Als een Nederlandse verkeersdeelnemer een ongeval krijgt in het buitenland, dan is meestal het recht van het land waar het ongeval plaatsvindt van toepassing op de schaderegeling. Dit vergt van de betrokken partijen de nodige kennis van en ervaring met de daar geldende regels en gebruiken. En het kan de afwikkeling van de schade ingewikkeld en moeizaam maken, zeker als er geen aansprakelijkheid wordt erkend. Daarover vertelt specialist in internationale letselschades Jorg van den Enden.

Door Martijn van Driel

Jorg van den Enden “had altijd al wat” met andere landen en culturen. “Tijdens m’n studietijd deed ik mee met het Erasmus uitwisselingsprogramma en heb ik een half jaar in Thessaloniki, Griekenland gestudeerd. Daarna heb ik nog een jaar in Spanje gewoond. Dan maak je je de taal en de cultuur snel eigen. Nadat ik in 1998 was teruggekeerd in Nederland, is het buitenland altijd verweven gebleven met mijn juridische loopbaan.”

mr. Jorg van den Enden

Jorg behandelde internationale schaderegelingen namens achtereenvolgens DAS, Achmea Global Neth en Europrotector, alvorens hij bijna tien jaar geleden voor zichzelf begon met zijn schaderegelingsbureau Legitimus: de internationale letselschadejurist. Het gaat om letselschades van Nederlandse vakantiegangers, beroepschauffeurs en zakelijke reizigers en daarnaast veelal van mensen die wonen in de grensgebieden nabij België en Duitsland. “Het regelen van buitenlandschades in de letselschadepraktijk is een niche binnen een niche. Er zijn maar weinig mensen in de branche die zich hiermee bezighouden, maar ik beleef er veel plezier aan om (met een knipoog) grensoverschrijdend bezig te zijn.”  

Eén Europa?
Veel mensen gaan ervan uit dat het aansprakelijkheidsrecht in Europese landen wel zo ongeveer gelijk zal zijn, zegt Jorg. “Ze denken: ‘we leven toch in één Europa en we hebben in veel landen toch dezelfde munt?’ Maar op juridisch gebied is Europa nog steeds een bonte lappendeken. Ieder land heeft z’n eigen systeem, werkwijze en visie. En dat leidt tot grote onderlinge verschillen, zowel wat betreft het proces als qua inhoud. En ook als het gaat over de hoogte van de schadevergoeding. Bovendien heb je te maken met verschillende culturen, wat z’n invloed heeft op hoe de zaken lopen en hoe er wordt gecommuniceerd. Het is uitdagend om onder die omstandigheden zaken tot een goed einde te brengen en je cliënt daarin mee te nemen.”

Culturele verschillen
De culturele verschillen tussen de verschillende landen zie je terug in de letselschaderegeling, weet Jorg. “Dingen die we hier heel normaal vinden, worden elders absurd gevonden. Ik noem als voorbeeld mantelzorg. Hier in Nederland kennen we de Richtlijn Huishoudelijke hulp waarin de hoogte van een vergoeding is geregeld voor niet-professionele hulp die wordt verleend binnen de eigen sociale kring. Zo’n vergoeding kun je in een land als Italië op je buik schrijven. Daar heerst een klassieke familiecultuur. Mantelzorg is daar een vanzelfsprekendheid: ‘Daar ben je toch voor getrouwd?’ Een vergoeding voor hulp binnen familieverband bestaat er niet. Alleen als er een professional aan te pas moet komen, valt er over vergoeding te praten.” 

Zwakke verkeersdeelnemers
Een goed voorbeeld van een duidelijk verschil in het aansprakelijkheidsrecht in verschillende landen is de mate waarin zwakke verkeersdeelnemers worden beschermd. “In Nederland kennen we de in de rechtspraak uitgekristalliseerde 50%-regel. Ongeacht eventuele eigen schuld krijgt de zwakke verkeersdeelnemer minimaal 50% van zijn schade vergoed. De billijkheidscorrectie kan daar nog een schepje bovenop doen. In België en Frankrijk gaat de bescherming verder dan hier. Daar worden op grond van art. 29 bis Wamwet (België) en de ‘Loi Badinter’ (Frankrijk) zwakke verkeersdeelnemers volledig schadeloos gesteld. Dat geeft dus ook meteen duidelijkheid, er hoeft helemaal niet gediscussieerd te worden over schuld of billijkheid. In Duitsland is het juist weer slechter gesteld met de bescherming van zwakke verkeersdeelnemers. Daar geldt namelijk geen extra bescherming. De schuldvraag wordt beoordeeld afhankelijk van de omstandigheden. Eigen schuld is eigen schuld.

Dus het maakt wat de schaderegeling betreft, zeker bij zwaar letsel, nogal een verschil of een fietser op de Veluwe, in de Ardennen, in hartje Parijs of langs de oever van de Elbe door een automobilist wordt aangereden.”

Smartengeld
Ook op het gebied van de berekening van schadeposten zijn er aanmerkelijke verschillen tussen Europese landen, weet Jorg. “Neem het smartengeld. In Nederland wordt de hoogte van dit bedrag gebaseerd op jurisprudentie van vergelijkbare zaken. In België en Frankrijk gebeurt dat op een veel concretere manier. Een forensisch arts onderzoekt de situatie van de cliënt en komt tot bepaalde conclusies. Dat leg je naast een indicatieve tabel en zo kom je tot een bedrag aan smartengeld dat in 95% van de gevallen ook wordt toegekend. Dat systeem is denk ik niet per se beter, alleen ook hier zorgt het wel voor duidelijkheid. Er wordt niet snel over geprocedeerd. In Duitsland wordt wat betreft het smartengeld dezelfde lijn gevolgd als hier in Nederland: jurisprudentie bepaalt de hoogte van het smartengeld. Omdat in Duitsland geen specifieke richtlijnen bestaan voor schadeposten, grijp je daar sowieso terug op jurisprudentie. Dat is niet altijd even gunstig, in Duitsland wordt momenteel veelvuldig gediscussieerd over mantelzorgtarieven, want verzekeraars houden nogal eens vast aan een uitspraak van een rechter die een laag tarief van 8 euro heeft toegekend.”

Moeilijk-objectiveerbaar letsel
Hoe gaat men in de verschillende landen om met moeilijk-objectiveerbare klachten na een ongeval, zoals een whiplash? Ook daarin zijn veel verschillen zichtbaar, vertelt Jorg. “Het is wel oppassen op hoe men bepaalde letsels beoordeelt. In Duitsland neemt men bijvoorbeeld bij een lage botsimpact vrijwel nooit een medisch causaal verband aan bij whiplashklachten, je hebt alleen een verhaal bij een forse kop-staartbotsing. Ook met blijvend whiplashletsel gaan ze niet mee, daarvoor moet wat hen betreft een andere oorzaak zijn. Whiplashklachten kunnen wat de Duitsers betreft hooguit zes maanden duren. Overigens is het ook in België en Frankrijk lastig om blijvend whiplashletsel aan te tonen. In het buitenland maken ze over het algemeen geen onderscheid tussen juridische en medische causaliteit.”

BGK
Nederland is wat BGK betreft een walhalla vergeleken met veel andere Europese landen, ziet Jorg. “Een kostenstructuur, zoals vergoeding van buitengerechtelijke kosten op grond van 6:96 BW, kennen ze in het buitenland niet. Sterker, in landen als Spanje, Frankrijk en België worden de kosten van rechtshulp helemaal niet vergoed. De cliënt heeft daar een rechtsbijstandverzekering, betaalt de advocaatkosten zelf, of gaat een no cure no pay-afspraak aan. Meer smaken zijn er niet. Het is dan ook verstandig om vooraf heel goed te kijken in hoeverre een zaak daar juridisch haalbaar is. In Duitsland bestaat er wel een – minimale – kostenvergoeding, een soort mini PIV-staffel. Die geldt niet alleen voor letselschade, maar voor alle zaken.”

Nederland zo slecht nog niet
Er wordt in Nederland regelmatig kritiek geleverd op hoe letselschadezaken worden geregeld. Maar Jorg is van mening dat Nederland het in vergelijking met veel andere landen heel behoorlijk doet. “Hier kiezen we steeds meer de herstelgerichte insteek en staat het slachtoffer centraal. Verzekeraars hebben schaderegelaars, die op bezoek gaan bij het slachtoffer en meedenken over de situatie. Dat komt in het buitenland nauwelijks voor. In veel landen wordt een slachtoffer echt nog als schadepost beschouwd. Bij geschillen ben je in Nederland ook beter af. Hier heb je het Kifid en een deelgeschilprocedure. In het buitenland kun je alleen gaan procederen. Maar in Spanje bijvoorbeeld is de rechterlijke macht enorm overbelast. Daar ben je als slachtoffer dan de dupe van. In Nederland hebben we met elkaar richtlijnen ontworpen, er zijn veel voorzieningen voor slachtoffers gekomen en we hebben aandacht voor de behoeften van slachtoffers. We hebben het hier niet zo slecht geregeld als we soms denken.”

Cursus Europees recht en verkeersongevallen
Wil je meer weten over de regeling van schades in Europese landen? Op verzoek van Studiecentrum Kerckebosch is Jorg van den Enden één van de docenten van de cursus Europees recht en verkeersongevallen. “Ik maak een reis met de mensen: met een casus gaan we langs de verschillende landen in Europa.”

Meer informatie tref je hier aan.