiteit van de problematiek. Hij vindt dat hij niet doorgaat op de oude voet. “Ik kom met een aantal oplossingen, zoals mediation en het invoeren van een keurmerk voor verzekeraars en belangenbehartigers. Verder zal de informatiepositie van slachtoffers worden verbeterd door een online schadeafwikkelingsplatform in te voeren. En ik stel 150.000 euro beschikbaar aan De Letselschade Raad voor onafhankelijke herstelbemiddeling in letselschadezaken. Deze initiatieven gaan ertoe leiden dat alle partijen hun gedragsregels eerder naleven.” 

Maar Van Toorenburg is minder positief. “We moeten het niet kleiner maken dan het is. Hoe wordt er toezicht gehouden op de gedragsregels? Ik wil af van die zelfregulering. Het is mooi geweest. Als je slachtoffer wordt, moet je op je kwetsbaarste moment een strijd voeren om je recht te halen. Dat kan niet, daar moeten we mee stoppen. Mensen worden jarenlang aan het lijntje gehouden door een verzekeraar. En dan is er uiteindelijk geen instantie waar je als slachtoffer naartoe kunt gaan en kunt zeggen ‘deze verzekeraar flikt me dit’? Zo’n simpel stelsel, waarbij we daadwerkelijk naast een slachtoffer gaan staan, hebben we niet. Dat komt straks wat mij betreft in de wet.”

De minister reageert geprikkeld. “Hoe helpen we nu de slachtoffers? Uw idee is het in een wet vast te leggen en het benoemen van een aparte toezichthouder. Dit leidt alleen maar tot meer toernooimodel. Daar heb ik mijn bedenkingen bij.” Volgens Dekker is niemand gebaat bij een verdere juridisering van het proces. “Slachtoffers die vinden dat hun zaak te lang duurt of het niet eens zijn met de hoogte van de schadevergoeding, kunnen ook altijd de gang naar de rechter maken.”

Moties
Michiel van Nispen dient uiteindelijk een motie in dat de GBL wettelijk verankerd moet worden met mogelijkheden voor sancties. Attje Kuiken dient een motie in voor de oprichting van een tuchtraad. De minister ontraadt beide moties. Jeroen van Wijngaarden (VVD) diende een motie in waarin hij wil dat het kabinet de vermijdbare oorzaken van ontevredenheid bij slachtoffers in kaart brengt en dat de doorlooptijden en onderbezetting bij letselschadeverzekeraars wordt onderzocht.

Van Toorenburg wil graag dat de minister onderzoekt of een directe verzekering – zoals in Zweden is ingevoerd – ook voor Nederland een optie is. In het debat lijkt de minister nog niet overtuigd van het nut van zo’n directe verzekering, maar hij wil samen met De Letselschade Raad wel bekijken wat de voor- en nadelen zijn. Van Toorenburg diende hiervoor een motie in. Ze hoopt dat de minister binnen zes maanden terugkomt met zijn bevindingen.

Dinsdag 3 november worden alle vier de moties in stemming gebracht.