Zorgmedewerkers krijgen van de overheid 15.000 euro als zij langdurige covidklachten opliepen in de eerste coronagolf. Dat liet minister Helder (Langdurige zorg) vorige week weten. De vakbonden vinden het te weinig en te laat, en overwegen een nieuwe gang naar de rechter. Daarover schrijft Trouw.
Voor een beperkte groep zorgprofessionals met long-covid komt het ministerie van volksgezondheid met een steunpakket. Een zieke zorgmedewerker ontvangt eenmalig 15.000 euro, mits kan worden aangetoond dat de long-covidklachten in de eerste coronagolf op het werk zijn ontstaan. In die periode werkten veel zorgmedewerkers zonder goede beschermende middelen en was het coronavaccin nog niet uitgevonden, wat tot veel besmettingen leidde. Zo’n duizend zorgmedewerkers zouden door long-covid inmiddels hun baan zijn verloren.
De vakbonden FNV en CNV zijn maar matig te spreken over de regeling. De compensatie is een stuk lager dan de werknemersorganisaties hadden geëist, namelijk 22.839 euro. “Die 15.000 euro klinkt heel barmhartig, maar uiteindelijk is het een doekje voor het bloeden”. Bovendien komt maar een beperkt deel van de zorgverleners in aanmerking. Wie de klachten na juni 2020 opliep of niet kan aantonen dat hij of zij op het werk besmet is geraakt, loopt het geld mis.
Eerder probeerden FNV en CNV een ruimere, collectieve regeling af te dwingen middels een kort geding, maar daar ging de rechter niet in mee. De vakbonden denken nu na over een nieuwe rechtsgang. De vakbonden spreken van een ‘ereschuld’ van de overheid, zoals het kabinet die ook heeft richting de Groningers die de dupe zijn van de jarenlange aardgaswinning. “De regeling doet totaal geen recht aan de morele plicht die de politiek en de samenleving hebben in de richting van zorgverleners”, zegt Kitty Jong (FNV) tegen Trouw. “Al met al een zeer teleurstellende reactie van een falende minister die pal zou moeten staan voor de mensen die werken in de zorg, maar hen opnieuw in de kou laat staan.’’