Minister Bruins is geen voorstander van compensatie van de kosten voor juridische procedures na medische missers. Dat stelt hij in antwoord op Kamervragen. Bruins: “Een patiënt kan door compensatie van de kosten voor juridische procedures geneigd zijn om het aansprakelijkheidsrecht aan te wenden, terwijl dat in zijn geval eigenlijk niet het gepaste instrument is om zijn gelijk te halen. Het aansprakelijkheidsrecht kan het dan, om zo te zeggen, nooit goed doen.”
De minister: “Dat mensen tot aan de hoogste rechter zouden moeten procederen over een medisch incident om hun gelijk te halen, vind ik een ernstige zaak en moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Ik zie daar het grote belang van een soepele opvang en bejegening van een patiënt na een medische fout. Daar ligt een duidelijke verantwoordelijkheid van de zorginstelling. De Governancecode zorg schrijft voor dat de behoeftes, wensen, ervaringen en belangen van de cliënt centraal staan en richtinggevend zijn voor de te bieden zorg. Daar is – als het om de opvang van klachten bij een incident gaat – nog een wereld te winnen. Als zorginstellingen hun verantwoordelijkheid nemen bij de opvang en bejegening van een patiënt na een medische fout dan moet het mogelijk zijn te komen tot een soepele en in goede sfeer verlopende claimbeoordeling en schadeafwikkeling. De gedragsregels van de GOMA (Gedragscode Openheid medische incidenten), de modernisering van het klacht- en geschillenrecht met de nadruk op snelheid, laagdrempeligheid en mediation en de Governancecode ondersteunen dit. Daarin zie ik de oplossing van dit vraagstuk.”
De minister schrijft verder dat “Centramed en Medirisk de aansprakelijkheid voor medische schade verzekeren voor 95 procent van de Nederlandse markt. De overige vijf procent is verzekerd bij een buitenlandse verzekeraar. Deze laatste groep maakt veelal gebruik van een verzekeringsmakelaar om zich op de buitenlandse markt te verzekeren. Waarom deze groep kiest voor een buitenlandse verzekeraar is mij niet bekend.”