Over een groot aantal kinderdagverblijven en bso’s bestaan bij de toezichthoudende GGD’s serieuze zorgen. Dat blijkt uit onderzoek van het AD na diverse recente incidenten in de kinderopvang, waarbij ook twee kinderen overleden.
De GGD’s treffen tijdens inspectiebezoeken aan kinderdagverblijven steeds vaker misstanden aan. En het Klachtenloket Kinderopvang ziet het aantal incidenten al vier kwartalen op een rij stijgen, bleek eind mei. Te denken valt aan weggelopen kinderen, kinderen die ergens van zijn afgevallen of te weinig toezicht door bijvoorbeeld personeelstekort.
Iedere crèche of bso krijgt sinds 2012 na inspectiebezoeken een kleur toegekend: groen, geel, oranje of rood. Groen betekent dat er weinig of geen zorgen bestaan, rood betekent ernstige zorgen. De kleur bepaalt hoe vaak en intensief een kinderopvang wordt geïnspecteerd. Het AD vroeg de risicoprofielen van alle kinderopvanglocaties op bij de regionale GGD’s. Over 1292 van de 15.315 kinderopvanglocaties bestaan serieuze zorgen. Zij hebben een oranje of rood risicoprofiel. Dat is één op de bijna twaalf crèches en bso’s.
Per regio bestaan er grote verschillen: in Flevoland bezit bijna een derde van de 608 kinderdagverblijven een rode of oranje kleur. In de Gooi en Vechtstreek gaat het om ruim een vijfde en in Zuid-Holland-Zuid om bijna 15 procent. Hier staat tegenover dat Gelderland-Midden, Brabant-West en Haaglanden nauwelijks oranje of rode opvanglocaties huisvesten. Het is onduidelijk waar de forse verschillen vandaan komen. Zo kan het zijn dat in bepaalde regio’s vooral kleinere aanbieders actief zijn. Zij hebben hun beleid en administratie minder vaak goed op orde dan grote aanbieders van kinderopvang.