In grote witte letters staan onder de ramen van het grijze laagbouwcomplex in Amsterdam-Oost activiteiten opgesomd: tekenen, schilderen, houtbewerking, mozaïek, keramiek. Geen aanbod van een tekenschool, maar de dagbesteding van de beveiligde tbs-kliniek van forensische zorginstelling Inforsa.

Hier worden mensen behandeld met ernstige psychiatrische stoornissen. Ze zijn gedwongen opgenomen, vaak hebben ze een zwaar delict gepleegd. Het zijn (potentieel) zeer gevaarlijke mensen, zegt forensisch psychiater en directeur behandelzaken Melina Rakic van Inforsa. ‘Hier zitten geen mensen die een blikje cola hebben gestolen. Het gaat om moord, brandstichting, extreem geweld en in mindere mate zedendelicten.’

Lagere tarieven
Dinsdag staat Inforsa voor de rechter, samen met zeven andere forensische zorginstellingen. Zij hebben korte gedingen aangespannen tegen het ministerie van Justitie en Veiligheid. Inzet is het nieuwe contract voor 2020, ter waarde van €450 mln. Dit contract geldt niet voor alle forensische zorg (de zwaarst beveiligde tbs-klinieken vallen erbuiten bijvoorbeeld). Maar van de instellingen voor wie het wel geldt, stapt zo’n 70% nu naar de rechter.

Ze verwachten financiële problemen omdat het ministerie voor veel behandelingen lagere tarieven gaat betalen en waarschuwen voor de gevolgen: behandelingen die te vroeg worden afgerond of niet goed worden uitgevoerd, het ontstaan van wachtlijsten of zelfs zorg die verdwijnt. Dat raakt de veiligheid van de samenleving, zeggen de instellingen.

Bij Inforsa loopt het verlies op tot €2 mln per jaar. Omdat ze onderdeel is van de grotere ggz-instelling Arkin wordt het verlies intern opgevangen, anders zou ze failliet gaan. ‘Als het te verliesgevend wordt, moet Arkin misschien wel stoppen met forensische zorg. Dat zou ongelooflijk zonde zijn’, zegt financieel directeur Dick de Wit van Inforsa. ‘Wij zijn geen commerciële instelling, wij hebben een enorme maatschappelijke verantwoordelijkheid.’ De wanhoop bij De Wit en Rakic is groot.

Ook de Waag, het grootste centrum voor ambulante forensische zorg met verschillende locaties in Nederland, maakt zich zorgen. ‘Door de lagere tarieven krijgen we 10% minder dan vorig jaar, dus ik vrees een flink verlies’, zegt hoofd behandelzaken Larissa Hoogsteder. Bij de kliniek in Leiden loop je in tegenstelling tot Inforsa zo naar binnen, er is geen beveiliging. Wel hebben de behandelkamers deuren met glas en dunne wanden. Dan horen of zien collega’s direct als het misgaat. Hier worden mensen behandeld als onderdeel van een straf, die (inmiddels) thuis wonen maar bij wie wel een risico is op terugval.

Extra ruimte
Justitie wil geen uitspraken doen over het kort geding zolang de zaak onder de rechter is. Het ministerie zegt zich te houden aan de tarieven van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa heeft na uitgebreid kostprijzenonderzoek vorig jaar nieuwe tarieven vastgesteld, en die waren voor een deel lager dan de oude tarieven. Tegen de NZa loopt een bezwaarprocedure, maar daar gaat dit kort geding niet over. Het ministerie heeft namelijk wel degelijk de mogelijkheid om meer te betalen dan de vastgestelde tarieven, maar wil die niet gebruiken.

‘Iedereen krijgt nu hetzelfde tarief, terwijl wij hogere kosten hebben’, zegt De Wit van Inforsa. Hij noemt als voorbeeld elektroshocktherapie voor ernstig zieke patiënten, vaak schizofrenen of psychotici. Het is de laatste behandelmogelijkheid als verder niks helpt. Inforsa krijgt dezelfde vergoeding als algemene ziekenhuizen die deze behandeling geven, maar heeft veel hogere kosten. Zo is de begeleiding van de (gevaarlijke en agressieve) patiënten veel intensiever en duurder. Opvallend: zorgverzekeraars betalen Inforsa €100 per patiënt per dag meer dan Justitie.

Andere vaste kosten zoals lonen en huren zijn de afgelopen jaren alleen maar gestegen. De Wit: ‘Wij hebben ons helemaal laten doorlichten of we nog kosten kunnen besparen dus daar valt echt niks meer te halen.’

Werkdruk
Hoogsteder van de Waag vreest dat de werkdruk voor behandelaren te groot wordt. Dan kunnen ze uitvallen waardoor wachtlijsten ontstaan, maar ze kunnen ook minder alert zijn op risico’s. Twee verschrikkelijke gebeurtenissen uit 2017 worden vaak aangehaald: psychiatrisch patiënt Philip O. die een man doodstak in de Amsterdamse metro en Michael P. die Anne Faber vermoordde. In beide gevallen waren achteraf gezien risico’s verkeerd ingeschat.

De instellingen vrezen dat dat nu vaker kan gebeuren. Een patiënt roept dat hij iemand gaat neerschieten. Kun je inschatten of hij het meent? Gedraagt iemand zich ineens anders dan normaal? Als behandelaars het te druk krijgen, kunnen dit soort belangrijke observaties verloren gaan. En daarmee een stuk veiligheid, zegt Hoogsteder. ‘Er zullen meer slachtoffers vallen.’

(Bron: FD)