Rusland liet op 15 oktober jl. weten het overleg met Australië en Nederland over de Russische aansprakelijkheid voor de neergehaalde MH17 te staken. Volgens Moskou is verder praten zinloos, nu Nederland besloten heeft naar het Europese Mensenrechtenhof te stappen, zonder het einde van de onderhandelingen af te wachten. Internationaal strafrechtexpert Marieke de Hoon legt aan Raam op Rusland uit dat weglopen Rusland niet helpt en dat Nederland en Australië zich nu beraden op het juridische vervolg.
Op 25 mei 2018, bijna vier jaar na het neerstorten van vlucht MH17, maakten Nederland en Australië bekend dat zij Rusland volkenrechtelijk aansprakelijk stelden voor betrokkenheid bij het neerschieten van het vliegtuig boven Oost Oekraïne. Beide landen gaven aan dat ze kunnen bewijzen dat Rusland verantwoordelijk is voor de inzet van het BUK-wapensysteem waarmee vlucht MH17 is neergeschoten. Zij willen dat Rusland zijn verantwoordelijkheid erkent, compensatie betaalt aan de nabestaanden en meewerkt aan de strafrechtelijke vervolging van individuele daders.
Zoals gebruikelijk in volkenrechtelijke procedures, nodigden beide landen Rusland vervolgens uit om in onderhandeling te treden om tot een oplossing komen. Hiervoor zijn de landen enkele keren samen gekomen. Echter, op 15 oktober 2020 deelde Rusland mee de onderhandelingen te staken. Dat roept de vraag op wat het staken van de onderhandelingen betekent voor de aansprakelijkheidsstelling. Welke opties resten nu om Rusland aansprakelijk te stellen?
Lees het artikel van dr. mr. Marieke de Hoon hier.
(Bron: Raam op Rusland)