In 2022 zorgde luchtvervuiling in Nederlandse voor 18 miljard euro aan gezondheidsschade. De uitstoot leidt onder meer tot verloren levensjaren, meer longziekten en hartklachten en daarmee tot meer zorgkosten. De landbouw is de sector die met 7,1 miljard euro voor de meeste gezondheidsschade zorgt. Dit blijkt uit berekeningen van onderzoeksprogramma Pointer (KRO-NCRV), die een rekenmethode van het Europees Milieuagentschap (EEA) toepaste op Nederlandse uitstootgegevens van vijftien schadelijke stoffen in verschillende sectoren op 860 locaties in Nederland.
Volgens cijfers van het RIVM is luchtvervuiling na roken de grootste veroorzaker van gezondheidsschade in Nederland. Elk jaar belanden 50.000 longpatiënten in het ziekenhuis. Eén op de vijf kinderen met astma kreeg de aandoening door luchtvervuiling. De gevolgen reiken verder dan alleen longziekten: luchtvervuiling vergroot ook de kans op hartklachten, een hoge bloeddruk, een laag geboortegewicht en vroeggeboortes. Al deze klachten leiden tot meer doktersbezoeken, medicijngebruik en ziekteverzuim.
Door de gezondheidsgevolgen van het inademen van ongezonde lucht sterven er jaarlijks 11.000 Nederlanders gemiddeld acht maanden eerder. Naast de extra zorgkosten vormen deze verloren levensjaren de grootste maatschappelijke kostenpost.
Vergaande maatregelen nodig
Sinds de jaren ‘90 is de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen flink gedaald en voldoet Nederland aan de Europese normen. Maar deze daling stokt het laatste decennium, met name in de landbouw en industrie. Nederland haalt de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) niet. Nergens in Nederland wordt voldaan aan het WHO-advies voor fijnstof. In 2021 verlaagde de WHO die waarden aanzienlijk voor onder andere fijnstof en stikstofoxiden, omdat uit nieuwe analyses bleek dat deze stoffen al bij veel lagere concentraties schadelijk zijn voor de gezondheid dan eerder werd gedacht.
Om aan deze nieuwe WHO-normen te kunnen voldoen zijn verregaande maatregelen nodig, zo oordeelde het RIVM in 2022: “De meeste impact heeft het terugdringen van het verkeer door in de grote steden alleen nog elektrisch rijden toe te staan. Ook zou een halvering van de uitstoot van de industrie, reductie van de veestapel en een verbod op houtstook nodig zijn.”
Reactie ministeries
In een gezamenlijke reactie erkennen de ministeries van Klimaat en Groene Groei (KGG), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de schadelijke gevolgen van milieuverontreiniging en zeggen in te willen zetten op een brongerichte aanpak, waarbij ze via Europese samenwerking toewerken naar ‘zero pollution’ in 2050, met strengere normen en financiële instrumenten, maar wel met oog voor de rol van het bedrijfsleven en “groene groei” in plaats van krimp.