De NS heeft vierduizend aanvragen goedgekeurd voor individuele schadevergoedingen aan overlevenden en directe nabestaanden van de NS-transporten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Zeshonderd van de goedgekeurde aanvragen zijn afkomstig van overlevenden van de transporten. Ruim 3200 aanvragen werden gedaan door hun kinderen en 160 door weduwen en weduwnaars van de slachtoffers. De claims zijn samen goed voor 32 miljoen euro aan schadevergoedingen.

Volgens de NS werden er tot nu toe ruim 6500 aanvragen ingediend. Ongeveer zevenhonderd aanvragen konden volgens de vervoerder niet worden toegekend omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden van het uitkeringsregelement. “Dat wil zeggen dat er, in de voor de Commissie beschikbare bronnen, geen aanwijzingen te vinden zijn die de aanvraag konden onderbouwen,” schrijft de NS in een persbericht.  “Een andere reden voor afwijzing is dat het transport van de belanghebbende niet is uitgevoerd door NS. Dat is bijvoorbeeld het geval als een belanghebbende is vervoerd ná de spoorwegstaking van 17 september 1944, of als een belanghebbende niet vanuit Nederland is gedeporteerd. Meer dan de helft van de afwijzingen heeft betrekking op een formele afwijzingsgrond, bijvoorbeeld als de aanvraag is ingediend door een nabestaande die niet als weduwe of kind van de belanghebbende kan worden aangemerkt.”

Tot 5 augustus 2020 kunnen Shoa-overlevenden en hun nabestaanden via www.commissietegemoetkomingns.nl een aanvraag indienen bij de NS.

De toezegging van de NS om vergoedingen te gaan betalen aan Shoa-slachtoffers kwam na een jarenlange strijd van Salo Muller. Hij overleefde de Shoa maar zijn ouders werden vermoord in Auschwitz. Muller verweet de NS dat het vervoersbedrijf miljoenen heeft verdiend aan het vervoeren van Joden naar concentratie en-vernietigingskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog en eiste compensatie voor overlevenden en nabestaanden van deze kampen. Eind november 2018 kondigde de NS aan deze vergoedingen te gaan betalen.

(Bron: NIW)