Er wordt bij grote werkgevers nog altijd veel thuisgewerkt en het ziet ernaar uit dat dat nog even zo blijft. Organisaties houden er rekening mee dat ze niet teruggaan naar de kantoorsituatie van voor de crisis en onderzoeken hoe dat nieuwe normaal eruit gaat zien.
Dit blijkt uit een rondgang van de NOS onder de 25 grootste Nederlandse werkgevers. Wel is het de bedoeling dat werknemers elkaar weer vaker ontmoeten. Daar is behoefte aan; sociaal contact wordt nu gemist.
Groot thuiswerk-experiment
Organisaties kwamen de afgelopen maanden noodgedwongen terecht in een groot thuiswerk-experiment. Een meerderheid van de ondervraagde werkgevers geeft aan dat de productiviteit van hun werknemers er niet onder heeft geleden en dat het thuiswerken als positief wordt ervaren.
Over hoe het najaar eruit ziet, wordt verschillend gedacht. Een volledige terugkeer lijkt uitgesloten, omdat kantoren zijn aangepast op anderhalve meter afstand. Dat betekent vaak per definitie dat niet iedereen tegelijk aanwezig kan zijn.
Voorzichtig terug naar kantoor
Sommige ondervraagde werkgevers bereiden zich voor op een beperkte terugkeer van medewerkers. Chipmachinemaker ASML, verzekeraar Achmea en Albert Heijn starten hier na de zomer mee.
ABN Amro, Rabobank en de gemeente Amsterdam geven aan dat er op dit moment nog geen einddatum is voor het thuiswerken. De banken en Achmea voorzien dat hun kantoren meer een ontmoetingsplek worden. Ziekenhuizen Amsterdam UMC en St. Antonius in de regio Utrecht gaan er als enige vanuit dat de huidige situatie tot minimaal eind van het jaar zal duren.
Veel van de ondervraagde organisaties zeggen dat er tot minimaal 1 september wordt thuisgewerkt, op basis van het geldende advies vanuit de overheid. Als dat wordt verlengd, ligt het voor de hand dat de werkgevers hierin meegaan. Navraag bij het RIVM en het ministerie van Sociale Zaken leert dat er nog geen advies ligt voor de periode na 1 september. Een woordvoerder van het RIVM zegt dat het “niet ondenkbaar” is dat het advies ook dit najaar zal zijn om thuis te werken.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat namens de Rijksoverheid het thuiswerken coördineert, zegt dat iedereen dit doet behalve medewerkers die werkzaam in vitale processen of cruciale beroepen hebben. Dit gebeurt zolang het kabinet dit adviseert.
‘Kantoor wordt ontmoetingsplek’
Henk Volberda, hoogleraar strategisch management aan de Universiteit van Amsterdam, verwacht dat de trend van meer thuis en minder op kantoor door zal zetten. “Kantoor zal veel meer een ontmoetingsplek worden. Voor het uitwerken van bijvoorbeeld rapporten hoef je niet 60 kilometer naar een kantoor te rijden.”
En dat is volgens CNV-voorzitter Piet Fortuin een grote verandering. “Na digitalisering is deze verandering in werkpatronen de grootste omslag van de afgelopen jaren. Bedenk dat we al heel lang over dit onderwerp praten en nu in zo’n vier maanden tijd de verschuiving daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.”
Dat het thuiswerken op deze schaal kan, komt ook door veel technologische oplossingen. Veel van de ondervraagde werkgevers geven aan dat ze gebruik zijn gaan maken van communicatiesoftware Microsoft Teams, binnen de overheid is er gekozen voor WebEx van Cisco.
Zorgen over werkdruk
Naast dat het thuiswerken ertoe leidt dat collega’s elkaar missen, signaleren vakbonden CNV en FNV ook andere problemen die extra druk op werknemers leggen.
“Reistijd wordt nu vervangen door werktijd. Je zit achter je computer en het gaat maar door”, zegt Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV. “Voorheen waren dat mentale rustmomentjes, nu moet je van de ene videobelvergadering de andere in en ga je daarbij meteen de diepte in”, zegt Fortuin van CNV.
Beide vakbonden vinden dat er goede afspraken moeten komen over hoe thuiswerken definitiever vorm moet krijgen. Daarbij moet ook aandacht zijn voor de werkplek van een werknemer thuis, niet iedereen beschikt over een eigen werkkamer.
(Bron: NOS)