Nabestaanden van Rinke Terpstra, die op 18 maart 2019 omkwam bij de aanslag op de Utrechtse tram, stellen vervoersbedrijf Qbuzz en de provincie Utrecht aansprakelijk zijn voor zijn dood. Dat bevestigt de advocaat van het familielid, Axel Beijersbergen uit Henegouwen, na een bericht in de Volkskrant.

Passagiers konden tijdens de aanslag door Gökmen T. nergens heen, omdat bijna alle deuren in de tram gesloten waren. Volgens Beijersbergen van Henergouwen was het overlijden van Terpstra “het gevolg van omstandigheden die de vervoerder had kunnen vermijden”. Beijersbergen van Henergouwen benoemde ook de kapotte monitor in de cabine. Hierdoor kon de trambestuurder niet zien wat er met de tweede set trams gebeurde. De bestuurder hield de autodeur gesloten omdat iemand aan de noodrem trok, in lijn met het noodremprotocol.

Om een ​​aantal redenen worden de provinciale overheid en het transportbedrijf pas na vier jaar aansprakelijk gesteld, aldus de advocaat. “Dat komt onder meer doordat we het probleem eerst met Qbuzz hebben proberen op te lossen, maar zij schuiven de schuld naar de provincie.” Utrecht is de verhuurder van de trams. Beijersbergen van Henegouwen wees erop dat de verjaringstermijn in deze zaak nog niet is verstreken.

Qbuzz wilde geen inhoudelijke reactie geven aan de Volkskrant. Volgens de advocaten van Qbuzz zijn de aantijgingen van de familie Terpstra “eenzijdige feitelijke uitspraken”. Ook de provincie Utrecht weigerde te reageren omdat de zaak bij de rechtbank aanhangig is.

Op 18 maart 2019 schoot Gökmen T. vier mensen dood in en rond een sneltram op het 24 Oktoberplein in Utrecht. Verscheidene anderen raakten ook gewond en getraumatiseerd. Afgelopen zaterdag is de aanslag herdacht. Nabestaanden, hulpverleners, getuigen, de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma, leden van de gemeenteraad en minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) waren daarbij aanwezig.