Bij de cao-onderhandelingen worden steeds hogere loonstijgingen afgesproken. In het bedrijfsleven ging het in het eerste kwartaal van dit jaar om een gemiddelde toename van liefst 7,9%. Dat blijkt uit onderzoek naar nieuwe cao’s van het ministerie van Sociale Zaken. De cijfers laten zien dat de lonen in de marktsector in rap tempo omhoog gaan. “Hoe recenter het cao-akkoord, hoe hoger de loonstijging,” schrijft het ministerie in een toelichting.

Werkgeversorganisatie AWVN, die traditioneel alle cao’s die worden afgesloten bijhoudt, herkent de trend. Volgens de organisatie stijgen ook de lonen bij de overheid en in de gesubsidieerde sector (zoals de zorg) de laatste maanden snel. Uit gegevens van de AWVN blijkt dat in maart door werkgevers en vakbonden gemiddeld een salarisstijging van 7,3% werd afgesproken. In januari bedroeg de gemiddelde loonstijging waarover cao-onderhandelaars het eens werden net geen 6%, in februari steeg dat al naar bijna 7%.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat donderdag ook met cijfers komt, kijkt juist terug. Dan blijkt dat de cao-lonen in Nederland, vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar, over de hele linie met 5,0% zijn gestegen. Dat is volgens het CBS de grootste loonstijging in de afgelopen veertig jaar.

Prijsinflatie nog hoger
De loonstijgingen zijn overigens niet genoeg om de klappen van de inflatie op te vangen, blijkt uit de cijfers van het CBS. Volgens een voorlopige raming lagen de consumentenprijzen de afgelopen drie maanden zo’n 6,6% hoger dan in het eerste kwartaal van 2022. Dat betekent dat de gemiddelde Nederlander nog altijd inlevert aan koopkracht.