Als een patiënt vindt dat hij onjuist is behandeld, moet een collega het handelen van de aangeklaagde medisch specialist onderzoeken. De wetenschappelijke verenigingen moeten hun leden ondersteunen om dit ‘deskundigen­onderzoek’ goed te verrichten.

Als een patiënt vindt dat hij door een medisch specialist niet goed is behandeld, kan hij dat op verschillende manieren aanhangig maken. Een laagdrempelig contact en gesprekken bieden de meeste kans op een snelle afhandeling van de klacht. Maar de patiënt moet er ook rekening mee houden dat de arts (of het ziekenhuis) vindt dat het medisch handelen niet onjuist was, dat de klacht dus wordt bestreden. In dat geval is er een meningsverschil en kan de patiënt de arts (of het ziekenhuis) aansprakelijk stellen – overigens kan ook na een snelle afhandeling van een klacht nog een aansprakelijkstelling volgen. Een aansprakelijkstelling is in de regel een zaak tussen de verzekeraar van het ziekenhuis en de (belangenbehartiger van de) patiënt. Er wordt dan een onafhankelijk deskundige ingeschakeld om de zaak te onderzoeken. In de praktijk blijkt het voor de betrokken partijen echter buitengewoon lastig om een geschikte medisch specialist te vinden die in staat en bereid is een kwalitatief goed en onafhankelijk deskundigenonderzoek uit te voeren.

Terughoudend
Een onafhankelijk medisch deskundigenonderzoek is een normaal onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de Federatie Medisch Specialisten (FMS). De wetenschappelijke verenigingen hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Zij voeren veelal echter geen uniform beleid. Sommige wetenschappelijke verenigingen, zoals de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, erkennen weliswaar de noodzaak van goed kwalitatief onafhankelijk onderzoek. Maar zij nemen in dezen doorgaans geen initiatieven en voeren geen beleid voor kwaliteitsverbetering en kwaliteitscontrole van deskundigenonderzoeken, vooral vanwege het afbreukrisico. De Nederlandse Vereniging voor Neurologie kent daarentegen een voor neurologische expertise adviserende werkgroep. De meeste kleinere wetenschappelijke verenigingen hebben geen beleid. Er moet dus overall een behoorlijke kwaliteitsslag worden gemaakt.

Ook individuele medisch specialisten zijn vaak terughoudend, zeker als zij al eens een onafhankelijk onderzoek hebben uitgevoerd. Een aantal geeft aan dat zij daarna door collega’s worden genegeerd en ook zij vrezen derhalve het afbreukrisico. Het verrichten van een expertise kost ook vaak (veel) tijd. Zij deden het ‘eens maar nooit weer’.

Gedegen rapportage
Doordat zowel de meeste wetenschappelijke verenigingen als de individuele medisch specialisten geen strategie hebben voor het onafhankelijk deskundigenonderzoek, is de kwaliteit ervan in een aantal gevallen onder de maat. Terwijl een gedegen rapportage erg belangrijk is voor de uiteindelijke uitspraak en de acceptatie daarvan door patiënt en arts. Zowel de patiënt als de medisch specialist heeft recht op een deskundig en kwalitatief goed uitgevoerd – volgens de jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege en volgens de NVMSR-richtlijnen – deskundigenonderzoek.1 2

Dat het deskundigenonderzoek dringend verbetering behoeft, blijkt uit het feit dat de tuchtrechter in de afgelopen jaren veel uitspraken heeft gedaan over kwalitatief onvoldoende uitgevoerde onderzoeken. Veelal gaat het om uitspraken waarbij is gezondigd tegen de basale eisen van een adequaat uitgevoerd deskundigenonderzoek. Alleen al in Medisch Contact van 2019 zijn die in overmaat te vinden.3

Als een medisch specialist wordt gevraagd een deskundigenonderzoek te verrichten, kan hij zich vereerd voelen omdat hij kennelijk wordt gezien als iemand met aanzien en erkende expertise in een zeker domein. Maar wie zonder scholing of ervaring aan zo’n onderzoek begint, loopt het risico om procedurefouten te maken (zie kader).

Het rapport moet zorgvuldig worden opgesteld. Een deskundige mag alleen conclusies trekken die zijn onderbouwd met de beschikbare feiten. Een uitspraak als ‘naar mijn mening is hier sprake van een medische fout en is de arts aansprakelijk’ is een voorbeeld van een klassieke misser die het rapport niet bruikbaar maakt, de onderzoeker in diskrediet kan brengen en hem zelfs voor de tuchtrechter kan brengen – ook al is het onderzoek lege artis uitgevoerd. En – niet onbelangrijk – ook de patiënt zelf kan hier schade van ondervinden.

De meestvoorkomende fouten

 

  • het geven van een opinie buiten het eigen vakgebied;
  • zonder toestemming van de patiënt medische informatie opvragen;
  • een verslag van het gesprek met de patiënt en het onderzoek niet ter inzage en correctie aanbieden;
  • onjuist omgaan met het blokkeringsrecht;
  • het niet informeren van de wederpartij (equality of arms);
  • niet de vereiste onafhankelijkheid hebben jegens beide partijen – dit kan ook in de hand worden gewerkt door (ongepaste en/of onnodige) kwalificaties over de patiënt of de arts.

Vereisten
Een medisch specialist die een deskundigenrapport opstelt, moet beschikken over:

 

  • relevante medische kennis – hieraan wordt meestal voldaan;
  • relevante juridische kennis, zowel inhoudelijk als procedureel – is zo nodig aan te leren;
  • vaardigheden om rapporten op te stellen (structuur, formulering, conclusies, beantwoording van de vragen) – is ook aan te leren;
  • volledige objectiviteit, er mag geen (potentiële) belangen­verstrengeling bestaan;
  • kennis van verschillende vormen van ‘bias’, die de rapportage kunnen beïnvloeden.

In 2008 hebben de Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage NVMSR en de KNMG richtlijnen opgesteld voor het onafhankelijk medisch onderzoek; in 2016 is deze richtlijn bijgesteld. De KNMG ondersteunt de richtlijn in haar uitspraken.2 Samengevat stelt de richtlijn:

 

  • De rapporteur moet deskundig en bekwaam zijn op het betreffende medische domein.
  • De deskundigenrapportage moet voldoen aan de eisen van zorgvuldigheid.
  • Het rapport moet objectiveerbaar en toetsbaar zijn.
  • De inhoud van het rapport moet relevant, zuinig en compact zijn. Alleen wat relevant is (met name de bouwstenen en de argumenten) voor het goed beantwoorden van de vragen, moet in het rapport worden opgenomen. Feiten, constateringen en overwegingen moeten op een logische, consistente en inzichtelijke wijze leiden naar de conclusies.
  • Het rapport moet overzichtelijk zijn opgebouwd en ingedeeld, en begrijpelijk zijn.
  • De rapporteur moet zich onthouden van vooroordelen of vooringenomenheid (‘bias’).

Onvoldoende kennis
Deze criteria sluiten nauw aan bij de eisen die de tuchtrechter aan rapportages stelt.4 De NVMSR propageert al jaren dat scholing in het verrichten van onafhankelijk deskundigenonderzoek naast een verplichte jaarlijkse intervisie de basis is om een goed en onafhankelijk medisch rapport te kunnen opstellen.5 Dat doet zowel recht aan de patiënt, de klager, die een bruikbaar oordeel krijgt, als aan de aangeklaagde medisch specialist voor wie een (terechte of onterechte) aansprakelijkstelling door of een klacht namens een patiënt vaak een langdurige en zware emotionele belasting is.

Bij de meeste tuchtrechtuitspraken over onafhankelijke rapportages omtrent medisch handelen blijkt dat niet aan bovengenoemde eisen is voldaan en dat de oorzaak ervan meestal gelegen is in onvoldoende kennis over het rapporteren door gebrek aan opleiding. Het maken van een kwalitatief goede onafhankelijke medische rapportage is een specifieke specialistische activiteit los van de eigen medische specialisatie. Het is zeker geen aangeboren eigenschap van elke medisch specialist. Een goede arts is immers niet per definitie een goede rapporteur.

Verantwoordelijkheid
Het waarborgen van de kwaliteit van het onafhankelijk medisch onderzoek is niet alleen de verantwoordelijkheid van de medisch specialisten zelf die bereid zijn om dit onderzoek te verrichten. De ziekenhuisverzekeraars en de belangenbehartigers van patiënten, en vooral de wetenschappelijke verenigingen hebben in dezen ook een belangrijke rol. De wetenschappelijke verenigingen hebben niet alleen de verantwoordelijkheid om vak­inhoudelijke kwaliteit te eisen van medisch specialisten. Zij zouden ook door hun beleid moeten bevorderen dat er voldoende gekwalificeerde medisch specialisten zijn die de onafhankelijke deskundigenonderzoeken kunnen en willen uitvoeren, bijvoorbeeld door een eigen specialisatie in te voeren of het uitbesteden van een opleidingsmodule.

Auteurs
prof. dr. Hans Knape, anesthesioloog, bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage (NVMSR). Hans Knape is ook voorzitter van de Kamer Onafhankelijk Deskundigen­onderzoek inzake Medisch Handelen en Medische Aansprakelijkheid

prof. dr. Hjalmar van Marle, psychiater, voorzitter NVMSR

mr. Oswald Nunes, advocaat KBS advocaten, Utrecht

dr. Aad Verrips, neuroloog-kinderneuroloog, bestuurslid NVMSR, lid werkgroep Neurologische expertise van de Ned. Ver. voor Neurologie

(Bron: Medisch Contact)