Het Amerikaanse Congres onderzoekt de haalbaarheid van een schadevergoeding voor de afstammelingen van slaven. ‘En wij dan?’ zeggen de indianen. In Europa betaalt Duitsland ruiterlijk smartengeld – aan de Joden, althans. Ook België en Nederland worstelen met hun koloniale verleden. Is het ethisch en moreel om de schuld van wreedheden te laten afbetalen door volgende generaties? Zo ja: aan wie, en hoe bereken je dat?
Generaal William T. Sherman stond onder druk, begin 1865. Onder zijn leiding had het noordelijke leger grote overwinningen geboekt en tienduizenden slaven bevrijd. De overwinning na vier jaar Amerikaanse Burgeroorlog lag in het verschiet. Maar wat te doen met al die vrijgelaten slaven, die geen inkomen en geen idee over hun toekomst hadden? De generaal wilde niet dat zwarten in zijn regimenten dienden – alsof hij dat nodig had. Maar wat als de vrije zwarten zich, uit nood aan een inkomen, godbetert zouden laten inlijven door de vijand?
En dus vroeg Sherman aan een delegatie zwarten wat een vrijgelaten slaaf nodig zou hebben om voor zichzelf te zorgen. ‘40 acres and a mule’, luidde het antwoord – ‘16 hectare en een muilezel’. Shermans belofte aan iedere slaaf werd goedgekeurd door president Lincoln. Het feest duurde niet lang. Lincoln werd drie maanden later vermoord, en na het einde van de Burgeroorlog trok zijn opvolger Andrew Johnson de toezegging weer in, en gaf de grond terug aan de oorspronkelijke eigenaars.
De slaven die de Amerikaanse economie groot maakten terwijl de littekens van de zweepslagen op hun bezwete ruggen brandden, konden hun vergoeding vergeten. Alleen de slavenhouders werden vergoed, voor hun ‘gederfde eigendom’. Weldra herstelden zich vooral in het zuiden de blanke privileges. Met intimidatie en lynchpartijen, en met de beruchte Jim Crow-wetten werd een systeem uitgebouwd waarbij zwarten geen politieke rechten hadden, geen geld konden lenen en dus al snel weer (loon)slaven werden. Hun wijken, scholen, plaatsen op het openbaar vervoer werden strikt gescheiden van de blanken: segregatie zou blijven bestaan tot de burgerrechtenwetten van de jaren 60.
4 op 5 blanken zijn tegen
Sinds 1989 diende een zwart Congreslid, John Conyer, ieder jaar opnieuw een wetsvoorstel in om een commissie op te richten die herstelbetalingen zou onderzoeken. Jaar na jaar ving hij bot; zelfs Barack Obama noemde het ‘praktisch onhaalbaar’. Nu Conyer met pensioen is, heeft een collega het overgenomen. In juni werd het wetsvoorstel eindelijk besproken, in een bitse sessie van de Commissie Justitie van het Huis van Afgevaardigden. De publieke tribune zat stampvol. Krijgen de miljoenen afstammelingen van slaven alsnog een vorm van compensatie? Dat zou zeer controversieel zijn. Volgens een recente enquête is 80 procent van de blanke Amerikanen tegen herstelbetalingen.
Heeft de timing te maken met de campagne voor het presidentschap? Misschien. Kandidaten die zo zwarte kiezers denken te paaien, riskeren er nog meer blanke te verliezen. Toch staan bijna alle Democratische presidentskandidaten vandaag achter compensatie voor slavernij, of op z’n minst achter een commissie die de mogelijkheid moet bestuderen. Van de bekendere kandidaten houdt alleen Joe Biden zich afzijdig.
De Republikeinse reacties lagen voor de hand: Amerika is een land van kansen, niet van gezeur over het verleden, de zwarten moeten zichzelf uit het moeras trekken. Zelfs van een studiecommissie kan dus nooit sprake zijn zolang de Republikeinse partij de meerderheid behoudt in de Senaat, de andere kamer van het Congres. Zeker niet met de pure machtspoliticus Mitch McConnell als leider. Die zou zelfs een verbod op het martelen van labradorpuppy’s saboteren om de Democraten te ergeren. McConnell: ‘Het slaat nergens op de belastingbetalers van vandaag te laten opdraaien voor fouten die sommigen 150 jaar geleden maakten. Niemand die vandaag leeft, is daarvoor verantwoordelijk.’
Misschien na 2020
‘Het is kortzichtig en vals te doen alsof het onrecht tegenover zwarte Amerikanen na de Burgeroorlog is opgehouden’, zegt William A. Darity jr. aan de telefoon. Darity, professor Publiek Beleid aan de Duke University in North Carolina, schrijft een boek over herstelbetalingen. Zijn praktische voorstellen werden in juni besproken in het Congres.
‘De wreedheden zijn allerminst gestopt 150 jaar geleden. Een groot deel van het land heeft na de slavernij nog een volle eeuw geleefd onder segregatie en discriminerende wetten. McConnell weet dat, hij is in Alabama opgegroeid. Zelfs na de burgerrechtenwetten in de sixties is het onrecht niet opgehouden. Door een verschil in behandeling volgens huidskleur zit een onevenredig groot deel van de zwarte bevolking in de gevangenis, worden zwarte jongeren geviseerd door de politie, wordt er gediscrimineerd op de arbeids- en huizenmarkt en is de eigendomskloof tussen blank en zwart gigantisch.’
Dat het wetsvoorstel HR 40 – House of Representatives 40, het getal verwijst naar de ‘40 acres’ – een doodgeboren kind blijft zolang de Republikeinen de Senaat controleren, staat vast. Maar, zegt Darity, ‘dat hoeft na de verkiezingen van 2020 niet zo te blijven. De kaarten hebben nog nooit zo goed gelegen.’
Geen wonder dat ook indianen zich nu roeren. Na WO II hebben die enige compensatie gekregen voor de onwaarschijnlijke landroof en herhaaldelijke woordbreuk door de blanken. Maar de commissie die die vergoedingen moest bepalen, kampte met een gebrek aan geschreven documenten, en met veel onbegrip voor de meer collectieve indiaanse visie op eigendom. The New York Times berekende dat de indianen 1,3 miljard dollar kregen, of ongeveer 1.000 dollar per persoon. Een aalmoes, voor een met geweld ingepalmd continent. Bovendien ging dat geld naar fondsen, omdat de commissie oordeelde dat ‘indianen niet in staat zijn grote hoeveelheden geld te beheren’.
Gesmoezel over spijt
Toch moeten wij Europeanen ook niet te hoog van de toren blazen. Toen VN-deskundigen dit jaar opperden dat België excuses zou moeten aanbieden voor wandaden tijdens de kolonisatie van Congo, waarschuwden tal van deskundigen dat je zo de deur openzet voor enorme schadeclaims. ‘Uit angst aansprakelijk te worden gesteld, beperken regeringen met schuldgevoelens zich liever tot gesmoezel over spijt’, zei Jan Wouters, hoogleraar Internationaal Recht aan de KU Leuven, in deze krant.
Nederland heeft een schadevergoeding betaald aan de slachtoffers van één specifiek bloedbad tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, maar weigert officiële excuses voor zijn koloniale beleid en voor zijn cruciale rol in de internationale slavenhandel. Zijn die reserves te rechtvaardigen?
‘Het juridische basisprincipe is dat wie schade aanricht, die moet vergoeden’, zegt Toon Vandevelde, filosoof en econoom aan de KU Leuven. ‘Maar schadevergoeding voor verschrikkingen uit het verleden zijn een kluwen. Hannah Arendt schreef over Adolf Eichmann dat kwaad soms zo onvergeeflijk groot is, dat geen enkele bestraffing nog zin heeft omdat het toch het leed niet kan goedmaken. De principiële en praktische vragen zijn talrijk. Welk leed vergoed je? Dat van wie er het hardst op aandringt? Dat zijn meestal zij die het vandaag minder goed hebben. Ik heb studenten uit Azië en Afrika, allebei continenten die geleden hebben onder het westerse imperialisme. Afrikanen beginnen steevast over de tol van het kolonialisme, Aziaten nooit.’
De angst voor excuses uit schrik voor financiële consequenties noemt Vandevelde ‘petieterig’. ‘Guy Verhofstadt heeft zich niet ingehouden toen hij excuses aanbood voor de genocide in Rwanda. Je hebt als voormalige koloniale macht een lotsverbondenheid, een ethische plicht waaraan ook volgende generaties zich niet kunnen onttrekken. Dat geldt zeker voor België, omdat wij ons als kolonisator nog racistischer hebben gedragen dan de Fransen of Portugezen. Maar symbolisch genoegdoening geven is één ding, er een prijskaartje aan koppelen een ander. Wat is de prijs van een mensenleven? Hoeveel Congolezen zijn omgekomen door de uitbuiting onder Leopold II? Honderdduizenden of miljoenen? En hoe verreken je wat al betaald is door de nationaliseringen die Mobutu doorvoerde, maar dat door corruptie is opgesoupeerd? Hoe aantrekkelijk medelijden ethisch ook lijkt, in de praktijk is het erg ingewikkeld.’
Wiedergutmachung
Soms wordt een dossier zo netjes afgehandeld dat het wonden doet helen. De 120.000 Japanse Amerikanen die van 1942 tot 1946 zonder enige vorm van proces werden opgesloten in interneringskampen, werden al in 1948 vergoed voor alle persoonlijke bezittingen die hun waren ontnomen. In 1988 kwam daar een officieel excuus bovenop, en een morele vergoeding van 20.000 dollar voor iedereen die toen nog leefde. Robert Matsui, een Congreslid dat als kind in zo’n kamp zat, zei in The New York Times dat die excuses belangrijker waren dan dat geld: ‘Voor het eerst voelden we ons weer volwaardige Amerikaanse burgers.’ Maar het Japanse dossier was eenvoudig: het ging om een relatief beperkt aantal slachtoffers die moeiteloos konden worden geïdentificeerd op basis van nauwkeurige documenten. Anderhalf miljard dollar was een koopje voor een geslaagde wiedergutmachung.
Ook Duitsland, met zijn gigantische morele schuld, gedraagt zich berouwvol en waardig in zijn betalingen. Tegenover de Joden, althans. De genocide op de Herero-bevolking in Zuidwest-Afrika (Namibië), van 1904 tot 1908, heeft Duitsland erkend, maar toch weigert het een schadevergoeding te betalen.
Van tijd tot tijd slaan ook Griekenland en Polen op de tafel over achterstallige oorlogsschulden, maar ook voor die smeekbeden blijft Berlijn doof. Al verrekend in eerdere akkoorden, klinkt het. Het helpt ook niet dat hun ‘waar blijven onze miljarden?’ het luidst klinkt op het moment dat ze zelf onder vuur liggen. In Griekenland haalden de oude claims opnieuw voorpagina’s toen minister van Financiën Wolfgang Schäuble de Grieken wilde laten bloeden voor hun financiële crisis. De Poolse rechts-conservatieve PiS-regering in Warschau groef haar eisen op toen de Europese Unie haar wilde bestraffen voor het bedreigen van de Poolse rechtsstaat. Als je ernstig wilt praten over 690 miljard aan compensatie voor de wraakzuchtige, systematische vernietiging van Warschau, doe je dat beter op een serener moment.
Realpolitik
Maar de Joden hebben dus geen klachten over de financiële compensaties. Geen enkele Duitse partij stelt de betalingen aan slachtoffers van de Holocaust in vraag. In juli werden de uitkeringen voor weduwen van Holocaustslachtoffers nog verhoogd. Duitsland betaalde in de loop der jaren al zo’n 80 miljard uit aan Joden, en daar komt jaarlijks nog een miljard bij.
Dat was aanvankelijk verre van evident. Het collectieve schuldbesef van de Duitsers zou pas vanaf de jaren 60 groeien. In 1952 voelde bij een enquête slechts 5 procent van de West-Duitsers zich schuldig over de Holocaust, en slechts 29 procent vond dat de Joden een schadevergoeding verdienden. Toen bondskanselier Konrad Adenauer herstelbetalingen wilde aanbieden aan Israël, reageerde zijn eigen christendemocratische partij verdeeld. Hij had de sociaaldemocratische oppositie nodig om een meerderheid te vinden.
Maar even essentieel is dat de benadeelde partij bereid is de vergoeding te aanvaarden. Ethisch en psychologisch wringt het immers om met een grote zak geld vergiffenis te vragen voor afschuwelijke misdaden.
Hoe recenter het leed en hoe persoonlijker de wrok, hoe groter de kans dat slachtoffers hun neus ophalen voor de aangeboden vergoeding. Toen de Knesset in 1952 het aanbod van Adenauer besprak, leidde de jonge Menachem Begin (de latere premier van Israël) een woedende protestdemonstratie. ‘Geld? Het enige wat mijn ziel wat rust zou geven, is de dood van zes miljoen Duitsers’, klonk het onder de betogers.
‘Begin heeft zijn beide ouders en zijn broer verloren in de Holocaust’, zegt Hans Knoop, woordvoerder van het Forum der Joodse Organisaties. ‘Hij werd persoonlijk veel harder getroffen dan toenmalig premier David ben Goerion en latere leiders. Dat trauma maakte hem erg onbuigzaam en principieel. Het was voor hem ondenkbaar dat het Joodse volk de Duitsers zou toelaten hun morele schuld af te kopen.’
Duitsland betaalde in de loop der jaren al zo’n 80 miljard uit aan Joden, en daar komt jaarlijks nog een miljard bij
Volgens Knoop dwongen de omstandigheden Ben Goerion tot realpolitik. ‘Israël was nog geen vier jaar onafhankelijk. Honderdduizenden mensen – van wie velen verjaagd uit omringende landen – woonden in tentenkampen, de jonge staat Israël had absoluut geen infrastructuur om hen op te vangen. Ben Goerion heeft besloten aan de toekomst te denken.’
Dat werd hem niet door alle landgenoten in dank afgenomen. Er volgde een golf aan bomaanslagen, onder meer op Adenauer zelf. ‘Geleidelijk is het verzet tegen de Duitse betalingen afgenomen en verdwenen’, zegt Knoop. ‘Het besef is gegroeid dat zonder het Duitse geld de opbouw van de staat Israël onmogelijk was geweest. Bovendien betaalt Duitsland tot vandaag vergoedingen aan slachtoffers en hun nabestaanden, en veel Joden hebben die vergoedingen nodig om te overleven. Na de verschrikkingen die ze hebben meegemaakt waren ze niet meer in staat zich zelfstandig door het leven te slaan.’
Ruiterlijke Duitsers
De omvang van die betalingen varieert. ‘Voormalige Duitse Joden die de Holocaust overleefden, krijgen aanzienlijk meer dan lotgenoten uit bezette landen. Zij kunnen er comfortabel van leven en genieten in hun land meer voordelen, zoals gratis toegang tot kuuroorden. Voor buitenlandse Joden – in België en Nederland, bijvoorbeeld – gaat het om kleinere vergoedingen, maar voor een overlevende komt dat toch ook neer op zo’n 500 euro per maand.’ Mogen we dat ‘ruiterlijk’ noemen? ‘Absoluut’, zegt Knoop. ‘Duitsland heeft als natie fatsoenlijk en genereus zijn verantwoordelijkheid genomen voor de gruwelen van de Jodenvervolging.’
Dat onze oosterburen in diezelfde periode uitgroeiden tot de motor van Europa, bewijst ook dat herstelbetalingen niet noodzakelijk economische zelfmoord betekenen. Toch niet als enig gezond verstand wordt gehanteerd bij het bepalen van de bedragen. Knoop noemt het dan ook een schande dat Nederland en België zo aarzelen met excuses. ‘Zelfs al zou het wegen op onze begroting, en voelt de burger dat in zijn portemonnee. Dan stellen we die nieuwe auto maar een jaar uit, of gaan we een keer minder met vakantie.’
Het ultieme argument blijft dat het praktisch ondoenbaar is. Zoveel vragen. Zo wordt in de VS gedebatteerd of je afstammelingen van slachtoffers moet betalen, dan wel aan boetedoening moet doen door bijvoorbeeld huisvesting en onderwijs voor de getroffen bevolkingsgroep goedkoper te maken.
Professor Darity waarschuwt: ‘Je kunt een deel van het geld aan bredere sociale programma’s besteden, maar als je daarmee overdrijft, wordt het gewoon buurtwerk. Het moet wel een schadevergoeding blijven. Het is symbolisch én praktisch noodzakelijk dat een substantieel deel van het geld persoonlijk wordt uitbetaald aan nabestaanden van slachtoffers.’
40 acres and a Lexus
Maar aan wie? Darity heeft al modellen uitgewerkt. Wie in aanmerking wil komen, zal moeten aantonen dat hij rechtstreeks afstamt van een slachtoffer van slavernij in de VS, en dat hij zichzelf al minstens tien jaar als zwart beschouwt in officiële documenten zoals de volkstelling. Maar aantonen dat je afstamt van een slaaf, is dat niet vreselijk ingewikkeld? ‘Nee’, zegt Darity. ‘Genealogische deskundigen zijn het roerend eens: er is voldoende documentatie voorhanden om afstamming te traceren en bewijzen.’
En hoeveel gaat dat kosten? ‘Je zou kunnen aannemen dat de gigantische achterstand in eigendom het rechtstreekse gevolg is van de slavernij en de jarenlange achterstelling. Zwarten maken in de VS ruim 13 procent van de bevolking uit, maar bezitten slechts zo’n 2,6 procent van het vermogen van dit land. Om dat verschil bij te passen, heb je ongeveer 10 biljoen (10.000 miljard) dollar nodig. Dat is 2,5 keer de Amerikaanse begroting voor een jaar. Een gigantisch bedrag, maar je zou de terugbetaling kunnen spreiden over vijftien jaar of zo.’
Over een langere periode jaarlijks zowat 15 à 20 procent van je begroting afstaan om een collectieve verantwoordelijkheid voor fouten uit het verleden goed te maken? Darity noemt het ‘niet ondoenbaar’ – hij formuleert in zijn boek manieren om dat te doen zonder de belastingen te verhogen, maar wil de primeur nog niet weggeven. Maar het lijkt politiek volslagen utopisch, tenzij je een nieuwe burgeroorlog wilt riskeren. Al iets realistischer lijkt een alternatieve methode: berekenen wat de hedendaagse waarde zou zijn van ‘40 acres en een muilezel’ in 1865, rekening houdend met inflatie en zo. ‘40 acres en een Lexus’, grappen zwarten soms. Per rechthebbende zou zo’n berekening neerkomen op 80.000 dollar – voor de begroting toch nog altijd 2,5 biljoen dollar.
Er zijn ondertussen ook organisaties en instellingen die, spontaan of onder maatschappelijke druk, fondsen aanleggen uit wroeging voor fouten uit het verleden. In Georgetown University (Washington DC) stemden de zowat zevenduizend studenten in april massaal in met een verhoging van het inschrijvingsgeld met 27,2 dollar. De jezuïeten die aan het hoofd van de universiteit stonden, verkochten ooit 272 slaven om hun instelling financieel gezond te houden. De kleine vrijwillige bijdrage van de studenten gaat naar de afstammelingen van die slaven.
De schuld van de spoorwegen
Ook de Nederlandse Spoorwegen (NS) hebben zeer recentelijk 50 miljoen euro ter beschikking gesteld van nabestaanden. Hans Knoop weet er alles van: hij heeft net een dossier ingediend namens zijn vrouw, wier vader in Auschwitz werd vermoord. ‘104.000 Joden heeft de NS vervoerd naar het transitkamp in Westerbork, en de Duitsers waren in de wolken over de efficiënte medewerking. De NS trok zelfs spontaan een stuk spoor verder door van het station van Westerbork naar het kamp. En de opgepakte Joden moesten hun enkele rit naar het kamp betalen, ook.’ De Belgische NMBS heeft ook 25.000 Joden gedeporteerd. Volgens Christophe Busch, directeur van museum Dossinkazerne, zette ook de NMBS zich gewillig in voor de bezetter.
Toch blijft de hoofdverantwoordelijkheid bij overheden liggen. In zijn invloedrijke essay ‘The case for reparations’ (2014) schreef de auteur Ta-Nehisi Coates dat de slavernij een verschrikking is die niet alleen de daders impliceert, maar iedereen die van de misbruiken heeft geprofiteerd: het hele Amerikaanse volk, dus.
‘Een cijfer dat staat voor eeuwen plundering van zwarte mensen in de VS, is misschien te moeilijk om te bevatten,’ schreef Coates, ‘laat staan om te berekenen en te vergoeden. Maar het zou heilzaam zijn in een openbaar debat met die vragen te worstelen. Want belangrijker dan om het even welke concrete check, zouden herstelbetalingen aantonen dat Amerikanen niet langer leven in de kinderlijk naïeve mythe van hun onschuld.’ Het zijn woorden die, mutatis mutandis, ook gelden voor andere naties met veel boter op het hoofd.
(Bron: De Standaard)