De tuchtrechter kan vanaf 1 april een beroepsverbod opleggen aan zorgverleners in de individuele gezondheidszorg. Het beroepsverbod wordt het zwaarste middel dat een tuchtrechter kan opleggen. De ruimere sanctiebevoegdheid volgt uit een wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Het beroepsverbod kan onder meer worden opgelegd als een zorgverlener een ernstig zeden- of geweldsdelict, of een levensdelict heeft gepleegd. Door de wetswijziging kan de tuchtrechter ook gedrag in zijn beoordeling meewegen in een ander beroep dan het BIG-beroep, of in het privéleven van de zorgverlener. Daarnaast krijgt de inspectie de mogelijkheid om in bijzondere gevallen een beroepsbeoefenaar in afwachting van het oordeel van de tuchtrechter direct op non-actief te stellen.

Cosmetische ingrepen
Een ander gevolg van de wetswijziging is dat ook cosmetische behandelingen voortaan onder de Wet BIG vallen. Dit betekent dat handelingen zoals injecteren of chirurgische ingrepen alleen gedaan mogen worden door artsen die geregistreerd staan in het BIG-register, ongeacht of een behandeling met een medisch of cosmetisch doel plaatsvindt.

“De patiëntveiligheid moet altijd voorop staan. Daarom vind ik deze verzwaring van het instrumentarium van de tuchtrechter van belang”, licht minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport de wetswijziging toe. “Ook kan er nu geen misverstand meer over bestaan dat niet alleen medische, maar ook cosmetische ingrepen onder het tuchtrecht vallen en dat de betreffende zorgverleners moeten voldoen aan de eisen zoals vastgelegd in de Wet BIG.”

Ondersteuning klager
Om mensen die een tuchtklacht willen indienen ter wille te zijn, kunnen zij voortaan gebruik maken van de ondersteuning van een tuchtklachtfunctionaris. Deze functionaris adviseert de klager over het formuleren en indienen van een tuchtklacht, wat zorgt voor een beter lopend proces.

Beroepsverbod
In het BIG-register staan alle individuele zorgverleners met een beschermde titel geregistreerd, zodat patiënten kunnen zien of een zorgverlener bevoegd is bepaalde handelingen uit te voeren. De tuchtrechter kan nu een beroepsverbod opleggen als hij op basis van de Wet BIG oordeelt dat een zorgverlener niet geschikt is het eigen beroep uit te oefenen, of als de rechter deze persoon niet geschikt acht een ander beroep in de zorg uit te oefenen waarbij hij patiënten behandelt.

(Bron: Skipr)