Transportschepen mogen kankerverwekkende gassen lozen op veel Nederlandse binnenwateren. Het gebeurt jaarlijks door honderden tot duizenden schepen, ook in kwetsbare natuurgebieden. Een nationaal verbod op het zogenaamde ‘varend ontgassen’ laat nog jaren op zich wachten. Daarover berichten Omroep Flevoland en Radar.
Als een tankschip een chemische vracht heeft afgeleverd, dan blijven er gassen in de ladingtanks hangen. Voordat het schip een nieuwe vracht kan oppikken, moet het restgas uit de tank. De schepen lozen het gas simpelweg in de vrije atmosfeer en het water, terwijl de gassen vaak in de categorie ‘zeer schadelijke stoffen’ vallen.
Dat verontrustte bijvoorbeeld schipper Ton Quist, die in zijn loopbaan vaak heeft ontgast. Hij zocht de politiek en de media op om te waarschuwen voor de praktijk. Tegen Omroep Flevoland zei hij: “Wij mogen voor de kust van Flevoland ontgassen. We stoten dan zeer kankerverwekkende stoffen uit. Stoffen die schadelijk zijn voor ons als bemanning, maar ook voor de mensen aan de wal en het milieu.”
Varend ontgassen is aan enkele regels gebonden. Niet alle stoffen mogen zomaar de lucht in en een schipper mag niet in dichtbevolkt gebied ontgassen. Niettemin worden gevaarlijke dampen in Nederland door mogelijk duizenden schepen in de atmosfeer gedumpt. Recente cijfers zijn er niet, maar volgens onderzoek van instituut CE Delft werden in 2011 3.715 schepen in Nederland ontgast. Vaak gaat het om zogenaamde ‘zeer zorgwekkende stoffen’, en uit onderzoek van Royal Haskoning blijkt dan ook dat ontgassen schadelijke gevolgen heeft voor mens en natuur.
Tweede Kamerleden stelden daar in 2019 vragen over aan de toenmalige minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Waarom mogen schadelijke gassen in officiële Natura 2000-gebieden geloosd worden? Het antwoord is dat schepen in natuurgebieden niet gebonden zijn aan regels over chemicaliën. Een schip mag natuurgebieden niet verstoren met hard geluid, niet op een ‘visuele’ manier en niet op een ‘mechanische’ manier.
Nederland zit met vijf Europese landen in het internationale Scheepsafvalstoffenverdrag (het zogenaamde CDNI). In 2017 spraken deze landen een internationaal verbod af op varend ontgassen van de meest vervoerde stoffen. In december 2019 nam de Tweede Kamer een motie aan waarmee ze de minister van I&W verzocht om dat verbod versneld te laten ingaan, in juli 2020. Nederland ratificeerde het verdrag vervolgens in 2020, maar de regels gelden nog steeds niet. Dat komt omdat we bij deze EU-wetgeving wachten op andere, trage ondertekenaars: België, Frankrijk en vooral Zwitserland.
In het verdrag staat namelijk dat landen de regels alleen tegelijkertijd met de rest mogen invoeren, om een waterbedeffect te voorkomen. Nederland mag dus niet vooruitlopen op de rest van de ondertekenaars, anders zouden schepen bijvoorbeeld uitwijken naar Duitsland om hun gassen daar te dumpen. De Zwitsers hebben afgelopen zomer laten weten dat ze vertraging hebben opgelopen met de ratificatie en die waarschijnlijk pas eind 2023 kunnen voltooien. Het verdrag schrijft voor dat het vervolgens nog zes maanden duurt voor de regels ingaan. Waarschijnlijk kunnen tankschepen dus nog jarenlang, tot in 2024, gevaarlijke stoffen de lucht in blazen.
(Bron: Omroep Flevoland/Radar)