Een op de vijf mannen tussen 16 en 35 jaar is van mening dat het een verzachtende omstandigheid voor verkrachting kan zijn, als een vrouw zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt tegen seks. Dat blijkt uit het door I&O Research uitgevoerde onderzoek in opdracht van Amnesty International. Dat staat in het AD.

Aanleiding voor het onderzoek is een nieuwe wet die minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) wil indienen, die seks tegen iemands wil strafbaar maakt. Het onderzoek sterkt Amnesty in de opvatting dat die wet niet ver genoeg gaat en dat verdachten voor verkrachting moeten kunnen worden vervolgd.

Op dit moment is volgens de wet pas sprake van verkrachting als geweld of dwang bewezen kan worden. Dit is vaak moeilijk, omdat juist in veel gevallen verzet niet mogelijk is, omdat het slachtoffer van angst bevriest of bijvoorbeeld is gedrogeerd. Op verkrachting staat maximaal twaalf jaar celstraf, de maximumstraf voor de nieuwe wet zou zes jaar bedragen.

Verzachtende omstandigheden
Uit het door I&O uitvoerde onderzoek blijkt dat de meeste mensen (84 procent) vinden dat er geen verzachtende omstandigheden zijn voor verkrachting. Toch geeft elf procent van de mannen aan dat het een verzachtende omstandigheid kan zijn als het slachtoffer zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt. Onder mannen tussen de 16 en 35 jaar vindt zelfs één op de vijf dat. Enkelen (vijf procent) vinden dat het hebben van een relatie een verzachtende omstandigheid kan zijnhoe zit.

,,Wij zijn geschrokken dat er toch een groep mannen is die denkt dat er verzachtende omstandigheden kunnen zijn voor verkrachting,” zegt Yara Boff Tonella van Amnesty International. ,,Het toont aan dat dit in de nieuwe wet gewoon verkrachting zou moeten heten, en net zo zwaar bestraft moeten worden.’’ Dat zou volgens Amnesty ook in lijn zijn met internationale mensenrechtenverdragen.

Uit het onderzoek blijkt dat 19 procent van de vrouwelijke respondenten aangeeft ooit te hebben meegemaakt dat iemand haar lichaam zonder instemming binnendrong. Daarvan vindt 67 procent dat dit verkrachting was. Voor mannen is dit drie procent, 66 procent daarvan beschouwt dit als verkrachting.

Een jaar geleden presenteerde minister Grapperhaus zijn voornemen om slachtoffers van verkrachting beter te beschermen, door de seks tegen de wil verder strafbaar te stellen. Vaak is het lastig om daders van verkrachting te veroordelen, omdat slachtoffers bijvoorbeeld zijn gedrogeerd of ‘bevriezen’ uit angst, waardoor hij of zij zich niet kan verzetten. Mensenrechterorganisatie Amnesty International liet I&O Research onderzoek doen hoe Nederlanders denken over verkrachting en wetgeving hierover. Het onderzoek werd uitgevoerd onder onder 2.127 Nederlanders van 16 jaar en ouder.

‘Het gebeurt te veel in onze samenleving’
Een van de meest opmerkelijke resultaten is dat elf procent van de mannen aangeeft dat het een verzachtende omstandigheid kan zijn als het slachtoffer zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt tegen seks. Onder mannen tussen de 16 en 35 jaar vindt zelfs één op de vijf dat. Enkelen (vijf procent) vinden dat het hebben van een relatie een verzachtende omstandigheid kan zijn. Voor Willy van Berlo, verbonden aan Rutgers kenniscentrum seksualiteit, komt dit onderzoeksresultaat niet helemaal als een verrassing. ,,We zijn dit al eerder tegen gekomen in onderzoeken. Een stap verder dan verzachtende omstandigheden is ‘victim blaming’. En dat gebeurt helaas echt nog veel te veel in onze samenleving.”

Volgens Van Berkel krijgen slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag te vaak de ‘had je maar niet-zin’ te horen. ,,Had je maar niet die foto moeten sturen. Of had je maar niet dat rokje moeten dragen. Te vaak krijgen slachtoffers te horen dat ze zelf een aandeel hebben in hetgeen hen is overkomen. Terwijl het duidelijk is dat je altijd moet checken of de andere persoon ook wil. Daar moet je echt zeker van zijn.”

‘Je moet er écht zeker van zijn’
Van Berlo hamert erop dat voorlichting en preventie erg belangrijk is om ervoor te zorgen dat seksueel geweld afneemt. ,,Uit het onderzoek blijkt ook dat met jongens minder vaak wordt gesproken over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Terwijl dat juist heel erg belangrijk is. Het moet echt altijd duidelijk zijn dat je eerst moet checken of de seks wederzijds is, en of die andere persoon dat ook wil. Je moet er écht zeker van zijn. Zo moeilijk is het ook niet om dat even te checken.” Rutgers werkt momenteel aan een campagne waarin dit onderwerp ook terugkomt.

Amnesty International stelt dat een grote groep mensen moet leren wat wel en niet kan. ,,Er is dus echt nog veel werk aan de winkel. Ook bij ouders, die weinig voorlichting geven over wat wederzijdse instemming is. Het is echt belangrijk dat er met jongens en meiden goed wordt gepraat over het belang hiervan,” zegt Yara Boff Tonella.

Grapperhaus neemt verkeerde afslag
Dat het kabinet voornemens is slachtoffers beter te beschermen noemt Boff Tonella een goede zaak, al moet er in de ogen van Amnesty nog worden gesleuteld aan het wetsvoorstel. ,,Het is goed dat Grapperhaus ziet dat slachtoffers onvoldoende worden beschermd in de wet en dat hij daders wil bestraffen, maar hij neemt wat ons betreft de verkeerde afslag.” Het begint al bij de naamstelling van de wet, die ‘seks tegen de wil’ moet tegengaan. Ook is de maximumstraf niet twaalf jaar zoals bij verkrachting, maar zes jaar. ,,Het zou ook gewoon verkrachting moeten heten, en net zo zwaar bestraft moeten worden.”

Hoewel de bewijslast bij verkrachting lastig blijft, is het erkennen dat seks zonder instemming verkrachting is wel essentieel voor slachtoffers zegt Boff Tonella. ,,Op deze manier kunnen slachtoffers wellicht makkelijker de stap maken naar de politie. Deze wet is ook in Zweden ingevoerd, en daar zie je in de statistieken in elk geval dat er meer veroordelingen zijn. Dat is positief.” De nieuwe wet wordt momenteel besproken door expertgroepen. Daarna zal Grapperhaus de wet naar de Tweede Kamer sturen.

(Bron: AD)