Het was onrustig in de zaal, er klonk geschreeuw en er was veel rumoer. Bij de bijeenkomst in Nieuwegein, waar slachtoffers van geweld en misbruik in de jeugdzorg vanmiddag hoorden dat ze ieder 5000 euro krijgen als tegemoetkoming, liepen de emoties hoog op. Dat vertelt Philomeen Soudant, die bij de besloten bijeenkomst aanwezig was.

De 58-jarige Soudant werd in haar jeugd misbruikt en mishandeld door haar pleegouders. Ze was vanmiddag met hoge verwachtingen naar de bijeenkomst gekomen. “Ik hoopte dat we naar het schadefonds konden gaan, dat we daar ons verhaal zouden kunnen vertellen en dat er dan zou worden bepaald: jij krijgt dit bedrag, jij krijgt dat bedrag.”

In plaats daarvan krijgt ieder slachtoffer dus eenmalig 5000 euro. Met nadruk niet om alle kosten “die voortkomen uit het slachtofferschap te compenseren”, maar als “erkenning van het geweld dat slachtoffers is aangedaan”, schrijft het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer.

“Toen ik dat hoorde, brak ik”, vertelt Soudant. “Niemand was er blij mee. Want je kunt niet iedereen over één kam scheren. En geld maakt natuurlijk niet gelukkig, maar dit bedrag is sowieso véél te laag. Alleen al mijn psychotherapeut kost 95 euro per sessie. Reken maar uit.”

Dominique Meijer snapt deze emoties wel. Ook zij was vanmiddag bij de bijeenkomst aanwezig, als lotgenoot en oprichter van de stichting Voor Ons, voor slachtoffers van seksueel misbruik of mishandeling. “Het was een emotionele middag. Ik denk dat het totale verhaal daardoor niet bij iedereen is binnengekomen, ook bij mij niet.”

Volgens Meijer gaat het niet alleen om het compensatiebedrag. “Minister Dekker heeft ook over zorgpakketten gepraat. En over bijvoorbeeld een documentaire, om onze verhalen te kunnen delen. Dat zijn dingen die lotgenoten ook allemaal wilden, bleek uit een enquête die is gehouden. Dus ik heb tegen iedereen gezegd: ‘Wacht op het totaalplaatje.'”

‘Was mijn doodvonnis’
Philomeen Soudant heeft haar mening al wel gevormd. Zij kwam op haar achtste terecht in een pleeggezin. Kort daarvoor mocht ze een week met haar toekomstige pleegouders op stap, om te kijken of dat beviel. “Ze hebben me in die week heel Nederland laten zien, van de zee tot de Efteling. Ik vond het fantastisch. Dus toen ze vroegen of ik daar voor altijd zou willen wonen, zei ik meteen ja. Maar dat was mijn doodvonnis. Toen begon de ellende.”

Al vanaf het begin werd Soudant seksueel misbruikt door haar pleegvader. Ook mishandelden haar pleegouders haar. “Ze maakten een plankje met twee elektrische draden eraan en twee elektrisch geladen staven. Die moest ik dan vasthouden. Als ik huilde, was ik een spelbreker. En zij lachten alleen maar.”

Soudant zag haar voogd wel regelmatig, maar altijd met haar pleegouders erbij. “Die zeiden dan dat ik een lastig kind was. Ik kon nooit een-op-een met hem in gesprek.”

Toen het meisje acht jaar bij haar pleeggezin woonde, trok haar broer aan de bel. Hij had het gevoel dat er dingen niet goed gingen. Er kwam vervolgens een gesprek met Soudant, haar pleegouders, broer en de voogd, maar dat leidde niet meteen ergens toe.

Pas twee jaar later – Soudant was inmiddels 18 jaar – kreeg ze de kans om een-op-een met de voogd te praten. “Ik heb hem verteld dat ze tegen me schreeuwden en me een sloerie noemden. Over het misbruik durfde ik niet te beginnen, daar schaamde ik me te diep voor.”

De voogd concludeerde dat Soudant weg moest uit het pleeggezin. “Maar hij kon geen andere opvang regelen, dus stuurde hij me toch weer terug.” Na zes weken hielp haar broer haar om toch uit het gezin weg te komen. Ze ging bij hem inwonen en probeerde haar verleden jarenlang weg te stoppen.

Bezem door jeugdzorg
Nu zit ze wel in therapie. Maar kun je zoiets ooit verwerken? “Dat is moeilijk, vooral na zo’n middag als vandaag. We zijn als slachtoffers binnengekomen en gingen als dubbele slachtoffers weer naar buiten. Ik voel me niet begrepen.”

Aan het lotgenotencontact dat het kabinet wil intensiveren, heeft Soudant niet zoveel, zegt ze. “Ik had liever gezien dat ze geld zouden steken in het oplossen van de problemen die er nu nog zijn binnen de jeugdzorg. Daar moet een hele goede bezem doorheen.”

Ook de commissie-De Winter, die vorig jaar met een rapport kwam over geweld in de jeugdzorg sinds 1945, toonde zich kritisch over de plannen van het kabinet voor het huidige jeugdzorgstelsel. “Daar wordt niet extra in geïnvesteerd. Het zijn heel veel woorden, maar ze zeggen weinig”, zei commissielid Mariëlle Bruning vanmiddag. Over de compensatieregeling was Bruning wel tevreden.

(Bron: NOS)