Wie partner, kind of ouder verliest door de schuld van een ander, kan sinds 1 januari ‘affectieschade’ verhalen op de dader. “Niet om het leed te voorkomen, hopelijk wel om het te verzachten.”
Vuurwerk kostte bij de jaarwisseling het leven van een man in het Friese Morra en van een volwassene in Enschede. In beide gevallen zijn verdachten opgepakt en moet nog worden bepaald hoeveel schuld ze hebben. Toch hebben de nabestaanden in Friesland zeker geen wettelijk recht op minstens 17.500 euro aan ‘affectieschade’. Want het was nog 2018 toen het slachtoffer overleed. In Enschede gebeurde het na middernacht, was het dus 2019, en geldt de nieuwe regeling mogelijk wel.
“Je moet ergens een grens trekken, en je wilt niet dat in veel oudere al afgesloten zaken mensen ook deze schade gaan eisen,” zegt Siewert Lindenbergh, hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Maximaal 20.000 euro voor een doodgereden kind, het klinkt als een cynisch cijfer. “Dat is het ergste dat je kan overkomen en dat kun je niet in geld uitdrukken,” bevestigt Lindenbergh. “Het is wel bedoeld als een erkenning van je verdriet. En het past in de trend waarin er meer aandacht is voor nabestaanden.”
“Je kunt leed niet voorkomen, maar wellicht wel enigszins verzachten door de erkenning,” zegt Armin Vorsselman. Hij is letselschade-advocaat en voorzitter van beroepsvereniging LSA, die zich al lang beijvert voor de affectieschade. “Eigenlijk zag iedereen wel het belang ervan, maar omdat een eerder wetsvoorstel het op het laatste moment niet haalde, heeft dit vijftien jaar moeten duren.” Toen het vorige kabinet de positie van nabestaanden wilde verstevigen, paste affectieschade daar perfect bij en kon het tot deze wet komen.
60 miljoen per jaar
Wie voor 1 januari een kind verloor, kan hoogstens proberen zogeheten ‘shockschade’ te verhalen op de dader. “Maar dan moet je bijvoorbeeld aantonen dat je erbij was toen je kind overleed, en daardoor een ernstig psychiatrische ziekte hebt opgelopen,” zegt Lindenbergh. Dat is nu allemaal niet meer nodig. Lindenbergh verwacht dat het gros van de affectieschades in onderling overleg zal worden uitgekeerd. Verzekeraars hebben al een getal genoemd van zestig miljoen euro per jaar.
Verkeerszaken en misdrijven zijn doorgaans overzichtelijk, in het ziekenhuis verwacht Lindenbergh meer problemen. “Daar wordt schade tot nu toe vaak afgedaan met de patiënt, maar nu komen er partijen bij. Dat kan zorginstellingen veel geld gaan kosten.”
Volgens advocaat Vorsselman zullen de leden van zijn vereniging LSA ‘niet alleen de mogelijkheden, maar ook de onmogelijkheden’ van de wet uitleggen aan de naasten van overledenen of gewonden. “Het is belangrijk dat we er prudent gebruik van maken. Het is mogelijk dat iemand ervaart dat zijn naaste ernstig letsel heeft opgelopen, terwijl dat volgens de wet net weer niet ernstig genoeg is om affectieschade uit te keren. Dat moet je dan ook vertellen.”
“Het is bedoeld als een erkenning van je verdriet. En het past in de trend waarin er meer aandacht is voor nabestaanden,” Siewert Lindenbergh, hoogleraar privaatrecht
Ruime regeling
Volgens Lindenbergh loopt Nederland al jaren achter met het vergoeden van affectieschade, maar is de nieuwe regeling juist ruimer dan elders. Behalve overlijden kan ook ‘ernstig letsel’ aanleiding zijn. “En in Nederland kan een grotere groep er gebruik van maken.” Zo wordt het ook mogelijk voor mensen die een ‘zorgrelatie’ hebben schade te claimen als diegene door iemands schuld overlijdt of zeer ernstig letsel oploopt. In de praktijk zal men moeten aantonen fulltime te zorgen, verwacht Lindenbergh.
Op die manier kan bijvoorbeeld de stiefouder in beeld komen die intensief zorgt voor de kinderen van zijn of haar partner. “Nieuwe uitzonderingen zullen er altijd komen, met bijbehorende rechtszaken over de uitleg van de wet,” zegt advocaat Vorsselman. “Maar het belangrijkste is dat er nu voor de meeste zaken, waarin alles duidelijk is, een goede regeling is.”
Stel dat u in scheiding ligt en uw toekomstige ex wordt omvergereden door een zatlap: u krijgt uitgekeerd. Lindenbergh haalt met instemming een Australische rechter aan die een vonnis motiveerde met de woorden: ‘Mensen rouwen net zo goed om een slechte echtgenoot als om een goede’.
(Bron: Trouw)