Het aantal rechtszaken nam de afgelopen jaren met een kwart miljoen af. Dat leidt tot financiële problemen in de rechtspraak.

Er komen steeds minder zaken voor de rechter. De rechtspraak kreeg in 2018 bijna 60.000 zaken minder voor zich dan een jaar eerder – in totaal 1,52 miljoen. Ten opzichte van 2014 kwamen er vorig jaar zelfs bijna 250.000 zaken minder voor de rechter. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak, de organisatie van de rechterlijke macht, dat deze maandag wordt gepresenteerd. De terugloop in het aantal rechtszaken komt volgens de rechtspraak door de verhoging van de griffierechten; de kosten voor burgers en bedrijven om een rechtszaak te voeren. De hoogte daarvan verschilt per rechtsgebied en type zaak.

Sinds 2010 stegen de griffierechten gemiddeld met bijna 50 procent. Het schrikt mensen af om rechtszaken te beginnen, vermoedt de rechtspraak. Vooral in het burgerlijk recht (min 5 procent) en in bestuurszaken (10 procent minder) was de afname van rechtszaken vorig jaar groot. Dat komt volgens het jaarverslag onder meer doordat er minder zaken rond schuldsanering (29 procent minder) voor de rechter komen. Ook het aantal handelszaken, waarin bijvoorbeeld burgers of bedrijven geld vorderen van een tegenpartij, nam flink af: 17 procent. Alleen in het vreemdelingenrecht (4 procent meer) en bij belastingzaken (7 procent meer) nam het aantal rechtszaken in 2018 toe.

Uit het jaarverslag blijkt ook dat het aantal zaken dat op de plank is blijven liggen afnam met 5 procent, terwijl rechtszaken wel langer duurden: in 2018 gemiddeld 12 weken, 7 procent langer dan in 2013.

Financiële problemen
Het afnemend aantal rechtszaken is één van de oorzaken van de aanhoudende financiële problemen van de rechtspraak, dat vorig jaar 38 miljoen euro tekort kwam. De rechtspraak wordt namelijk gefinancierd op basis van het aantal rechtszaken. De rechtspraak wil de rol van dat financieringsmodel verkleinen door bijvoorbeeld innovatie en onderhoud aan gebouwen apart bekostigd te krijgen. Maar de onderhandelingen tussen de rechtspraak en het ministerie van Justitie en Veiligheid over nieuwe prijsafspraken voor de komende drie jaar verlopen moeizaam. Een akkoord wordt volgens een betrokkene mogelijk pas rond Prinsjesdag gesloten, terwijl oorspronkelijk werd ingezet op een overeenkomst vóór de zomer.

Uit recente rapporten blijkt de situatie bij de rechtspraak nijpend. Zo concludeerde een financiële doorlichting in februari dat de rechtspraak haar geldproblemen niet zelf kan oplossen. En falende digitalisering, tekorten aan rechters en een groot gebrek aan geld bedreigen de rechtspraak, concludeerde het vierjaarlijkse visitatierapport vorige maand. De rechtspraak doet bovendien té weinig om uit de problemen te komen, was één van de harde conclusies.

In zijn voorwoord bij het jaarverslag schrijft voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak Henk Naves dan ook “dat het beter moet” Hij noemt een cultuurverandering “onvermijdelijk”.

(Bron: NRC)