De staat heeft nog niet inhoudelijk gereageerd op de kritiek van ongehuwde vrouwen die zeggen dat ze gedwongen werden afstand te doen van hun kind. Deze vrouwen zetten nu de volgende stap: een rechtszaak.

In de rechtszaak gaat het niet meer om één moeder die gedwongen afstand deed van haar zoon, de zaak wordt nu gevoerd namens alle vrouwen die zeggen dat ze in het verleden tegen hun wil zijn gescheiden van hun kinderen. Bureau Clara Wichmann, dat streeft naar een betere positie van vrouwen in Nederland, treedt op als vertegenwoordiger van de vrouwen.

Als eerste ‘afstandsmoeder’ kondigde Trudy Scheele-Gertsen vorig jaar september aan de staat aansprakelijk te stellen voor wat haar als jonge vrouw is overkomen. Nadat zij in 1968 ongehuwd moeder werd, is haar kind direct bij haar weggehaald, terwijl ze meermalen had aangegeven haar zoon zelf te willen opvoeden.

Volgens haar advocaat heeft de staat tot nu toe niet inhoudelijk op de verwijten van Scheele-Gertsen willen reageren. Daarom is de staat nu gedagvaard, wat betekent dat zij de rechter gaat vragen een uitspraak over de aansprakelijkheid te doen.

Naar de jonge moeders werd niet geluisterd
De stichting Bureau Clara Wichmann, die strategische rechtszaken ondersteunt die de positie van vrouwen verbeteren, heeft zich bij de zaak aangesloten. Daarin worden ze gesteund door Stichting de Nederlandse Afstandsmoeder. Volgens hen staat wat Scheele-Gertsen is overkomen niet op zichzelf, maar was er in het verleden sprake van een systeem dat erop was gericht om ongehuwde moeders uit de ouderlijke macht te zetten. Naar de wensen van de vaak jonge vrouwen zelf werd niet geluisterd.

“Waar ik moeite mee heb, is de term afstand doen”, zegt Lisa-Marie Komp van advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, die als advocaat optreedt in de zaak. “Dat suggereert een bewuste keuze, een beeld waar veel vrouwen onder lijden. Het is een onjuist beeld. We willen bij de rechter aantonen dat veel vrouwen die keuze helemaal niet bewust en weloverwogen konden maken.”

Een verwijt aan het adres van de staat is bijvoorbeeld dat de Raad voor de Kinderbescherming vrijwel direct greep naar de verstrekkendste maatregel, zonder dat degelijk was onderzocht hoe de vrouwen zelf voor hun kinderen konden zorgen. En dat terwijl de nationale en internationale wetgeving er ook al in die tijd op was gericht om de band tussen ouders en kinderen zoveel mogelijk te behouden. Het argument dat het scheiden van moeder en kind past in een tijdsgeest waarin ongehuwde moeders als ongeschikte opvoeders werden gezien, verwijzen de partijen in de rechtszaak daarom naar de prullenbak.

‘Recht op erkenning van hun leed’
Zeker 13.000 vrouwen hebben in de periode tussen 1956 en 1984 hun kind ter adoptie afgestaan, aldus Komp. Het voordeel dat Clara Wichmann zich als hun belangenbehartiger opwerpt, is dat de rechtszaak deze vrouwen niet emotioneel hoeft te belasten, zegt de advocaat. 

Het duurt waarschijnlijk nog maanden voordat de rechter zich tijdens een zitting over de verwijten buigt. In de tussentijd begint Bureau Clara Wichmann een crowdfundingsactie om geld op te halen voor het ‘tijdrovende proces’. 

Op de vraag of de vrouwen ook geld van de staat eisen ter compensatie, antwoordt Komp dat dit nu nog niet aan de orde is. “Het belangrijkste is dat de rechter uitspreekt dat er onrechtmatig tegenover deze vrouwen is gehandeld en dat de staat daar aansprakelijk voor is. Deze vrouwen hebben recht op erkenning van hun leed.”

(Bron: Trouw)