Al zo’n 25 jaar zet Jeffry Pondaag zich in voor slachtoffers en nabestaanden van de Nederlandse koloniale oorlog in Indonesië. Hij trok een tijd lang samen op met de bekende mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld, maar zij heeft nu besloten om te stoppen. In het NPO-radioprogramma De Nieuws BV vertelde Pondaag woensdag over zijn strijd voor gerechtigheid en hoe het verder moet nu Zegveld de samenwerking heeft beëindigd.
Jeffry Pondaag is voorzitter van het Comité Nederlandse Ereschulden en zijn eerste overwinning met advocaat Liesbeth Zegveld was in september 2011. Zij brachten de zaak van zeven weduwen uit het dorpje Rawagede voor de rechter. Eind 1947 hadden Nederlandse militairen daar gruwelijk huisgehouden en 431 mannen uit het dorp op verdenking van extremisme zonder eerlijk proces geëxecuteerd. In die zaak besliste de rechter dat de staat de weduwen een schadevergoeding moest betalen. Ook moest de staat excuses aanbieden voor die massamoord. De rechter veegde het verweer van de staat van tafel dat de vrouwen veel eerder aan de bel hadden moeten trekken.
Bezetters
Pondaag had jaren geleurd met de zaak-Rawagede. Redacties van kranten en omroepen bestookte hij met telefoontjes en gedetailleerde mails om de vergeten oorlogsmisdaad onder de aandacht te krijgen. Vaak zonder resultaat. “Journalisten vinden het te lang geleden, het is te pijnlijk. Maar daarom moet je het niet onder het tapijt gooien. De Nederlandse regering heeft het allemaal uit de geschiedenisboekjes gehouden. Nederland had al die eeuwen niks te zoeken in dat land 18.000 kilometer verderop. Nederlanders waren de bezetters. Jullie kwamen het land leegroven en de bevolking onderdrukken.”
Pondaag hield vol. Vond dat er iets moest gebeuren voor de nabestaanden. Hij had de stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.B.K.) opgericht en bezocht het Javaanse dorp Rawagede tijdens een vakantie, sprak nabestaanden en kreeg hun machtiging om een zaak te beginnen tegen de Nederlandse staat.
Successen
Zegveld kwam aan boord en een paar jaar later, in 2011, volgde dus eerste het succes in de rechtbank. Het duo won sindsdien meer zaken. Die haalden de krant of het journaal. Nederlandse oorlogsmisdaden kwamen onder de aandacht. Maar Pondaag beschouwt de overwinningen niet als succes. Telkens moeten zaken voor de rechter komen en zijn er stroperige procedures om te volgen. Hij noemt de zaak van Shafiyah Paturusi. Zij kreeg een schamele € 123,48 schadevergoeding uitgekeerd. Paturusi was 12 toen haar vader in 1947 door de commandotroepen van de beruchte kapitein Westerling werd geëxecuteerd.
“Er wordt in vonnissen gesproken van extreem geweld tegen de burgers. Dat is dan fout en het geweld van het Nederlandse tegen gewapende Indonesiërs wordt legitiem genoemd. Hoezo legitiem? Nederland was de bezetter van Indonesië. Dit is nog steeds een koloniaal rechtssysteem en de slachtoffers van toen hadden geen rechten. Voor inlanders en honden verboden, stond op de borden.” Op dat punt kwam het volgens Pondaag met Zegveld tot een principieel verschil van mening. “Zij wil niet in rechtbank aankaarten dat het rechtssysteem nog altijd koloniaal is”, aldus Pondaag.
Zegveld stopt ermee
De samenwerking tussen Pondaag en Zegveld – die al die tijd pro deo werkte – kwam onlangs tot een eind. In een persbericht schreef de K.U.B.K. “Liesbeth Zegveld trekt haar handen af van de Indonesië-zaken, ze houdt vast aan het koloniale principe van ‘extreem geweld’.” Het bericht werd verstuurd aan de vooravond van de Indonesische onafhankelijkheidsdag op 17 augustus, die door Nederland lange tijd niet werd erkend.
Aan de redactie van De Nieuws BV mailde Zegveld desgevraagd deze reactie: “De samenwerking met Jeffry Pondaag verliep niet meer goed, zodanig dat we ons werk niet meer goed konden doen en niet meer konden instaan voor een goede belangenbehartiging van de mensen in Indonesië. Tot onze spijt hebben we om die reden onze bijstand moeten beëindigen. Ingrijpend was dat zeker, maar er bleek helaas geen andere oplossing.”
Op zoek naar nieuwe advocaat
Pondaag is intussen op zoek naar een andere advocaat. Hij heeft dossiers van 500 nabestaanden, kinderen van slachtoffers uit Rawagede, die wat hem betreft recht hebben op een schadevergoeding en erkenning. “Ik zoek vooral een advocaat die buiten de koloniale kaders durf te gaan. Ook al verliezen we zaken. Eigenlijk moet de rechter zeggen: ik kan hierover geen recht spreken, er is een speciaal tribunaal nodig.”
(Bron: NPO Radio 1)