Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) gaat nog eens kijken of de regeling voor schadevergoeding voor kinderen van standrechtelijk geëxecuteerde Indonesiërs in de periode 1945-1950 moet worden aangepast. Die kinderen moeten binnen een ‘redelijke termijn’ (één tot twee jaar) nadat ze van de regeling hebben gehoord een verzoek voor compensatie indienen.

“Ik zie niet zo goed wat die termijn bijdraagt aan onze reputatie”, zei Sjoerd Sjoerdsma (D66) tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer. “Schrap het als het niet nodig is.” Volgens hem maakt de termijn het “voor een aantal van deze kinderen onmogelijk om hun recht te halen”.

De regeling werd vorige maand bekendgemaakt. Kinderen die aannemelijk kunnen maken dat hun vader in de genoemde periode door Nederlandse militairen zonder vorm van proces is geëxecuteerd, kunnen in aanmerking komen voor een schadevergoeding van 5000 euro. Er zijn meer dan 500 kinderen in beeld die aan deze voorwaarden zouden voldoen.

Advocaat Liesbeth Zegveld zei eerder tegen het actualiteitenprogramma EenVandaag te vrezen dat door die ‘redelijke termijn’ veel kinderen niet in aanmerking zullen komen voor een schadevergoeding.

(Bron: Leeuwarder Courant)