Precies een jaar geleden opende een gewapende man in een tram in Utrecht het vuur. Hoewel de bloemenzee allang is verdwenen, worstelen slachtoffers en nabestaanden nog altijd met het verwerken van de aanslag.

“Elke dag denk ik eraan als ik de tram zie”, leest advocaat Marianne Kubatsch begin maart voor in de Utrechtse rechtbank. “En ik woon naast de tram.” Het zijn de woorden van haar cliënt, een van de slachtoffers van de tramaanslag op 18 maart 2019. Kubatsch vertelt dat de man slecht slaapt, snel boos is en in therapie zit vanwege PTSS-verschijnselen. Uit zijn schade-eis blijkt dat hij door de psychische gevolgen van de aanslag ook zijn werk moest neerleggen.

Een jaar na de aanslag kampen vrijwel alle beschoten of bedreigde slachtoffers met vergelijkbare problemen, blijkt uit de andere slachtofferverklaringen. Hetzelfde geldt voor een deel van de nabestaanden. Ze liepen studievertraging op, kunnen nog altijd niet werken of hebben een slaaptekort en psychische klachten. Met hulp van werknemers en vrijwilligers van Slachtofferhulp werken ze aan de verwerking. Stap voor stap proberen ze weer op te krabbelen.

Ernst Meijer is een van de vrijwilligers van de ondersteuningsorganisatie. Op de dag van de aanslag haastte hij zich naar het politiebureau op Kanaleneiland om slachtoffers en getuigen in de wachtkamer op te vangen. “Ik begon met een uitleg over wat een plotselinge, heftige ervaring doet met mensen”, legt hij uit. “Dat slachtoffers vluchtgedrag of vechtgedrag vertonen, of juist helemaal niets doen. Want alleen al het herkennen van normaal gedrag kan mensen al wat rust geven.”

Niet meer met de tram reizen
In de dagen na de tramaanslag stonden de werknemers en vrijwilligers van Slachtofferhulp iedereen bij die behoefte had aan steun. In totaal kregen ze honderd aanvragen voor hulp, waarvan sommige voor meerdere personen tegelijk. Meijer: “Het gaat om mensen die de aanslag hebben meegemaakt, maar ook om het personeel van een snackbar van wie een collega is doodgeschoten. Of om klanten van de sportschool waar de schutter altijd kwam.”

Een deel van hen had na een paar dagen geen behoefte meer aan hulp. Maar sommigen worden een jaar erna nog altijd bijgestaan door Slachtofferhulp. Vooral op mensen die beschoten of bedreigd zijn, blijft de impact groot. “Een van de dingen die ik zie, is dat sommigen ontwijkingsgedrag vertonen”, stelt Meijer. “Zij willen bijvoorbeeld niet meer met de tram reizen.”

De slachtofferverklaringen in de rechtszaal bevestigen die observatie van de vrijwilliger. “Mijn moeder durft niet meer in haar bed te slapen”, zegt de zoon van een van de slachtoffers tijdens het proces. “Ze slaapt op de bank. Voor haar hoeft het leven niet meer.” En over een slachtoffer dat zwaargewond raakte door een kogel van de schutter: “Mijn cliënt en haar partner woonden vlakbij het 24 Oktoberplein. Fysiek en emotioneel konden ze daar niet terug. Ze hebben huur opgezegd en een nieuwe woning gezocht”, zegt de advocaat van het slachtoffer. “Ze staan rood op hun emotionele bankrekening.”

De klokken luiden maar de herdenking kan niet doorgaan
Na de tramaanslag op 18 maart 2019 bleven de Utrechtse straten angstvallig leeg. Een jaar later is het weer ongewoon rustig in de stad.

Ditmaal houdt het coronavirus de bevolking binnen. Op de herinneringsplek die de gemeente laat aanleggen op de locatie van de schietpartij is het een dag voor de herdenking stil.

De gemeente roept mensen op niet te komen. Toch haalt het bestuur wel de bouwhekken weg. “We willen dat het helemaal af en toegankelijk is”, zegt een woordvoerder van de gemeente “Er zullen mensen zijn die op hun rondje langs de supermarkt even bloemen willen leggen.”

Tekeningen, brieven en knuffels die mensen achterlieten
Vanaf vandaag zouden in het Utrechts Archief twee weken lang steunbetuigingen tentoongesteld worden. Als gastconservator maakte burgemeester Jan van Zanen een selectie van de tekeningen, brieven en knuffels die mensen achterlieten, aangevuld met steunbrieven van wereldleiders uit zijn persoonlijke archief.

De expositiezaal is helemaal ingericht. Maar of de steunbetuigingen ooit te zien zullen zijn, is nog maar de vraag. “Tot 6 april zijn we in ieder geval dicht”, zegt een woordvoerder van het archief.

Toch zal de stille stad vandaag herdenken. “De aanslag heeft een enorme impact gehad op de slachtoffers en direct betrokkenen”, zegt burgemeester Van Zanen. “Maar ook op alle mensen in de stad.” Om 10:43 zullen vier Domtorenklokken – voor elk overleden slachtoffer één – een minuut stilte inluiden.

Daarna zendt de lokale omroep een videoboodschap van de burgemeester en van stadsdichter Ruben van Gogh uit. “Het is van belang om te herdenken. Omdat we de slachtoffers niet zijn vergeten en niet willen vergeten, maar ook om te laten zien dat we meeleven met de nabestaanden en het incident zelf een plek moeten geven met elkaar.”

(Bron: Trouw)