Voor duizenden Nederlanders eindigde het weekje wintersport in de krokusvakantie met een been in het gips of andere leed. Alarmcentrale Eurocross deed deze week veldonderzoek op de Oostenrijkse piste naar de oorzaak. ,,We horen van de Oostenrijkers: Die Nederlanders wonen in het platste land ter wereld, gaan één weekje per jaar naar de bergen en ze denken dat ze kunnen skiën.’’

Een strakblauwe hemel, verse sneeuw, een adembenemend uitzicht en kilometers piste onder ons. Niets staat een mooie afdaling in Flachau in de weg, totdat Eurocross-arts Floriana Luppino de letsels opsomt: ,,Gebroken onderbenen, bovenbenen en polsen, hoofdletsel, afgescheurde en verrekte kruisbanden, fracturen van heup en bekken, gebroken schouders, gescheurde milt.’’ Eigenlijk alles dat je kan overkomen als je een flinke smak maakt, kwam in de krokusvakantie binnen bij de alarmcentrale.

In Flachau, een dorpje van 2600 inwoners en 10.000 toeristenbedden, probeert Luppino met haar team de oorzaak van die ernstige ongevallen in kaart te brengen. Skiën we wel zo goed als we zelf denken? ,,We horen van de Oostenrijkers: Die Nederlanders wonen in het platste land ter wereld, gaan één weekje per jaar naar de bergen en ze denken dat ze kunnen skiën.’’

Hard gaan
Skileraren Jannes Boer en Julian Jongsma staan op 500 meter van de uitgang van de Starjet 2 op 1700 meter hoogte. Ze beoordelen de Nederlandse skiërs die meedoen aan het onderzoek van Eurocross naar zelfoverschatting. ,,Nederlanders gaan hard en ongecontroleerd naar beneden’’, zegt Jannes vooraf. ,,Ze komen beneden, maar daar is alles mee gezegd.’’

Het gaat hard en het valt? Een Nederlander op ski’s. Vlakbij gaat een jonge Nederlandse vrouw onderuit, Jannes bedoelt maar. Ze heeft pijn en blijft even liggen. ,,Ze ligt achter een heuveltje, als iemand met hoge snelheid naar beneden komt, dan ziet hij haar niet en als hij de techniek niet goed beheerst dan gaat het fout.’’

Brancard
Met een waarschuwend piepgeluid gaat een medewerker van de reddingsdienst met de oranje banaan, een brancard op ski’s, de piste af. Ergens anders op de 3 kilometer lange rode piste ligt iemand die zo geblesseerd is dat verdergaan niet lukt. Even later vliegt de traumaheli over.

Eurocross, met ongeveer een derde marktaandeel, telde dit skiseizoen al bijna 1400 meldingen, met nog een volle maand te gaan al evenveel als vorig jaar. Al zijn de cijfers niet een op een te vergelijken vanwege een verbeterde registratie. Naar schatting zijn dit jaar 900.000 Nederlanders op skivakantie geweest waarvan duizenden er dermate gewond van de piste komen dat de hulp van een van de alarmcentrales van de verzekeraars nodig is. Alarmcentrale VHD turfde al 900 ski-ongevallen (+22 procent), de ANWB werkt nog aan actuele cijfers maar telde voor de krokusvakantie al 1000 gewonden (+25 procent). SOS International noteerde nog voor de krokusvakantie ook al 1010 ongevallen. Vooral de drukte op de pistes zou tot meer ongelukken leiden. Eurocross moest gisteren zelfs weer een ouderwetse gipsvlucht inzetten om brekebeentjes thuis te krijgen.

Heli’s en ambulances
Het uitzicht over de besneeuwde bergtoppen wordt met de ongevalcijfers in het achterhoofd en de overvliegende helikopter met de Notarzt aan boord al een stuk minder fraai. Jannes: ,,Die heli’s zien we elke dag een paar keer. Gisteren ging ik zelf nog onderuit. Ik legde mijn groepje wat uit en een Nederlander komt dwars door ons heen geknald. Hij viel en ik ook. Het was mijn schuld, schreeuwde hij omdat ik stilstond.’’ Het bleef bij een paar blauwe plekken, maar in veel gevallen loopt het ernstiger af. 

,,Het was deze week zó druk. We kregen wel vijftig telefoontjes per dag van mensen die gewond waren geraakt op de piste’’, zegt Eurocross-arts Luppino. Dagelijkse liet alleen al Eurocross drie ambulances rijden om gewonde Nederlanders op te halen. In de grootste skigebieden in Oostenrijk stonden de Nederlandse ziekenauto’s zelfs al paraat.

Zelfoverschatting
,,Ik geef mezelf een 8,5’’, zegt de 46-jarige Youri Kambier uit Vlissingen bij Berggasthof Latschenhof voor hij naar Jannes en Julian slalomt. ,,Ik leerde skiën toen ik 6 jaar was. Ik denk dat ik het wel redelijk kan. Drinken op de piste? Nee nooit. Dat zie je wel heel veel gebeuren. Vooral door losgeslagen 40-plussers. Dan is het hier carnaval.’’ Kambier is een van de weinigen die zijn eigen kunnen vrij goed inschat, ook al stellen de skileraren zijn vaardigheid een half puntje naar beneden bij.

,,Uit een eerste analyse van de resultaten blijkt dat 81 procent van de skiërs zichzelf overschat; 95 procent van de mannen en 61 procent van de vrouwen. Gemiddeld geven ze zichzelf 1,6 punt hoger dan het cijfer dat de skileraren geven. Wie zichzelf een 7 gaf, bleek toch een 5,4’’, zegt Luppino.

Komende maanden worden de resultaten van de interviews en de bevindingen van de skileraren verder geanalyseerd. Het doel is om te kijken welke factoren er leiden tot ernstig letsel. Luppino is niet verrast over de eerste uitkomsten. ,,De hypothese die we hebben is dat mensen zich overschatten en onvoldoende voorbereid de piste opgaan. Dat willen we hier op de berg toetsen.’’

Skiles
Annefleur Langeveld uit Haarlem doet een oranje Eurocross-hesje aan. Het is haar zesde wintersportvakantie. ,,Ik ben nog heel onzeker. Voor iedere bocht kijk ik achterom, bang dat ik iemand tegen me aan skiet. En ik zou wat beter parallel willen skiën.’’ Ze geeft zichzelf een 6. Aan de fitheid ligt het niet bij de kinderdagopvangleidster met drie keer per week crossfit, maar ze heeft wel erg weinig skiles gehad. ,,Drie keer. Eigenlijk zou ik meer moeten lessen, maar ik ben met een groep skiërs die geen les meer nodig hebben, dan wil je toch liever gezellig samen de piste af dan dat je een paar dagen kwijt bent aan lessen.’’

Skileraren Jannes en Julian zijn onverbiddelijk: een 2 voor rompstabiliteit, een 3 voor balans, een 4 voor symmetrie, en vooruit een 5 voor snelheidskeuze en controle. En de rest van de cijferlijst is al niet veel beter: het eindcijfer van Annefleur blijft steken op een 4.

Lessen kost tijd en geld en beide zijn schaars op de pistes. Uit het onderzoek van Eurocross blijkt dat 31 procent van de Nederlanders in totaal slechts een week les heeft gehad. ,,Dan kun je echt nog niet goed skiëen’’, zegt Luppino.

Te weinig kunde
,,Als wij kunnen aantonen dat de ernstige ongelukken het gevolg zijn van onvoldoende skivaardigheid dan kunnen we mensen ook echt adviseren en overtuigen dat het belangrijk is om aan de techniek te werken, je conditie op peil te houden en je goed voor te bereiden’’, zegt Jannes. ,,Slechts een schamele 3 procent gaat van tevoren naar een borstelbaan of skihal om de techniek op te halen.’’

Ook uw verslaggever klikt vervolgens met lood in de skischoenen de latten onder om de vaardigheden te laten meten. Mijn ervaring: Twintig ochtenden op ski’s gestaan, zes uurtjes les. Zelfbewust gaf ik mezelf vooraf een 5. Voorzichtig – want een dag praten over ellende op de piste is niet goed voor het zelfvertrouwen – glij ik naar skileraar Jannes. Mijn resultaat? Iedereen overschat zichzelf dus op de piste. Jannes: ,,Ton, dat was niet best. Het goede nieuws: met een paar lessen is er zóveel te verbeteren.’’

(Bron: AD)