Vandaag begint in Den Haag de civiele rechtszaak die draait om de vraag of de staf van de Nederlandse Task Force Uruzgan in de nacht van 16 op 17 juni 2007 juist heeft gehandeld, door een gebied in Chora te laten bombarderen door zwaar geschut en jachtvliegtuigen. Vier Afghanen vertegenwoordigd door mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld vinden van niet. Defensie houdt tot op de dag van vandaag vol dat er juist is gehandeld, ondanks de vijftig burgers die bij de vijandelijkheden omkwamen.

Juridisch lijkt daar in deze procedure weinig tegen in te brengen. Het meest kritieke punt uit de operatie is het gebruik van het pantserhouwitser-kanon. Commandant Hans van Griensven liet dit tientallen granaten afvuren op Chora zonder dat er artilleriewaarnemers waren om dit vuur op doel te praten. Maar de cliënten van Zegveld zijn hoogstwaarschijnlijk niet getroffen door een granaat uit de pantserhouwitser. Ze kregen een vliegtuigbom op hun dak. Aan de regels voor het inzetten van jachtvliegtuigen was wel voldaan. Daarmee vervalt een grond om de Staat met succes te beschuldigen van het plegen van een onrechtmatige daad. Dat betekent echter niet dat de procedure kansloos is.

Lees het hele artikel hier.

(Bron: Telegraaf)