Advocatenkantoor Sjöcrona Van Stigt heeft tenminste 1,3 miljoen euro gedeclareerd bij de politie in de zogeheten nekklem-zaak rond Mitch Henriquez. Dit blijkt uit cijfers die het Haagse politiekorps heeft verstrekt aan RTL Nieuws. De verontwaardiging vanuit de (sociale) advocatuur is groot.

De hoogte van dit bedrag is bekend geworden nadat de Raad van State afgelopen zomer oordeelde dat de politie alle advocaatkosten gemaakt voor politieverdachten en -getuigen in de zaak Henriquez moest openbaren aan RTL Nieuws. Dit nadat Sjocröna Van Stigt tot aan de hoogste bestuursrechter had geprocedeerd tegen de openbaarmakingen, onder meer vanuit ‘concurrentieoverwegingen’.

Tussen juni 2015 en mei 2018 declareerde Sjöcrona Van Stigt om precies te zijn 1.309.380,96 euro voor juridische bijstand aan betrokken agenten. Zij waren in de zomer van 2015 als verdachte of als getuige betrokken bij arrestatie van Mitch Henriquez, die overleed aan de gevolgen van een nekklem. In totaal verleende het kantoor in de zaak bijstand aan 26 politiemensen. Het aantal gewerkte uren en de kosten per agent hoefden niet openbaar te worden gemaakt.

Het Openbaar Ministerie vervolgde uiteindelijk twee agenten strafrechtelijk. Het Gerechtshof veroordeelde in juni 2019 een agent die Henriquez in een nekklem nam tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De Hoge Raad bepaalde vorige week dat deze veroordeling in stand blijft. De tweede agent werd in hoger beroep vrijgesproken. De hoogte van de declaraties van na juni 2018, die nog bovenop de 1,3 miljoen euro komen, zijn overigens niet bekendgemaakt.

‘Ongekend omvangrijke zaak’
Sjöcrona Van Stigt onderstreept in een algemene reactie op vragen van RTL Nieuws dat de zaak ‘ongekend omvangrijk’ was en dat er een ‘grote hoeveelheid juridische procedures is gevoerd, waarin meerdere agenten aan wie door ons kantoor bijstand is verleend, betrokken zijn geweest’. “In de uiteenlopende, jarenlange procedures heeft ons kantoor begrijpelijkerwijs veel werk moeten verrichten.”

Volgens het kantoor heeft de rechter alle bij de politie gedeclareerde kosten aangemerkt als ‘billijk’. “Daarbij heeft de rechter expliciet overwogen dat ‘gelet op de aard, omvang en mate van juridische complexiteit, de kosten van rechtsbijstand naar het oordeel van de rechtbank niet bovenmatig of onredelijk [zijn]’. Dat oordeel onderschrijven wij.”

Kritiek vanuit advocatuur
De kritiek vanuit de (sociale) advocatuur is niet mals. “1,3 miljoen is schandelijk veel geld,” zegt Richard Korver tegen RTL Nieuws. Hij staat onder meer de moeder van Henriquez bij. “En de overheid financiert dit. Andere verdachten krijgen niet zo’n oneindig budget om advocaten en deskundigen in te huren. De overheid creëert voor haar eigen mensen een soort van royal first class als het gaat om rechtsbijstand. Ik vind het een gigantische rechtsongelijkheid.”

Emeritus hoogleraar ‘Toegang tot het Recht’ Mies Westerveld rept over ‘extreme tarieven’. “Die staan in geen verhouding tot de vergoedingen die de staat betaalt aan advocaten die arme mensen bijstaan. De balans is echt zoek tussen een advocaat van een politieman – die wordt verdacht van een ambtsmisdrijf – en de advocaat van een burger die bijvoorbeeld van moord wordt verdacht. Dat is een slechte zaak voor de rechtsstaat.”

Advocatenpoule
De Nationale Politie riep in oktober 2015 een zogenoemde ‘advocatenpoule’ in het leven; een aantal vaste, gespecialiseerde advocatenkantoren voor bijstand aan politiemensen. In de eerste drie jaar declareerden de poule-advocaten 4,7 miljoen euro, aldus eerder onderzoek van de NOS. Van dit bedrag was 2,7 miljoen euro – in drie jaar tijd – voor Sjöcrona Van Stigt. Het kantoor kwam in de afgelopen jaren dan ook al eerder onder vuur te liggen vanwege hoge declaraties.

(Bron: Advocatie)