Achmea moet alsnog de schade vergoeden van een meisje dat in 2008 van een pony is gevallen. De verzekeraar weigerde dat aanvankelijk, maar volgens de rechtbank moet Achmea opdraaien voor de gevolgen die de vrouw ondervindt van de harde val. Daarover schrijft De Telegraaf.
Het slachtoffer was nog maar zeven jaar toen zij in 2008 tijdens een rijles van een pony viel in een manege in Den Ham. Zij liep daarbij een gescheurde slagader en een beschadigde zenuw in haar arm op. Het meisje werd destijds meerdere keren geopereerd in het ziekenhuis. De inmiddels 24-jarige vrouw stelt nog steeds ernstige lichamelijke klachten te hebben door de val. Zij wordt daardoor beperkt in haar dagelijks leven en studie.
Haar ouders hebben de manege in Den Ham pas in 2016 aansprakelijk gesteld. De Overijsselse manege heeft dat vervolgens gemeld bij haar aansprakelijkheidsverzekeraar Avero Achmea, waar ze sinds 2011 verzekerd is. De verzekeraar heeft lange tijd volgehouden niet te hoeven opdraaien voor de schade van de ruiter.
Volgens Achmea had de manege namelijk al bij het afsluiten van de aansprakelijkheidsverzekering in 2011 kunnen verwachten dat de val van het meisje zou leiden tot een schadeclaim. De manege had dat destijds moeten melden, aldus het verzekeringsconcern. Maar de rechtbank denkt er anders over. “In geval van een manege, waar vaker kinderen van paarden vallen, hoeft men niet bij iedere val aansprakelijkheid te verwachten”, schrijft de rechter in een recent verschenen vonnis.
De rechter meent bovendien dat de manege wel bij haar voormalige aansprakelijkheidsverzekeraar De Goudse aan de bel had getrokken als er een schadeclaim dreigde na de val in 2008. “Als de manege eerder was aangesproken door de ouders of de ziektekostenverzekeraar van de ruiter, zou de manege dat hebben gemeld bij haar toenmalige verzekeraar.” De ouders klopten echter pas in 2016 bij de manege aan met een eis om schadevergoeding. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat Achmea de schade van de vrouw moet vergoeden. Het slachtoffer schatte die eerder in op mogelijk tienduizenden tot honderdduizenden euro’s. Zij heeft alvast een voorschot van €10.000 geëist.