Wat als je eerst slachtoffer bent van een ongeval, maar vervolgens ook nog eens slachtoffer wordt van het langdurig slecht behandelen van jouw dossier door een verzekeraar? Dat wordt secundaire victimisatie genoemd. Heb je dan recht op een extra smartengeld vergoeding? In deze blog geven Grytsje van den Bergs en Sander de Groot daarop het antwoord.

Door Grytsje van den Bergs en mr. Sander de Groot

In een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland heeft de rechter het nogmaals bevestigd: Mevrouw kan vanwege secundaire victimisatie aanspraak maken op een schadevergoeding, in verband met deze onrechtmatige schadeafwikkeling. De rechtbank onderbouwt dit met zes argumenten.

Weinig voortvarende aanpak
Ten eerste blijkt uit de tussen partijen gevoerde correspondentie een weinig voortvarende aanpak van de verzekeraar. Hoewel de belangenbehartigers steeds aangeven dat het helemaal niet goed ging met mevrouw, heeft dit niet tot gevolg gehad dat de verzekeraar sneller en adequaat is gaan reageren. De verzekeraar erkende dit zelf ook na een directieklacht.

Daarnaast zijn er diverse dossierbehandelaars van de verzekeraar bij de afhandeling van de schade betrokken geweest, hetgeen de afhandeling van de zaak ook geen goed heeft gedaan. Dat dit veroorzaakt werd door een tekort aan personeel, komt voor rekening en risico van verzekeraar.

De verzekeraar voert aan dat zij wel heeft meegewerkt door onder andere een arbeidsdeskundige te betalen. De voortvarendheid was echter niet te danken aan de verzekeraar, maar aan de belangenbehartiger. Die had de conceptopdracht al verstuurd aan de arbeidsdeskundige voordat de verzekeraar hiermee had ingestemd.

Als vierde motivering stelt de rechtbank dat de verzekeraar geen enkele financiële bijdrage heeft geleverd aan de HBO-opleiding, waarmee mevrouw in overleg met de arbeidsdeskundige was gestart. Ook hierin heeft de verzekeraar niet gehandeld zoals verwacht mocht worden.

Afspraken niet nakomen
Verder werd tijdens een gezamenlijk huisbezoek besloten dat een psychiatrische expertise zou worden verricht. Nadat het dossier werd overgenomen door een nieuwe behandelaar bij de verzekeraar werd dit weer ter discussie gesteld. Na een klacht door de belangenbehartiger en pas ruim een jaar later ging de verzekeraar weer akkoord met de al eerder gemaakte afspraken.

Tot slot werd door de belangenbehartiger voorgesteld om deskundigen in te schakelen, maar ook hier wordt geen overeenstemming over bereikt. De verzekeraar stelt de causaliteit van de klachten ter discussie. De rechter stelt dat deze discussie had kunnen worden ondervangen door het tijdig inschakelen van deskundigen.

Actieve rol
Wij vinden het een goede ontwikkeling dat de rechtbank wederom heeft bevestigd dat de verzekeraar een actieve rol moet aannemen in de behandeling van letseldossiers. Zoals ook in de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) is vermeld. En indien de verzekeraar dit nalaat, betekent dit dat het slachtoffer recht heeft op een extra smartengeldvergoeding.