Bij een ongeval op een boerderij in Ochten kwam maandag een 2-jarig kind om het leven. Het laat zien dat aandacht voor ongelukken op boerenerven nog altijd hard nodig is. Ze komen nog te vaak voor, vinden boerenorganisaties.

Diverse media berichtten maandag over het ongeval in Ochten. Eerst werd er uitgegaan van een arbeidsongeval. Maar de Inspectie SZW sprak na onderzoek van een ‘ongeluk in de familiesfeer’. De zaak werd daarom weer overgedragen aan de politie.

Het ongeluk staat helaas niet op zich. In de laatste tien jaar lag het gemiddelde op zo’n 13 ongelukken met dodelijke afloop per jaar, blijkt uit cijfers van kennisinstituut Stigas. En dat is vermoedelijk slechts het topje van de ijsberg van álle ongevallen op de boerderij. Tegenover elk fataal ongeval zouden pakweg 30 ongelukken met ernstig letsel staan. Hoe groot de problematiek precies is, blijft vooralsnog onduidelijk vanwege ontbrekende gegevens van bijvoorbeeld huisartsen. Vooral jongeren en ouderen zijn vaak het slachtoffer van een aanrijding, beknelling in een machine, val van grote hoogte óf trap of stoot van een dier.

Met onder meer voorlichtingsbijeenkomsten en speciale veiligheidsstickers in vakbladen proberen de boerenorganisaties zoals LTO Nederland hun achterban bewust te maken van de gevaren op het boerenerf. Stigas adviseert een risicoplan, ook wel bekend als een RI&E, op te stellen. Vooral boeren zonder personeel beseffen volgens een woordvoerder niet altijd dat een inventarisatie van de risico’s ook verplicht is en dat het ontbreken ervan kan leiden tot een boete van enkele duizenden euro’s.

Hoewel het effect van alle inspanningen moeilijk te meten is, hebben de woordvoerder van Stigas en LTO Nederland wel het idee dat ze helpen. Waar in 2018 nog 14 doden vielen, waren dat er in 2019 en 2020 op jaarbasis 8. 

(Bron: De Gelderlander)