Nadat Mirella Hartman na haar middelbare school in 1983 werd uitgeloot voor de studie Geneeskunde, besloot ze Rechten te gaan studeren. De interesse voor de medische wereld is altijd gebleven. In 1990 werd ze letselschadeadvocaat en sindsdien richt ze zich voornamelijk op medische-aansprakelijkheidszaken: “Ik weet niet of ik een goede arts zou zijn geweest, maar als advocaat ben ik in m’n element en kan ik me erg nuttig maken ten behoeve van m’n cliënten”.
Door Martijn van Driel
Als nieuwbakken jurist werkte Mirella in 1989 via een uitzendbureau een paar maanden bij een verzekeringsmaatschappij. Ondertussen solliciteerde ze bij verschillende advocatenkantoren. Ze had daarbij geen duidelijk doel voor ogen. Lachend: “Ik wilde eigenlijk maar twee dingen: advocaat worden en dat bij voorkeur niet in bijvoorbeeld Hendrik-Ido Ambacht.” In Amsterdam wonen en werken leek me fantastisch. Dat ik toen bij John Beer terecht ben gekomen, is eigenlijk puur toeval. Ik had ook geschreven naar een paar grote advocatenkantoren, maar om verschillende redenen kwam daar niks uit”.
Een samenwerking met John zag ze meteen wel zitten. “Hij deed medische aansprakelijkheid en dat trok me aan. Bovendien heb je als medewerker bij een kleiner kantoor veel vrijheid en ontplooiingsmogelijkheden. Dus ik was blij met de kans die me werd geboden. En ik ben vervolgens nooit meer weggegaan”.
Complexe nichezaken
Het kantoor heeft na haar stagetijd een enorme ontwikkeling doorgemaakt. “We waren eerst een tijd met een man of vijf gevestigd aan de Donarstraat en vanaf 1995 met een groep van 10 tot 15 mensen aan de Johannes Vermeerstraat.” In 1998 richtten John Beer, Josée van de Laar en Mirella Hartman de maatschap Beer advocaten op. Er werd ook besloten te verkassen naar het pand aan de Weteringschans waar er plaats was voor meer advocaten. “Niettemin is op enig moment, nog voor de coronacrisis, besloten om ons hoofdzakelijk te richten op complexe nichezaken, waarvan de behandeling veel kennis en kunde vergt. Daarbij moet je denken aan medische aansprakelijkheidszaken, geboorteletsels, massaschades waaronder rampen, complexe letsels en grensoverschrijdende zaken. In het kader van dat laatste is het handig dat ik behoorlijk actief lid ben van PEOPIL, de vereniging van Europese letselschadeadvocaten. Het samenwerken in zaken met collega’s uit andere landen ervaar ik als inspirerend.”
Mirella heeft met haar collega’s net weer een verhuizing achter de rug. “Vorig jaar zijn we verhuisd naar een geweldige plek aan de Prinsengracht waar we met veel minder vierkante meters op een goede manier samenwerken en de ruimte optimaal benutten. Ons kantoor heeft een mooie geschiedenis opgebouwd en ook nog een hele mooie toekomst voor de boeg. Het is leuk om ook de jongere generatie aan het werk te zien”. Inmiddels wordt het partnerschap van Beer advocaten gevormd door Mirella Hartman, Christa Wijnakker en Bojan Dekker. Samen met Monique Heijst vormen zij het bestuur van het kantoor.
Advocaat voor slachtoffers
Mirella houdt van haar werk en dat gevoel is door de jaren heen alleen maar toegenomen. “Als letselschadeadvocaat doe je detectiveachtig werk. Je bent informatie aan het analyseren, je denkt na over de strategie en de beste route richting een oplossing. Géén zaak is hetzelfde. Mijn werk is daarom nooit saai, ook omdat er voor de cliënt veel op het spel staat.”

Even blij is Mirella met haar rol als slachtofferadvocaat. Ze zou niet graag namens de aansprakelijke partij werken. “Aan de WA-kant worden advocaten over het algemeen pas geraadpleegd als er een geschil is. Het hele voortraject mis je dan, terwijl je waarschijnlijk steeds ziet waar het is misgegaan en hoe dat voorkomen had kunnen worden. Dat lijkt me heel frustrerend. Bovendien ben ik liever opbouwend bezig dan dat ik vaak nee moet zeggen. Als advocaat van het slachtoffer bepaal je de aanpak in een zaak. Omdat wij iets willen van de wederpartij moeten we creatief zijn, het initiatief nemen en met een goed plan komen, in overleg met de cliënt”.
Mirella ziet dat cliënten tegenwoordig mondiger zijn dan voorheen, maar ziet dat niet als relevant gegeven voor haar werk. “De uitgangspunten in de aanpak blijven hetzelfde. Je moet een zaak goed op de rails zetten, de juiste strategie kiezen en je cliënt daarbij betrekken door goed en tijdig te communiceren. Daarmee geef je de cliënt het vertrouwen dat ze in goede handen zijn. Zolang dat vertrouwen er is, loopt de zaak goed.”
Medische aansprakelijkheid
Mirella heeft zich gespecialiseerd in medische aansprakelijkheidszaken. “De aanpak is grotendeels dezelfde als in andere letselschadezaken, maar de medische component is nadrukkelijker aanwezig. Het menselijk lichaam, hoe het werkt, wat er tijdens een medische behandeling mis kan gaan, dat moet je liggen. In tegenstelling tot veel verkeerszaken is de aansprakelijkheid lastiger aan te tonen. Ik overleg veelvuldig met m’n medisch adviseur om te toetsen of de zorgverlener aansprakelijk is. Zo nee, dan laten we de zaak rusten. Het hangt ook van de omvang en de ernst van de schade af. Is het heel ernstig, dan kan het zijn dat we het toch proberen, maar alleen als er echt een kansje is, ook al is die minimaal. Iedereen kan fouten maken, dus ook artsen. Ook die kunnen hun dag niet hebben. En vaak is er sprake van een opeenstapeling van fouten waardoor er niet één specifieke persoon is aan te wijzen als aansprakelijke persoon. Daarom stel ik vaak alleen het ziekenhuis aansprakelijk, niet de arts. Maar als je een behandelend arts kunt aanwijzen die steken heeft laten vallen, kan het anders zijn. Ook uit praktisch, bewijstechnisch, oogpunt.”
Geboorteletsel
Een subspecialisme waar Mirella zich ook veelvuldig mee bezighoudt zijn geboorteletselzaken. “Doorgaans gaat het daarbij om medische aansprakelijkheid, bijvoorbeeld als een kind door de fout van een zorgverlener hersenletsel oploopt door zuurstoftekort tijdens de geboorte. Dit zijn zaken die ik minstens 18 jaar in behandeling heb: de schade wordt vaak pas echt duidelijk vanaf het twaalfde jaar als van kinderen verwacht wordt dat zij zelfstandig(er) hun leven gaan plannen en organiseren. Bovendien is pas op hun 18de duidelijk welke sociale voorzieningen voor hen gelden. Dus het is niet verstandig deze zaken in een vroeg stadium te regelen.”
Ontwikkelingen
Mirella heeft de letselschadewereld de afgelopen jaren zien veranderen. Er zijn zowel positieve als negatieve ontwikkelingen. “Positieve ontwikkeling vind ik dat medische-aansprakelijkheidsverzekeraars anders dan voorheen het proces om tot een standpunt over aansprakelijkheid te komen hebben verbeterd en, weliswaar niet altijd, ook bereid zijn mee te werken aan deskundigenonderzoek in onderling overleg. Daar heeft ook de GOMA aan bijgedragen.”
Een andere verbetering is dat er meer gebruik wordt gemaakt van herstelgerichte dienstverlening. “We schakelen hulptroepen in om het voor de cliënt beter te maken, bijvoorbeeld arbeidsdeskundigen en ergotherapeuten. Ik doe veel zaken van slachtoffers met hersenletsel. Het is geweldig om te zien wat ergotherapeuten in die zaken kunnen bereiken, door voorzieningen te realiseren. Het traject is meer herstelgericht, het gaat niet meer alleen om een zak geld, die overigens aan het einde van het traject nog altijd van groot belang is. Daar ben ik blij mee. Goede huisvesting, mobiliteit en begeleiding naar passend werk. Dat doen we nu echt veel beter dan voorheen. Deze aanpak draagt direct bij aan het welzijn van de cliënt. En het geeft je als belangenbehartiger een bevredigender gevoel.”
Mirella kan zich ergeren aan schaderegelaars van verzekeraars die zich verschuilen achter het oordeel van hun medisch adviseur. “Vaak zie je dat zij niet bereid zijn om een medisch advies in een juridisch perspectief te plaatsen. Ze blijven stug de medisch adviseur napraten. Maar artsen spreken een andere taal dan juristen, hun begrip van een causaal verband is bijvoorbeeld veel beperkter. De jurist rekent toe naar redelijkheid, terwijl de arts van de dichtstbijgelegen oorzaak uitgaat. Daarom moet de rol van de medisch adviseur niet overheersend zijn. Als dat wel het geval is, dan vind ik dat frustrerend. Dan wordt je soms gedwongen om te gaan procederen. Dat kost tijd, geld en stress bij de cliënt. Vaak weet je dat het voorkomen had kunnen worden, als de bereidheid had bestaan om de medisch adviseur te beschouwen waarvoor hij bedoeld is: als adviseur en dus als hulppersoon, niet als behandelaar van een dossier.”
Mediation
Ook kan mediation een goede mogelijkheid zijn om met geschillen om te gaan. Mirella is overigens zelf gecertificeerd mediator en stuurt de mediationtak van Beer aan. In het mediationteam zit ook haar ervaren collega August Van. Ze is overtuigd van de meerwaarde van mediation in complexe vastgelopen zaken. “De vertrouwelijkheid van mediation biedt veel ruimte voor partijen om het achterste van hun tong te laten zien, waardoor eindelijk duidelijk wordt waar het knelpunt zit en hoeveel partijen uit elkaar liggen. Een mediator kan de betrokkenen ook een spiegel voorhouden. Zo worden partijen in beweging gebracht. Het is spectaculair als je ziet dat een geschil met een behoorlijk problematische voorgeschiedenis in één dag wordt opgelost en de betrokkenen allemaal tevreden naar huis gaan.”
Professionele houding
Hoewel er in veel van de zaken die Mirella behandelt sprake is van veel menselijk leed, kost het haar geen moeite om daar goed mee om te gaan. “Ik ben empathisch naar cliënten en bied ruimte voor de emotie die logischerwijs een rol speelt in een letselschadezaak. Ik voel dan met hen mee: het zal je maar gebeuren! Ook kan ik kwaad worden, bijvoorbeeld als ik prutswerk zie van artsen, waardoor ze veel schade hebben veroorzaakt. Maar ik houd wel professionele distantie aan. Dus als het werk klaar is, laat ik alle sores achter. Ik denk dat als je geneigd bent om het leed van je cliënten op je rug met je mee te dragen, het heel zwaar voor je wordt”.
Wel zijn er veel zaken die zoveel indruk maakten dat Mirella ze nooit meer zal vergeten. “In een internationale zaak in 1999 die draaide om gebrekkige hartkleppen, moest een overleden Surinaamse man worden opgegraven. De vraag was of hij ook was overleden aan zo’n hartklep zoals in het obductieverslag stond. De enige manier om daar achter te komen was het graf te openen en te zoeken naar de hartklep. Dus daar stond ik, in een Surinaams dorpje, boven een graf, terwijl een patholoog tussen de botten zocht, de familie argwanend meekeek en een winti-bezweerder om ons heen danste om boze geesten op afstand te houden. Een uniek moment. De hartklep werd trouwens niet gevonden.”
Het belang van vrije tijd
Mirella koestert haar vrije tijd. “Ik zet me met hart en ziel in voor mijn werk. Juist daarom is het heel belangrijk om zuinig te zijn op m’n vrije tijd. De weekenden houd ik bewust vrij. Dan wil ik graag tuinieren, tennissen of wandelen en ik doe aan Pilates. Ik voel me erg gelukkig als ik in de zon zit, met een boek, vrienden of zomaar. Ik hou ook van uitgaan, naar het toneel, een concert, lekker uit eten. Of een avondje chillen op de bank. Het is zo belangrijk om tot rust te komen, zodat je daarna weer volle bak aan de slag kan.”