Driekwart van de medewerkers in de sector zorg en welzijn is het afgelopen jaar in aanraking geweest met ongewenst gedrag door patiënten of cliënten. Dit blijkt uit onderzoek naar agressie en ongewenst gedrag op de werkvloer in de sector, door PGGM en PGGM&Co in opdracht van het Ministerie van VWS. Het onderzoek laat ook zien dat 44% vorig jaar ongewenst gedrag ervoer van familie of bezoekers van patiënten, en 26% van collega’s of leidinggevenden.
De KNMG vindt deze cijfers zorgelijk. “Het is belangrijk dat hier meer aandacht voor komt”, zegt KNMG-voorzitter René Héman. “We zien dat er wel stappen gezet zijn. Medewerkers weten vertrouwenspersonen beter te vinden en het ministerie heeft gezond en veilig werken tot belangrijk beleidsthema benoemd. Tegelijkertijd is er nog veel werk te verzetten. Een gezond en veilig werkklimaat is belangrijk om artsen en andere zorgprofessionals te behouden voor de zorg.”
In het algemeen zijn de zorgprofessionals tevreden over de opvang in hun organisatie door collega’s en leidinggevenden. Wel geeft 26% aan geconfronteerd te zijn met ongewenst gedrag van collega’s of leidinggevenden. Dit heeft vaak grote impact, maar wordt niet altijd intern aangekaart. “Dit vraagt aandacht, niet alleen van werkgevers maar ook van zorgprofessionals”, stelt René Héman. “Bij intern agressief of ongewenst gedrag is het van belang dat collega’s het ongewenste gedrag niet alleen met elkaar bespreken maar ook met de betreffende collega. Deze verantwoordelijkheid dragen we samen”.
Het creëren van een gezond en veilig werk- en leerklimaat waarin ongewenst gedrag op de werkvloer bespreekbaar is en aangepakt wordt, vergt langdurige inzet en continue actie. Het rapport signaleert ruimte voor verbetering, zoals het stellen van normen en gedragsregels, training van vaardigheden en geven van voorlichting. Héman: “De KNMG deelt deze ambitie, maar dit is alleen mogelijk in een cultuur waarin vertrouwen centraal staat. Dat vertrouwen begint bij duidelijk beleid en het nemen van verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit beleid”.
Om moeilijke onderwerpen zoals ongewenst gedrag onderling bespreekbaar te maken zijn volgens de KNMG vier beleidspijlers nodig: het stellen van normen en gedragsregels, training van vaardigheden en geven van voorlichting, het opzetten van hulpaanbod en het formuleren/vaststellen van maatregelen. Met onder andere de handreikingen ‘Optimaal functioneren van artsen’ en ‘Gedragsregels van artsen’ ondersteunt de KNMG een gezond en veilig werk- en leerklimaat.
(Bron: KNMG)