‘Ik begrijp dat de moeder van het slachtoffer in de rechtszaal aanwezig is. Mevrouw Volledige Naam, wilt u even uw hand opsteken.’ Zomaar een voorval in een rechtszaak. Dat de rechter de betrokkenen wil kennen is logisch, zegt Mirjam van Zuijlen, maar nu weten de verdachte, diens familie, getuigen en publiek dus ook wie zij is.

Van Zuijlen is medewerker van Slachtofferhulp Nederland, en noemt dit voorbeeld in het witboek dat de organisatie dinsdag publiceerde. Er is meer aandacht gekomen voor de privacy van slachtoffers van misdrijven en hun familieleden, maar er gaat tijdens rechtszittingen nog steeds veel mis. Het zou beter zijn als namen en persoonlijke gegevens daar niet meer worden gedeeld, maar veel rechters handelen daar niet naar.

Bij de aangifte gaat het al mis
Het probleem doet zich niet alleen in de rechtszaal voor, maar al eerder, bij de aangifte. Hoe er wordt omgegaan met de persoonsgegevens van een slachtoffer dat aangifte doet, verschilt per politiebureau, vertelt de Rotterdamse advocaat Nelleke Stolk in hetzelfde witboek. Op het ene bureau wordt uitgelegd dat je niet verplicht bent je adres op te geven, maar op het andere wordt gewoon opgeschreven waar je woont, en is die informatie via de aanklacht al bij de verdachte voor je het in de gaten hebt. “Doe je aangifte van mensenhandel en vergeet de politie om je adres uit de aanklacht te houden? Verhuis dan maar. Ze komen verhaal halen bij jou en desnoods bij je familie”, aldus Stolk.

Slachtoffers hebben mogelijkheden om hun privacy te beschermen, maar ze moeten dat in veel gevallen zelf doen. Maar op het moment dat ze aangifte doen van een misdrijf, hebben ze de kennis noch de gemoedstoestand om dat goed te doen. De eerste aanbeveling van Slachtofferhulp Nederland is daarom dat bij op het opnemen van een aangifte slachtoffers altijd worden geïnformeerd over de mogelijkheden van het afschermen van persoonlijke gegevens, en dat hen duidelijk wordt verteld wat er kan gebeuren met data die in het aangiftedossier worden opgenomen. Slachtoffers moeten bovendien het recht krijgen om ook later nog gegevens uit hun dossier te laten verwijderen.

Niet eenvoudig
Het blijkt op dit moment niet eenvoudig om rechtszalen waarin gevoelige, persoonlijk informatie op tafel komt, achter gesloten deuren te laten behandelen. Dat zou, volgens Slachtofferhulp, een regel moeten worden in zaken van seksueel misbruik van minderjarigen. In die zaken zou het slachtoffer bovendien niet bij naam moeten worden genoemd, maar met een nummer aangeduid.

In het Nederlands en Europees recht is al veel vastgelegd om de privacy van slachtoffers te beschermen. Maar, zegt Slachtofferhulp, in de praktijk worden die regels niet altijd nageleefd. Zo heeft een verdachte weliswaar het recht om te weten wie aangifte heeft gedaan, maar niet waar die woont. “Een domicilie (postadres, red.) opgeven is een recht”, zegt Rosa Jansen, voorzitter van Slachtofferhulp, “Maar als je op het politiebureau bent omdat je net in je buik bent gestoken, denk je daar niet direct aan. We mogen van professionele mensen verwachten dat ze slachtoffers daarmee helpen.”

Letselschade claimen
Om letselschade te kunnen claimen moet een slachtoffer een medisch rapport overleggen. Volgens Slachtofferhulp zouden daarvan alleen de conclusies naar de verdachte gestuurd moeten worden, niet het hele rapport met al zijn details. Jansen: “Dat kan nu niet, omdat de advocaat van de verdachte dan onmiddellijk het hele rapport opeist. Omgekeerd kan een slachtoffer geen inzage krijgen in enige rapportage over dader.”

Hier schuilt een kern van het probleem, zegt Jansen. Het strafrecht is ingericht op de verdachte; diens privacy wordt wél goed in het oog gehouden. En waarom? “Omdat er sancties staan op het schenden van zijn privacy. Het kan aanklager en rechter hun zaak kosten als ze de regels overtreden. Maar het schenden van de privacy van slachtoffers heeft voor hun rechtszaak geen enkel gevolg.”

De rechterlijke macht zou daar zelf regels voor moeten afspreken, zegt Jansen. “Rechters en officieren van justitie beroepen zich vaak op het principe dat de rechtsgang openbaar moet zijn. Maar de openbaarheid en de kwaliteit  van de rechtsgang wordt op geen enkele manier geraakt, als je nu zou besluiten om in de rechtszaal geen namen en persoonlijke gegevens meer te openbaren.”

(Bron: Trouw)