Bijna de helft van de artsen doet meer onderzoek dan nodig en verwijst vaker door uit vrees voor een klacht en een mogelijke gang naar de tuchtrechter. Dat blijkt uit een enquête van artsenvakblad Medisch Contact. Artsen geven aan dat ze meer bescherming willen tegen patiënten die het tuchtrecht als pressiemiddel inzetten.

Artsen geven in de enquête aan dat ze zich “een schietschijf” voelen, “aangeschoten wild” of “vogelvrij”. Ze hebben het gevoel dat ze als arts onvoldoende zijn beschermd. “Het is eenrichtingverkeer, waarbij de patiënt gal mag spuwen en de arts vooral zijn ‘fout’ moet toegeven”, schrijft één van hen.

Een grote meerderheid van de artsen die de enquête invulden, vindt dat een klacht van een patiënt altijd eerst via een klachtencommissie zou moeten lopen, voordat die bij het tuchtcollege belandt. Dat juicht ruim 90 procent van de respondenten toe.

Het onderzoek van Medisch Contact is uitgezet onder 38.316 artsen: 7347 artsen reageerden en 6827 artsen vulden de enquête helemaal in. Dat is zo’n 18 procent van de benaderde artsen. Volgens het vakblad is het daarmee een representatieve steekproef. Ruim de helft van de respondenten (51 procent) is medisch specialist, 27 procent is huisarts.

De artsenvereniging KNMG lanceerde eerder dit jaar een speciale website voor artsen over tuchtklachten. ‘Open over tuchtrecht’ legt op een toegankelijke manier uit wat je van een tuchtrechtprocedure kunt verwachten. De site biedt uitgebreide informatie maar ook de video Tuchtrecht in het kort, wijst de weg na ontvangst van een tuchtklacht en is geschikt als opleidingsmateriaal. Daarnaast wil KNMG het taboe rond tuchtklachten doorbreken. “Erover praten moet gewoner worden. Zodat de spanning en onwetendheid rond tuchtklachten afneemt én zodat zorgprofessionals er samen van kunnen leren. Daarom vind je op ‘Open over tuchtrecht’ ook een gespreksstarter: een handvat om tuchtzaken met je collega’s te bespreken. Want leren draagt bij aan voorkomen. En dat is waar tuchtrecht vooral om draait: het verbeteren van de zorg.”