In mijn vorige blogs, u las ze ongetwijfeld, vroeg ik onder meer aandacht voor gezondheidsrisico’s in de sport en ging ik in het bijzonder in op het risico van hersenletsel bij voetballers. Hoewel de wereld, en zelfs het voetbal, in 2020 lijkt te hebben stilgestaan, geldt dat niet voor de ontwikkelingen op dit gebied. Om die reden een kort vervolg op het thema van kopzorgen in het voetbal. Je zou het bijna een serie noemen. 

Door mr. Lucas Hogeling

Zorgplicht
In het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht heeft een werkgever de wettelijke verplichting te zorgen voor een veilige werkomgeving ter voorkoming van letselschade. Een professionele voetbalclub is gehouden haar werknemers medische zorg en begeleiding van hoog niveau te bieden. Gezondheid gaat vóór sportieve resultaten, maar dat vergeten we voor het gemak soms even: het belang van het grote geld en sportief succes op korte termijn is dan niet steeds te rijmen met de gezondheidsbelangen van een individuele speler op langere termijn. En daar wringt de voetbalschoen. 

Een vergeten droomfinale 
Eind vorig jaar – het lijkt een eeuwigheid geleden – was er de nodige verontwaardiging toen Daley Blind tijdens de Champions League wedstrijd tegen Valencia terug het veld in werd gestuurd nadat hij kort daarvoor plotseling in elkaar was gezakt. Een aantal maanden eerder werd een zichtbaar wankele Jan Vertonghen na een harde botsing en forse hoofdblessure aanvankelijk terug het veld in gestuurd. Het zijn maar enkele voorbeelden. Een ander voorbeeld is dat van de Duitse middenvelder Christoph Kramer. Hij zakte in de eerste helft van de WK-finale in 2014 in elkaar, ongeveer tien minuten nadat hij hard met een tegenstander in botsing was geraakt. Kramer werd die dag wereldkampioen, maar kreeg van het hoogtepunt van zijn carrière niets mee: hij kon zich van de eerste helft helemaal niets meer herinneren

Hersenschudding? 
Wereldvoetbalbond FIFA beschikt over een protocol ten aanzien van hersenschuddingen – Sport Concussion Assesment Tool 5 – waarvan de strekking op zichzelf duidelijk is: Recognize, report and remove from play. Maar de gigantische druk op een clubarts om de beste speler na een botsing toch nog op te lappen voor dat laatste kwartiertje van de wedstrijd, is invoelbaar. Een belangenconflict waarbij de arts zich voor het weinig frisse dilemma gesteld kan zien tussen de sportieve prestatiedrang en het grote geld enerzijds en het welzijn van de speler anderzijds, met alle risico’s van dien. Bovendien heeft de medische staf op dit moment slechts (maximaal) drie minuten de tijd om te beoordelen of een speler een hersenschudding opliep; tijdelijke wissels zijn niet toegestaan. 

Sporters vragen om betere zorg 
Vorige week verscheen in de Volkskrant een artikel over oud Ajax en AZ doelman Joey Didulica, die hersenletsel overhield aan zijn voetbalcarrière en oproept tot betere zorg voor voetballers met hoofdletsel. Die oproep strookt met de wens van FIFPro, de vakbond voor profvoetballers, die wil dat de medische staf ten minste tien minuten de tijd krijgt om op het veld te onderzoeken of sprake is van een hersenschudding (of erger); in die periode zou dan bovendien een wisselspeler mogen worden ingebracht. Al langer pleit FIFPro bij hoofdblessures voor een beoordeling door een onafhankelijke arts in plaats van een clubarts, om te voorkomen dat beslissingen worden beïnvloed door de sportieve belangen van de club. De juridische zorgplicht zou daarmee verschuiven van de (werkgever van de) clubarts, naar de (werkgever van de) onafhankelijke arts. 

De belangrijkste bijzaak 
De aanbevelingen van FIFPro juich ik van harte toe. Voetbal is natuurlijk de belangrijkste bijzaak in het leven, dat zal geen weldenkend mens ontkennen, maar misschien moeten we het dat ook laten: het voetbal de bijzaak, het welzijn de hoofdzaak (no pun intended). 

(Bron: Beer advocaten)