We leven al bijna drie maanden in een nieuwe wereld. Een kleinere wereld, waarin onze bewegingsvrijheid behoorlijk is beperkt. De meesten van ons werken thuis. De deur komen we nauwelijks meer uit. Behalve voor boodschappen, het brengen en halen van de kinderen, een wandelingetje of – sinds kort – een bezoek aan de kapper.

Door mr. Marco Zwagerman

De door de Nederlandse overheid gekozen “intelligente lockdown”, lijkt vruchten af te werpen. Het aantal COVID-19 besmettingen neemt in hoog tempo af. En daarmee ook het aantal ziekenhuis/IC-opnames en het aantal doden dat er dagelijks bij komt.

Een eerste terugblik
De coronamaatregelen worden met ingang van 1 juni a.s. verder versoepeld. Daarmee wordt een begin gemaakt met de terugkeer naar ons oude leven. Na de schok van de corona-epidemie en de diepgaande effecten daarvan op vele aspecten van het maatschappelijk leven, lijkt nu ruimte te komen voor een terugblik.

De laatste weken is er in toenemende mate aandacht voor de vraag of coronaslachtoffers hun schade kunnen verhalen. Die vraag zal prominenter worden, naarmate de impact van het coronavirus zich als een olievlek over het maatschappelijk leven zal verspreiden. We weten inmiddels dat COVID-19 een zeer ernstig ziektebeeld kan veroorzaken. Onduidelijk is nog of dat blijvende gevolgen heeft. Want dan kan sprake zijn van omvangrijke letselschade, vooral als het slachtoffer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geworden. Het coronavirus heeft tot nu toe (stand: 26 mei 2020) 5.830 doden veroorzaakt. En het eind is nog niet in zicht. Een deel van deze dodelijke coronaslachtoffers laat als kostwinner een gezin achter. Het wegvallen van de kostwinner kan leiden tot aanzienlijke overlijdensschade.

Juridische acties
Het verbaast dan ook niet dat de eerste juridische acties voor coronaslachtoffers zijn gestart. Zo hebben bijna 400 Nederlanders zich bij een Oostenrijkse massaclaim aangesloten. Deze claim richt zich tegen de autoriteiten in Tirol, omdat die begin maart onvoldoende adequaat hebben gereageerd op de verspreiding van het coronavirus in de wintersportplaatsen Sankt Anton en Ischl.

De Amerikaanse staat Missouri heeft medio april zelfs China aansprakelijk gesteld. De vraag is of dat meer is dan een publiciteitsstunt. Volgens het internationale recht genieten staten – en dus ook China – immuniteit tegen claims van andere staten. Tegen dat probleem lopen nabestaanden van MH17-slachtoffers die schadevergoeding willen van de Russische federatie en/of Oekraïne, ook aan.

Je kunt erop wachten dat ook anderen aansprakelijk gesteld zullen worden. Vooral als blijkt dat de strikte coronavoorschriften van de overheid niet zijn nageleefd. Gedacht kan worden aan verpleeghuizen, scholen, kinderdagverblijven en kappers. En na 1 juni a.s. ook horeca-ondernemingen.

Verder komen ook producenten van mondkapjes of COVID-19 tests in beeld, als blijkt dat hun producten niet deugdelijk waren.

De zorg onder vuur
Zelfs ziekenhuizen moeten vrezen voor claims. Dat lijkt bitter, want iedereen beseft hoe hard artsen en verpleegkundigen hebben gevochten voor de levens van coronapatiënten. Gaan we deze helden aansprakelijk stellen, als bij de behandeling iets is misgegaan? In wat voor land leven we dan?

Deze verontwaardiging is heel begrijpelijk. Toch heeft corona ons aansprakelijkheidsrecht niet uitgeschakeld.

Als vast komt te staan dat bij de behandeling van een coronaslachtoffer bij de huisarts of in het ziekenhuis een fout is gemaakt en daardoor letsel- of overlijdensschade is ontstaan, dan moet de arts of het ziekenhuis deze schade vergoeden. Daarbij zullen de uiterst moeilijke omstandigheden waaronder de arts – of verpleegkundige – in het coronatijdperk heeft moeten werken, een belangrijke rol spelen.

Ten eerste bij de vraag of wel een medische fout is gemaakt. Zou een andere arts of verpleegkundige onder de coronaomstandigheden hetzelfde hebben gedaan? Als dat wordt vastgesteld, dan is geen sprake van een medische misser. Alleen als de arts of de verpleegkundige is afgeweken van wat een collega onder dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan, is sprake van een medische fout.

Ten tweede is denkbaar dat de coronaomstandigheden ertoe leiden dat de arts of de verpleegkundige niet aansprakelijk is, ook al staat vast dat hij een fout heeft gemaakt. Want voor aansprakelijkheid is nodig dat de arts of verpleegkundige schuld moet hebben. De bijzondere omstandigheden tijdens de coronacrisis kunnen ertoe leiden dat die schuld ontbreekt. In juridisch taalgebruik: dan kan de medische misser niet aan de arts of verpleegkundige worden toegerekend.

Tot slot mag niet worden vergeten dat het coronaslachtoffer moet aantonen dat een fout is gemaakt en dat daardoor schade is ontstaan. Die bewijslast is zwaar. Want hoe toon je aan dat het de fout van de arts is die de letselschade heeft veroorzaakt en niet het coronavirus zelf? Anders gezegd: had je zonder de medische fout niet dezelfde schade gehad? Als dat zo is, dan is er geen recht op schadevergoeding.

Dit laat zien dat het medisch aansprakelijkheidsrecht voldoende handvatten heeft om genuanceerd en redelijk om te gaan met de vraag of corona kan leiden tot aansprakelijkheid.

(Bron: Beer advocaten)